Operating Instructions and Installation Instructions

PELLETKACHEL (HOUTKORRELS)
Hoofdstuk
3
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
Blz 29
Service technique - Droits réservés à MCZ S.p.A. - Reproduction interdite
Bouchon gris
desserré d‘1 tour
Bouchon rouge
bloqué
BELANGRIJK !!!
HET IS ERG RAADZAAM DE VOLLEDIGE INSTALLATIE
TE WASSEN VOORDAT ZE WORDT AANGESLOTEN OM
ALLE RESTEN EN AFZETTINGEN TE VERWIJDEREN.
Boven de kachel altijd een interceptiescherm
plaatsen om de hydraulische installatie te isoleren in
geval het noodzakelijk is ze te verschuiven of
verplaatsen voor het uitvoeren van het normale en/of
speciale onderhoud.
De kachel aansluiten met de slangen om de kachel
niet te blokkeren en kleine verplaatsingen mogelijk te
maken.
De drukuitlaatbuis moet voorlopig worden
aangesloten op een karaf of een trechter om te
vermijden dat, in geval van overdruk, het water
overloopt en de constructie en de vloer natmaakt.
3.4.2. Vulling van de installatie
Om de installatie te vullen is de kachel uitgerust met een kraan (D) met
terugslagklep voor de handmatige vulling van de verwarmingsinstallatie.
Tijdens deze handeling zorgt de automatische uitlaat, bovenaan links van
het ketellichaam (onder het keramische bovendeel), voor de ontluchting
van het circuit.
Opdat de klep de lucht zou kunnen aftappen, de grijze stop éénmaal
draaien om hem losser te maken, en de rode stop in geblokkeerde
stand laten
(zie figuur).
De ladingsdruk van de installatie moet in KOUDE TOESTAND
1 bar bedragen.
Indien gedurende de werking de druk van de installatie daalt tot
waarden, die lager liggen dan het hierboven aangegeven minimum
(door de verdamping van de opgeloste gassen in het water), moet de
gebruiker door middel van de laadkraan de druk terugbrengen tot zijn
oorspronkelijke waarde.
Voor een goede werking van de kachel IN WARME TOESTAND moet
de druk in de ketel 1.5 bar bedragen.
Om de door de druktransductor aangegeven druk van de
installatie te controleren, toets van het bedieningspaneel
indrukken en ingedrukt houden. Op het weergavescherm
verschijnt de opgenomen waarde.
Bij het eind van de vullingsoperatie, de kraan altijd sluiten.
3.4.3. Karakteristieken van het water
De karakteristieken van het vulwater van de installatie zijn zeer
belangrijk om te vermijden dat er geen afzetting is van minerale zouten
en ketelsteen in de buizen, binnen in de ketel en in de
warmtewisselaars (vooral in de platenwisselaar voor de verwarming van
het tapwater zie hoofdstuk 4.13)
Wij verzoeken u bijgevolg om DE LOODGIETER, WAAR U
NORMAAL BEROEP OP DOET, TE RAADPLEGEN IN VERBAND
MET :
Controle van de druk van de installatie
Uitlaatklep onder bovendeel in keramiek
Drukuitlaatbuis (3 bar)
Laadkraan (D)
C
D
E
SET
TURBO
1
2
6 4
3
5
!
PRES
1,4 B