Operating Instructions and Installation Instructions

PELLETKACHELS
Hoofdstuk 8
HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK
page 55
Storingen/oorzaken/oplossingen Technische dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De motor van de
rookgasafzuiging werkt
niet.
De kachel krijgt geen elektrische stroom
De motor is defect
De elektronische kaart is defect
Het bedieningsbord werkt niet
De spanning van het elektriciteitsnet en
de smeltveiligheid controleren.
De motor en de condensator
nakijken en, indien nodig,
vervangen
De elektronische kaart vervangen.
Het bedieningsbord vervangen.
De condentielucht-
ventilator stopt niet met
werken
De thermische sonde voor de contrôle
van de temperatuur is defect of
beschadigd
Ventilator is beschadigd
De kachel heeft de
uitschakeltemperatuur nog niet bereikt
De werking van de sonde nakijken
en eventueel de sonde vervangen
Wacht enkele minuten en controleer
de werking van de motor en vervang
hem eventueel.
Wacht
De luchtventilator gaat
niet lopen
De kachel heeft de temperatuur niet
bereikt
Wacht
In de automatische
modus werkt de kachel
altijd op het maximum
vermogen.
Thermostaat van de omgevingslucht op
maximale stand
De sonde voor het meten van de
temperatuur is beschadigd
Bedienigsbord is defect of werkt niet
De temperatuur van de thermostaat
opnieuw instellen
De sonde nakijken en eventueel
vervangen
Het bedieningsbord nakijken en
eventueel vervangen
De kachel start niet
Afwezigheid van elektrische stroom
Pelletsonde is geblokkeerd
Smeltveiligheid is beschadigd
Controleren of de stekker is ingestoken
en of de hoofdschakelaar op stand “I”
staat.
De sonde deblokkeren door in te werken
op de thermostaat achteraan. Indien ze
opnieuw blokkeert, de thermostaat
vervangen
De smeltveiligheid vervangen
De kachel gaat niet
branden
Controleer of de vuurpot schoon is
Er heeft een zekering ingegrepen n.a.v.
een storing.
Controleer de vuurpot
Controleer of de bougie warm wordt
Rookgasafvoer- of kanaal verstopt
Reinig de vuurpot van eventuele
aangekoekte resten of resten
onverbrande pellets.
Vervang de zekering met eentje met
dezelfde kenmerken (5x20 mm F 3.15A)
Zet de vuurpot weer op zijn plaats terug.
Controleren en eventueel vervangen
Reinig de rookafvoer en/of het
rookkanaal