Handleiding 33,8 cm / 13,3“ Notebook
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing.................................................. 4 1.1. Symbolenuitleg...................................................................................................... 4 1.2. Gebruiksdoel............................................................................................................ 5 Conformiteitsinformatie.........................................................................
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 15.3. Een externe monitor aansluiten.....................................................................32 Gegevensinvoer.......................................................................................... 32 16.1. Toetsenbord...........................................................................................................32 16.2. Touchpad.................................................................................
1. Informatie over deze gebruiksaanwijzing Hartelijk dank, dat u voor ons product heeft gekozen. Wij wensen u veel plezier met het apparaat. Lees de veiligheidsvoorschriften aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Neem de waarschuwingen op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing in acht. Houd de gebruiksaanwijzing altijd binnen handbereik. Wanneer u het apparaat verkoopt of doorgeeft, geef van ook deze gebruiksaanwijzing door omdat dit een wezenlijk onderdeel van het product is. 1.1.
Nadere informatie over het gebruik van het product! Neem de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in acht! • Opsommingsteken/informatie over voorvallen die zich tijdens de bediening kunnen voordoen `` Instructie voor een uit te voeren handeling Producten die zijn gemarkeerd met dit symbool, voldoen aan de eisen van de EU-richtlijnen. Gebruik binnenshuis Apparaten met dit symbool zijn uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis. Afb. A Afb.
• Neem alle informatie in deze gebruiksaanwijzing in acht en houd u in het bijzonder aan de veiligheidsvoorschriften. Iedere andere vorm van gebruik geldt als niet in overeenstemming met de voorschriften en kan persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. • Gebruik het apparaat niet bij extreme omgevingscondities. 2.
AT = Oostenrijk, BE = België, CZ = Tsjechië, DK = Denemarken, EE = Estland, FR = Frankrijk, DE = Duitsland, IS = IJsland, IE = Ierland, IT = Italië, EL = Griekenland, ES = Spanje, CY = Cyprus, LV = Letland, LT = Litouwen, LU = Luxemburg, HU = Hongarije, MT = Malta, NL = Nederland, NO = Noorwegen, PL = Polen, PT = Portugal, RO = Roemenië, SI = Slovenië, SK = Slowakije, TR = Turkije, FI = Finland, SE = Zweden, CH = Zwitserland, UK = Verenigd Koninkrijk, HR = Kroatië 2.1.
4. Veiligheidsvoorschriften 4.1. Gevaren voor kinderen en personen met een beperkt vermogen om apparaten te bedienen Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of gebrek aan kennis en ervaring, als er iemand toezicht op hen houdt of als hun is geleerd hoe ze het apparaat veilig kunnen gebruiken en ze hebben begrepen welke gevaren het gebruik van het apparaat met zich meebrengt.
WAARSCHUWING! Gehoorbeschadiging! Een te hoog volume tijdens het gebruik van oortelefoons of koptelefoons, alsmede wijziging van de basisinstellingen van de equalizer, het stuurprogramma, de software of het besturingssysteem zorgt voor overmatige geluidsdruk en kan voor schade aan of verlies van gehoor zorgen. `` Stel het geluidsvolume in op de laagste waarde, voordat met de weergave wordt begonnen. `` Start de weergave en verhoog het geluidsvolume tot het volume dat u prettig vindt. 4.2.
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken! Bij een geopende voeding bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand! `` Open nooit de behuizing van het apparaat of de netadapter! `` Gebruik het apparaat nooit met geopende behuizing. `` Manipuleer de voeding of de stroomgeleidende onderdelen niet! De sleuven en openingen van het apparaat zijn voor ventilatie. `` Dek deze openingen niet af, omdat er anders oververhitting of zelfs brand kan ontstaan.
WAARSCHUWING! Explosiegevaar! Explosiegevaar van de geïntegreerde accu’s. `` Gooi het notebook nooit in open vuur. 4.3. Nooit zelf repareren WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! Bij ondeskundige reparatie bestaat gevaar voor een elektrische schok! `` Open nooit de behuizing van het notebook of de netadapter! `` Neem bij storingen contact op met het Service Center of een ander professioneel reparatiebedrijf. 4.4.
• Houd ten minste één meter afstand van hoogfrequente en magnetische storingsbronnen (televisietoestellen, luidsprekerboxen, mobiele telefoons, DECT-telefoons enz.) om storingen in de werking en gegevensverlies te voorkomen. • Gebruik het notebook of de netadapter niet voor lange tijd als deze op uw schoot of een ander lichaamsdeel ligt, omdat de warmteafvoer aan de onderkant voor onaangename opwarming kan zorgen.
4.6. Stroomvoorziening • • • • • • WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! In het binnenste van de netadapter bevinden zich stroomvoerende onderdelen. Bij deze onderdelen bestaat het gevaar dat onbedoelde kortsluiting voor elektrische schokken of brand zorgt! `` Open de behuizing van de netadapter niet. `` Dek de netadapter niet af. `` Pak de netadapter nooit vast met natte handen. Het stopcontact moet zich altijd in de buurt van het notebook bevinden om goed toegankelijk te zijn.
LET OP! Gevaar voor beschadiging! Niet geschikte netadapters kunnen beschadigingen aan het apparaat tot gevolg hebben. `` Gebruik voor het opladen van het apparaat uitsluitend de meegeleverde netadapter. 4.7.
• Houd ten minste één meter afstand van hoogfrequente en magnetische storingsbronnen (televisietoestellen, luidsprekerboxen, mobiele telefoons, DECT-telefoons enz.) om storingen in de werking en gegevensverlies te voorkomen. • Houd er rekening mee dat er voor externe interfaces in combinatie met dit notebook enkel afgeschermde kabels korter dan 3 meter gebruikt mogen worden. • Gebruik voor de aansluiting van uw randapparatuur ook alleen de met de apparaten meegeleverde verbindingskabels.
4.10. Aanwijzingen voor het beeldscherm Het beeldscherm is het meest gevoelige onderdeel van het notebook, omdat deze van dun glas is gemaakt. Het beeldscherm kan beschadigd raken als deze zwaar wordt belast. • Laat geen objecten op het beeldscherm vallen. • Leg geen voorwerpen op het apparaat. • Raak het beeldscherm niet aan met scherpe objecten. • Til het apparaat niet aan het beeldscherm op, omdat anders de scharnieren kunnen breken.
4.11. Back-ups Maak voor elke update van uw gegevens back-ups op externe opslagmedia. De legitimiteit van schadeclaims op basis van verlies van gegevens en de daaruit resulterende gevolgschade wordt uitgesloten.. 4.12. Ergonomie Voorkom schitteringen, spelingen en te grote licht-donker-contrasten om zo uw ogen te sparen. Het notebook mag nooit in de in de directe omgeving van een raam staan, omdat de werkplek op deze locatie het felst door daglicht wordt verlicht.
50 - 60 cm 46 - 55 cm 40 - 45° 66 - 71 cm 90° • • • • • • 18 Algemeen – Verander regelmatig (ca. elke 20-30 minuten) van houding en pauzeer regelmatig om vermoeidheid te voorkomen. Rug – Tijdens het zitten op de werkplek moet de rug door de rechtop staande of licht achterover leunende rugleuning van de werkstoel worden ondersteund. Armen – De armen en ellebogen moeten ontspannen en los zijn. De ellebogen moeten dicht bij het lichaam zijn. Houd onderarmen en handen nagenoeg parallel aan de grond.
5. Uitpakken `` Kies vóór het uitpakken een geschikte plaats om het apparaat op te stellen. `` Verwijder het verpakkingsmateriaal volledig. `` Bewaar het verpakkingsmateriaal goed en gebruik alleen dit materiaal om het notebook te vervoeren. GEVAAR! Gevaar voor verstikking! Verpakkingsfolie kan worden ingeslikt of verkeerd worden gebruikt. Hierdoor bestaat gevaar voor verstikking! `` Houd het verpakkingsmateriaal, zoals folie of plastic zakken, uit de buurt van kinderen. 6.
7.
12 13 14 15 16 (Afbeeldingen vergelijkbaar) 21
1 Beeldscherm 2 Microfoon 3 Webkamera 4 Toetsenbord 5 Touchpad 6 Status leds 7 Led netadapter-aansluiting Met een oplaadniveau van 0 - 94% licht deze LED rood op. Bij een oplaadniveau van 95% licht deze LED groen op. 8 Netadapter-aansluiting 9 USB 3.1 poort (type A) 10 Mini HDMI poort 11 USB 3.
7.2. Tablet-modus `` Klap het display omlaag op de basiseenheid om naar de 360-modus te gaan. (vergelijkbare afbeelding) In deze modus werkt het toetsenbord niet. 7.3. Presentatiemodus U kunt uw notebook ook in de presentatiemodus gebruiken. Deze modus is geschikt voor toepassingen waarbij weinig tot geen bediening van het apparaat is vereist, zoals schermpresentaties, het afspelen van video’s of het weergeven van foto’s. In deze modus werkt het toetsenbord niet. 7.3.1.
OPMERKING! Gevaar voor beschadiging! Als te veel kracht wordt gebruikt bij het omklappen van het beeldscherm, kunnen het scherm of de scharnieren worden beschadigd. `` Klap het beeldscherm voorzichtig om, zonder geweld te gebruiken. `` Let erop dat er niet te veel kracht wordt uitgeoefend op de linker- of rechterbovenhoek van het beeldscherm. `` Plaats het notebook nu als een tent op een stabiele en veilige ondergrond. U kunt de functies van het notebook verder via het touchscreen gebruiken. 7.3.2.
9. Stroomvoorziening 9.1. Aan-/uitschakelaar `` Klap het notebook open en houd de aan/uit-schakelaar kort ingedrukt om het notebook in en uit te schakelen. Indien het notebook niet meer kan worden uitgeschakeld middels de software, dan dient u de aan-/uitschakelaar gedurende ca. 10 seconden ingedrukt te houden Schakel het notebook niet uit terwijl de HDD in gebruik is. Anders kunnen er gegevens verloren gaan.
LET OP! Gegevensverlies! De eerste installatie kan enkele minuten duren. Haal de stekker van het notebook gedurende de eerste installatie niet uit het stopcontact en schakel hem niet uit. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de installatie. `` Schakel het notebook pas uit zodra de installatie succesvol is afgesloten en het Windows®-bureaublad verschijnt. 10.1. Notebook starten `` Klap het beeldscherm open zoals hierboven staat beschreven en druk op de aan-/uitschakelaar.
LET OP! Gegevensverlies! Windows® kan in de eerste dagen na de eerste installatie gegevens bijwerken en configureren (bijv. door nieuwe updates), wat voor vertraging bij het uitschakelen en starten van het notebook kan zorgen. `` Schakel het notebook daarom niet voortijdig uit. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de installatie. 11. Systeemtaal wijzigen Onder Windows kunt u de vooraf ingestelde systeemtaal wijzigen.
kracht worden. Als nu nog steeds niet alle elementen in de doeltaal worden weergegeven, voert u de procedure uit die in stappen 10 - 17 worden beschreven. 10) 11) 12) 13) 14) 15) Open opnieuw het Windows startmenu. Kies de menuoptie Instellingen. Kies bij Instellingen > Tijd en taal (Taal, regio, datum). Kies onder Gerelateerde instellingen de optie Extra instellingen voor datum, tijd en regio. Kies Taal >Een taal toevoegen.
13. Algemene behandeling van accu’s Bij het omgaan met accu’s moet erop worden gelet dat deze correct worden gebruikt en opgeladen, zodat de capaciteit van de accu ten volste wordt benut en zijn levensduur zo lang mogelijk wordt behouden. De optimale oplaadtemperatuur ligt rond de 20°. Neem ook absoluut de veiligheidsvoorschriften in acht. `` Voer minstens een keer per maand een complete op- en ontlaadcyclus uit.
LET OP! Gegevensverlies! Een plotselinge stroomuitval kan leiden tot gegevensverlies. `` Denk eraan dat u uw geopende bestanden tijdig opslaat om verlies van gegevens te voorkomen. 13.1.4. Levensduur accu De respectievelijke bedrijfstijd varieert afhankelijk van de instelling van de energiebesparende functies. Uw notebook heeft meer vermogen nodig voor het uitvoeren van specifieke toepassingen.
in de accumodus gedraagt het systeem zich als volgt: • Na 5 minuten wordt het beeldscherm uitgeschakeld • Na 15 minuten wordt de energiebesparende modus ingeschakeld U kunt de energiebesparende modus beëindigen door op de aan-/uitschakelaar te drukken. 15. Beeldscherm 15.1. Het beeldscherm openen en sluiten Het beeldscherm wordt door de speciale constructie van de beeldschermscharnieren afgesloten, zodat een extra vergrendeling niet vereist is.
15.3. Een externe monitor aansluiten Het notebook beschikt over een Mini HDMI-aansluiting voor een externe monitor. `` Sluit uw notebook op de juiste manier af. `` Sluit de signaalkabel van de externe monitor (niet inbegrepen) aan op de Mini HDMI-aansluiting van uw notebook. Op ia de USB 3.1 aansluiting (type C) met Displayport-functie kan u een extra beeldscherm worden aangesloten. Houd er rekening mee dat hierbij een bijpassende adapter benodigd is (niet meegeleverd).
Beschrijving Fn + F7 Touchpad Schakelt de touchpad in of uit. Fn + F8 Invoeren Fn + F9 Afdrukken Fn + F10 Num Lock - numeriek toetsenblok Met deze toetsencombinatie activeert of deactiveert u het toetsenblok. Fn + F11 Scroll-Lock „rollen“ Met deze toetsencombinatie activeert of deactiveert u de functie „rollen“. Wordt in de meeste toepassingsprogramma’s gebruikt om over het beeldscherm te scrollen zonder de cursor te hoeven bewegen.
17. Geluidsinstallatie Uw notebook is uitgerust met een High Definition audiosysteem met 2 luidsprekers (DolbyTM). Via het menu Dolby kunnen persoonlijke voorkeuren worden ingesteld. Op deze manier wordt optimale ondersteuning voor alle gangbare programma‘s en games gewaarborgd. 17.1. Externe audio-aansluitingen Uw notebook beschikt over een ingebouwde stereo-luidspreker, zodat u ook zonder randapparatuur geluiden kunt afspelen.
18. Netwerkbeheer 18.1. Wireless LAN (draadloos netwerk) Deze functie stelt u in staat om draadloos verbinding te maken met een overeenkomstig extern station. Lees de vereiste voorwaarden. De Wireless LAN-functie kan middels het icoontje rechts in de taakbalk worden in- en uitgeschakeld en is in de fabriek geactiveerd. Gebruik de Wireless LAN-functie niet op locaties waar radio-gevoelige apparatuur staat (bijv.: ziekenhuizen etc.).
Gebruik de bluetooth-functie niet op locaties waar radio-gevoelige apparatuur staat (bijv.: ziekenhuizen etc.). Schakel deze optie uit als niet kan worden gegarandeerd dat deze apparaten niet worden beïnvloed of verstoord. 18.3. Vliegtuigmodus In de vliegtuigmodus worden alle draadloze verbindingen (bijv. WLAN, Bluetooth®) uitgeschakeld. De vliegtuigmodus is standaard uitgeschakeld, waardoor alle draadloze verbindingen beschikbaar zijn. 19. microSD-Geheugenkaartlezer Geheugenkaarten zijn media die bijv.
20. USB-aansluiting De Universal Serial Bus is een standaard voor het aansluiten van invoertoestellen, scanners en overige randapparatuur. De USB 3.1-aansluitingen zijn volledig achterwaarts compatibel. Let erop, dat de stekkers en de bussen exact samen passen, om beschadiging van de contacten te voorkomen. Door de opstelling van de contacten past de stekker maar in één stand in de bus (uitzondering: USB type C). Sluit uw USB-apparaten indien mogelijk enkel aan op de poort waarop deze zijn geïnstalleerd.
21.2. Uitbreiding van het flashgeheugen plaatsen Ga als volgt te werk: `` Schakel het notebook uit door het systeem correct af te sluiten. `` Draai het notebook ondersteboven en leg het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond zodat het niet kan vallen. `` Verwijder de gemarkeerde schroef aan de onderkant van het notebook en verwijder de afdekking van de sleuf voor uitbreiding van het flashgeheugen. `` Verwijder de schroef in de sleuf.
22. Notebook beveiligen 22.1. Opstartwachtwoord U kunt uw notebook met een opstartwachtwoord beschermen tegen onbevoegd gebruik. Tijdens het inschakelen van het notebook verschijnt er dan een verzoek om het wachtwoord in te voeren op het beeldscherm. Het wachtwoord wordt bij de UEF-instelling ingesteld. LET OP! Gevaar voor beschadiging! Let erop dat enkel zeer ervaren gebruikers hier wijzigingen mogen doorvoeren, omdat wijzigingen in de UEFI-instelling de stabiliteit van het notebook kunnen beïnvloeden.
23.1. Systeemherstel met herstelopties van Windows Indien er problemen optreden bij uw apparaat, kunt u het herstellen of resetten. Bij het herstellen van het apparaat wordt Windows nieuw geïnstalleerd. Uw persoonlijke gegevens en instellingen blijven behouden. Bij het resetten van het apparaat wordt Windows opnieuw geïnstalleerd. Uw gegevens, instellingen en apps worden gewist, met uitzondering van de apps die vooraf op het apparaat zijn geïnstalleerd.
Voer elk type herstel enkel uit met een aangesloten voeding. Systeemherstel moet altijd worden uitgevoerd met aangesloten netvoeding. Als u het Windows wachtwoord van uw apparaat vergeten bent, kunt u het toestel ook terugzetten naar de fabrieksinstellingen door vanuit het aanmeldscherm opnieuw op te starten. Houd hiervoor op het aanmeldscherm de Shift-toets ingedrukt en kies rechtsonder voor Aan/uit > Opnieuw starten. Nadat het toestel opnieuw is opgestart kiest u Probleemoplossing > Deze PC resetten. 24.
In welke situaties is een herstel van de fabrieksinstellingen aanbevolen? • Deze methode dient enkel als laatste redmiddel worden gebruikt. Lees het hoofdstuk over systeemherstel voor alternatieve opties. Hoe maak ik een back-up? • Sla uw gegevens op externe media op. Indien u hulp nodig heeft bij het maken van een back-up, drukt u op de F1-toets om Windows Help op te roepen.
`` Klik met de rechtermuisknop op de startknop. `` Klik vervolgens met de linkermuisknop op Schijfbeheer en bevestig het venster dat nu wordt geopend met OK. `` Maximaliseer het volgende venster om gemakkelijker te kunnen werken. NL 1 In het onderste gedeelte van het venster wordt nu de extra harde schijf weergegeven. `` Klik met de rechtermuisknop in het hierboven gemarkeerde gebied . `` Selecteer de eerste weergegeven optie en bevestig deze door met de linkermuisknop te klik.
26. Klantenservice 26.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen Storingen kunnen soms triviale oorzaken hebben, maar zijn soms ook afkomstig van defecte componenten. Wij geven u graag een leidraad om het probleem op te lossen. Als de hier vermelde maatregelen niet werken, dan helpen wij u graag verder. Neem vooral contact met ons op! 26.2. De oorzaak opsporen Begin met een uitgebreide visuele inspectie van alle kabelverbindingen.
26.5. Transport Neem de volgende aanwijzingen in acht als u het notebook wilt transporteren: `` Schakel het notebook uit. `` Neem het notebook nadat deze is getransporteerd, pas weer in gebruik als deze de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. Bij grote schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid kan er door condensatie vocht in het notebook komen, waardoor er kortsluiting kan optreden. `` Gebruik altijd een notebooktas om het notebook tegen vuil, vocht, schokken en krassen te beschermen.
`` Reinig het notebook enkel met een vochtige, pluisvrije doek. `` Gebruik geen oplosmiddelen en geen bijtende of gasvormige reinigingsmiddelen. `` Reinig het beeldscherm en het touchpad met speciale schoonmaakmiddelen (bijv. glasreiniger). `` Voorkom schade aan het apparaat door te voorkomen dat water in het apparaat kan binnendringen. `` Stel het beeldscherm niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling.
27.1. Aanwijzingen voor de servicemonteur `` Alleen een servicemonteur mag de behuizing van het notebook openen en deze upgraden/aanpassen. `` Gebruik enkel originele reserveonderdelen. `` Koppel alle stroom- en verbindingskabels los voordat u de behuizing opent. Indien het notebook voor het openen niet van lichtnet wordt losgekoppeld, dan bestaat er een risico dat componenten beschadigd kunnen raken. `` De interne componenten van het notebook kunnen beschadigd raken door elektrostatische ontlading (ESD).
De standaard EN ISO 9241-307 definieert o.a. algemeen geldende richtlijnen m.b.t. pixelfouten. De pixelfouten worden in vier foutklassen en drie fouttypes gecategoriseerd. Elke individuele pixel bestaat op zijn beurt weer uit drie sub-pixels met elk een basiskleur (rood, groen, blauw). Pixelstructuur 5 Pixels 5 Pixels Regels Pixel blauw groen Subpixel rood Soorten pixelfouten: • Type 1: pixel blijft branden (heldere, witte stip), ondanks dat deze niet is geactiveerd.
Type 1 Type 2 Type 3 Cluster Type 1/ Type 2 Cluster Type 3 1400 x 1050 3 3 8 0 3 1600 x 900 3 3 8 0 3 1920 x 1080 4 4 9 0 3 1920 x 1200 4 4 9 0 3 Resolutie 49
30. Service-informatie Wanneer uw apparaat niet zoals gewenst of verwacht functioneert, neem dan contact op met onze klantenservice. U heeft verschillende mogelijkheden, om met ons contact op te nemen: • In onze Service Community vindt u andere gebruikers en onze medewerkers en daar kunt u uw ervaringen uitwisselen en uw kennis delen. U vindt onze Service Community onder http://community.medion.com. • U kunt natuurlijk ook ons contactformulier gebruiken onder www.medion.com/contact.
31. Colofon Copyright © 2018 Stand: 13.06.2018 Alle rechten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechtelijk beschermd. Verveelvoudiging in mechanische, elektronische of welke andere vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden. Het copyright berust bij de distributeur: MEDION AG Am Zehnthof 77 45307 Essen Duitsland Houd er rekening mee dat het bovenstaande adres geen retouradres is. Neem eerst contact op met onze klantenservice.
32. Index A Aansluiten Bekabeling............................................... 14 Accu.................................................................. 16 Accumodus.............................................. 29 Ontladen................................................... 29 Opladen..................................................... 29 B Back-ups......................................................... 11 Bedrijfs- en statusindicatoren................. 24 Bedrijfszekerheid.............................
Upgrade/uitbreiden................................... 46 V Vedligeholdelse........................................... 45 Vliegtuigmodus...........................................