39,6 cm / 15,6“ Notebook MEDION® AKOYA® Handleiding
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Betreffende deze handleiding .................................................................... 5 1.1. Gebruik voor het beoogde doel ........................................................................ 6 1.2. Conformiteitsinformatie ...................................................................................... 6 Veiligheidsaanwijzingen ............................................................................. 7 2.1.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. De harde schijf ........................................................................................... 37 9.1. Belangrijke mappen.............................................................................................38 Het optische station .................................................................................. 39 10.1. Een disk aanbrengen ...........................................................................................39 10.2.
19. 20. 21. 22. 23. Klantenservice ........................................................................................... 71 19.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen .............................................................71 19.2. Oorzaak vaststellen .............................................................................................71 19.3. Heeft u verder nog ondersteuning nodig?..................................................73 19.4. Ondersteuning van stuurprogramma‘s ..............
Persoonlijk Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Aankoopdatum ...................................... Plaats van aankoop ...................................... Doelgroep Deze handleiding is vooral bedoeld voor eerste gebruikers en gevorderde gebruikers. Ongeacht het mogelijk beroepsmatig gebruik is de notebook bedoeld voor gebruik in een privé-woning. De vele toepassingsmogelijkheden staan ter beschikking voor het hele gezin.
1. Betreffende deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Volg de waarschuwingen op die op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders verkoopt of overdraagt. In deze handleiding gebruikte symbolen en waarschuwingswoorden.
1.1. Gebruik voor het beoogde doel Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik, het beheer en het bewerken van elektronische documenten en multimedia-inhoud en voor digitale communicatie. Het apparaat is alleen bedoeld voor particulier gebruik en is niet geschikt voor industrieel/ commercieel gebruik.
2. Veiligheidsaanwijzingen 2.1. Gevaren voor kinderen en personen met beperkte vermogens om apparaten te bedienen • Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij deze personen onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn in het gebruik van het apparaat door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• De Notebook is niet geschikt om in een industriële onderneming te worden gebruikt. • Gebruik de notebook niet bij onweer om schade door blikseminslag te voorkomen. • Leg geen voorwerpen op de notebook en oefen geen druk uit op het beeldscherm. Het gevaar bestaat dat het beeldscherm breekt. • Er bestaat gevaar voor verwondingen, als het TFT-beeldscherm breekt. Neem de gebarsten onderdelen vast met beschermingshandschoenen en stuur ze op naar uw servicecenter voor deskundige verwijdering.
2.3. Repareer het apparaat nooit zelf WAARSCHUWING! Probeer in geen geval het apparaat zelf te openen of te repareren. Daarbij bestaat gevaar voor een elektrische schok! • Om risico‘s te vermijden kunt u bij storingen contact opnemen met het Medion Service Center of een deskundig reparatiebedrijf. 2.4. Back-up LET OP! Maak steeds na het bijwerken van uw gegevens een back-up op externe opslagmedia.
• Uw apparaat is niet geschikt voor gebruik in combinatie met beeldschermapparatuur op de werkplek zoals bedoeld in de richtlijn over werken met beeldschermapparatuur. • Het notebook kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van +5 °C tot +30 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 20% - 80% (niet condenserend). • In uitgeschakelde toestand kan het notebook worden opgeslagen bij een temperatuur van 0 °C tot 60 °C.
2.6. Ergonomie LET OP! Voorkom verblinding, weerspiegeling en te sterke contrasten tussen licht en donker om uw ogen te sparen. Het notebook mag niet worden opgesteld in de directe omgeving van een raam omdat de werkruimte hier overdag zeer fel wordt verlicht. Deze sterke verlichting bemoeilijkt de aanpassing van de ogen aan het donkere display. Het notebook moet altijd worden opgesteld in een kijkrichting, parallel aan het venster.
2.7. Aansluiten Neem de onderstaande instructies in acht om uw notebook veilig aan te sluiten: 2.7.1. Voeding GEVAAR! Open de behuizing van de voedingsadapter niet. Bij geopende behuizing is er kans op levensgevaarlike elektrische schokken. De voedingsadapter bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Het stopcontact moet zich in de buurt van het notebook bevinden en moet gemakkelijk bereikbaar zijn.
2.8. Kabels • Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen. • Zet geen voorwerpen op de kabels om te voorkomen dat die beschadigd raken. • Sluit randapparatuur zoals toetsenbord, muis en monitor alleen aan wanneer het notebook is uitgeschakeld om schade aan het notebook of de andere apparatuur te voorkomen. Sommige apparaten kunnen ook worden aangesloten wanneer het notebook is ingeschakeld. Dit is meestal het geval bij apparatuur met een USB-aansluiting.
2.9. Opmerkingen over het touchpad • Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vinger en reageert op de energie die via de huid wordt afgegeven. Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebruik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad hierdoor beschadigd kan worden. 2.10.
3. Leveringsomvang Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop contact op te nemen met het servicecenter, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven. Met het product dat u verworven heeft, heeft u gekregen: • Notebook • Li-ion accu • Stekker met aansluitingskabell • OEM versie van het besturingssysteem • Documentatie GEVAAR! Bewaar het verpakkingsmateriaal, zoals de folies, buiten het bereik van kinderen.
4. Aanzichten 4.1.
4.2. Vooraanzicht 9 (vergelijkbare afbeelding) 9) Multimedia kaartlezer 4.3. Linkerkant 10 10) 11) 12) 13) 14) 15) 11 12 13 14 15 (vergelijkbare afbeelding) Aansluiting Kensington-slot ® LAN poort (RJ-45) Ext. monitor VGA poort HDMI poort USB 3.0 poort met oplaadfunctie voor mobiele tefefoons (optioneel) USB 3.
4.4. Rechterkant 16 17 18 19 20 21 22 (vergelijkbare afbeelding) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) Audio-uitgang * / Digitale audio-uitgang (S/P-DIF, optisch) Microfoon* USB 2.0 poort Optische drive Ejecttoets optische drive Nood eject Netadapter-aansluiting *Aansluitingen met dubbele bezetting.
4.5. Status leds Het systeem toont via LED´s stroomverzorging en gebruikstoestand aan. De functie- LED´s branden bij de desbetreffende activiteit van de notebook: 1 2 3 4 5 6 1) Functieweergave Licht op, wanneer de notebook ingeschakelt is. 2) LED Accu oplaad Deze led licht op wanneer de accu wordt opgeladent. 3) Toegangsweergave Wanneer deze LED oplicht resp. knippert, spreekt de notebook de harde schijf of optisch station aan.
4.6. Multimedia toetsen (optioneel) WLAN Activeert of deactiveert de Wireless LAN-functie Geluid uitschakelen (Mute) Schakelt de luidsprekers in/uit. Toets Afspelen/ Pauze Start door op dit veld te klikken de weergave van multimedia bestanden. Stop Toets Stopt de weergave van multimedia bestanden. Vorige Titel Gaat naar de vorige titel bij de weergave van multimediabestanden Volgende Titel Gaat naar de volgende titel bij de weergave van multimediabestanden.
5. Ingebruikname Om uw notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een lange levensduur ervan te garanderen moet u het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften aan het begin van dit handboek hebben gelezen. De notebook is van tevoren reeds volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s meer hoeft te installeren en u meteen kunt starten. Plaats voor de ingebruikname de accu in het toestel door de accupack in het vak te laten glijden .
OPMERKING! Verzeker u ervan dat bij het eerste gebruik van uw notebook de accu is ingelegd en de netvoeding is aangesloten. Dit is nodig, zodat Windows® 8 de performance index correct kan berekenen. Schakel de notebook in door middel van de in-/uitschakelaar (8). De notebook start op en doorloopt nu verschillende fases. OPMERKING! Er mag zich geen systeemschijf (bijv. de Recovery-Disc) in de optische drive bevinden aangezien anders het besturingssysteem niet van de harde schijf geladen wordt.
6. Stroomvoorziening 6.1. Aan-/uitschakelaar Klap het notebook open en houd de aan/uit-schakelaar even ingedrukt om het notebook in of uit te schakelen. Het statuslampje informeert u over de huidige energietoestand. Onafhankelijk van het besturingssysteem wordt de notebook uitgeschakeld, wanneer de schakelaar langer dan 4 seconden ononderbroken wordt vastgehouden. OPMERKING! Schakel uw notebook niet uit, terwijl de harde schijf of het optische station actief zijn en de toegangslampjes branden.
6.2. Gebruik op het lichtnet Uw notebook is voorzien van een universele voedingsadapter die zichzelf automatisch instelt op de beschikbare voedingsspanning. De volgende voedingsspanningen worden ondersteund: AC 100 - 240V~/ 50-60 Hz. Neem de veiligheidsinstructies met betrekking tot de voeding in acht. De adapter wordt met behulp van een kabel op het lichtnet aangesloten. De gelijkspanningskabel van de voedingsadapter wordt aangesloten aan de rechterkant van het notebook (22).
Wanneer u deze mogelijkheid overslaat, heeft u de mogelijkheid om de internetverbinding later via de Windows® 8 interface te configureren. Wanneer u al een internetverbinding heeft gemaakt, kunt u zich nu met het Microsoft account op uw notebook aanmelden. De Microsoft Store geeft u de mogelijkheid om b.v. nieuwe apps te kopen of bestaande apps bij te werken. Wanneer u zich met een lokaal account heeft aangemeld, kunt u de aanmelding met een Microsoft account op elk gewenst moment later uitvoeren.
6.3. Accubedrijf OPMERKING! Laad en ontlaad een nieuwe accu twee tot drie maal achter elkaar volledig zodat de accu de volledige capaciteit kan bereiken! Accu‘s slaan de elektrische energie in de cellen op en geven deze energie bij belasting weer af. De levensduur en capaciteit van uw accu wordt bepaald door een zorgvuldig gebruik. De accu moet altijd volledig worden ontladen en weer volledig worden opgeladen om de levensduur en de capaciteit te optimaliseren. Neem ook de veiligheidsinstructies op „5.
6.3.2. Verwijderen van de accu Om de accu te verwijderen schuift u de vergrendelingen naar de positie met het „open slot“ symbool en verwijdert u de accu uit het vak. LET OP! Verwijder de accu niet terwijl het notebook in gebruik is omdat u dan gegevens kunt verliezen. Let er bij opslag van de accu en gebruik van het notebook op dat de contacten van de accu en het notebook niet beschadigd kunnen worden. Beschadigde contacten kunnen leiden tot storingen. 6.3.3.
6.3.4. De accu ontladen Gebruik het notebook met de accu tot het notebook omwille van de lage accuspanning vanzelf wordt uitgeschakeld. OPMERKING! Denk eraan dat u uw geopende bestanden tijdig opslaat om verlies van gegevens te voorkomen. 6.3.5. Accucapaciteit De bedrijfsduur van een volledig opgeladen accu hangt af van de instellingen van het energiebeheer. Deze kunt u in het Configuratiescherm onder Systeem en beveiliging, Energiebeheer aan uw persoonlijke voorkeuren en behoeften aanpassen.
6.4. Energiebeheer Uw notebook is voorzien van automatische en instelbare voorzieningen voor energiebesparing en - beheer voor een maximale gebruikstijd van de accu en beperking van de totale gebruikskosten. 6.4.1. Energie besparen (Slaapstand) Bij deze instelling blijft de volledige inhoud van het werkgeheugen van uw notebook bewaard terwijl vrijwel alle andere componenten worden uitgeschakeld om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Wanneer u b.v.
7. Display 7.1. Openen en sluiten van de display Het display wordt door de speciale constructie van de scharnieren afgesloten zodat geen extra vergrendeling nodig is. Om het display te openen, klapt u het met duim en wijsvinger tot de gewenste positie open. LET OP! Sla het display niet verder open dan 120°. Houd het display tijdens openen, positioneren en sluiten altijd in het midden vast. Anders kan het display beschadigd worden. Probeer nooit om het display met geweld te openen.
7.3. Aan de persoonlijke voorkeur aanpassen Dit programma biedt u de mogelijkheid om de weergave aan uw beeldscherm aan te passen. Hierbij horen onder andere het achtergrondbeeld, de screensaver en geavanceerde instellingen voor uw beeldscherm en uw grafische kaart.
7.4. Externe monitor aansluiten Het notebook is voorzien van een VGA-aansluiting (12) en een HDMI-aansluiting (13) voor een externe monitor. Sluit uw notebook op de juiste manier af. Sluit de signaalkabel van de externe monitor aan op de VGA-aansluiting van uw notebook (12). Eventueel kunt u ook de digitale HDMI-aansluiting (High Definiton Multimedia Interface) (13) gebruiken voor het verzenden van het beeld- en geluidssignaal. Sluit de externe monitor aan op het lichtnet een schakel de monitor in.
7.4.1. Dupliceren Deze modus dupliceert het scherm van het notebook op de externe monitor. OPMERKING! Bij deze modus moeten beide beeldschermen op dezelfde resolutie worden gezet. 7.4.2. Uitbreiden In deze modus wordt op het tweede (externe) beeldscherm een leeg bureaublad weergegeven. Vensters kunnen vanaf het eerste beeldscherm naar het tweede worden verschoven.
8.1.1. Toetsencombinaties, specifiek voor de notebook Combinatie Fn + F1 Fn + F4 Beschrijving Sleep Deze toets kan via de weergave-eigenschappen in energiebeheer aan uw voorkeuren worden aangepast. Smart Power Met deze toetsencombinatie kunt u uit verschillende mogelijkheden kiezen: Superspaarmodus, Energiespaarmodus, evenwichtig en supersnelt. Fn + F5 Donker Vermindert de schermhelderheid. Fn + F6 Helder Verhoogt de schermhelderheid.
8.2. Het touchpad In de normale modus volgt de muiscursor de beweging van uw vinger op het touchpad in dezelfde richting. LET OP! Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebruik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad hierdoor beschadigd kan worden. Onderaan het touchpad bevinden zich een linker- en een rechterknop de op dezelfde manier kunnen worden gebruikt als bij een gewone muis.
8.2.1. Touchpad met twee vingers bedienen Het touchpad ondersteunt de bediening met twee vingers waarmee bij sommige toepassingen bepaalde opdrachten kunnen worden uitgevoerd.
9. De harde schijf De harde schijf is het belangrijkste opslagmedium waarbij een hoge opslagcapaciteit wordt gecombineerd met een snelle gegevenstoegang. Met uw notebook wordt een OEM-versie** van het besturingssysteem Microsoft Windows®8 meegeleverd waarmee alle mogelijkheden van het notebook volledig worden ondersteund. De harde schijf van uw notebook is al zo geconfigureerd dat u er in de regel optimaal mee kunt werken zonder zelf de instellingen aan te passen.
9.1. Belangrijke mappen Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste mappen en de inhoud. LET OP! Wis of verander deze mappen en bestanden in deze mappen niet omdat er anders gegevens verloren kunnen gaan of de werking van het systeem in gevaar komt. C:\ In de hoofdmap van C:\ bevinden zich de bestanden die zijn vereist voor de start van Windows®. Het systeem is zo ingesteld dat deze bestanden niet zichtbaar zijn.
10. Het optische station 10.1. Een disk aanbrengen In tegenstelling tot de stations in gewone desktop pc‘s, wordt er bij een notebook gebruik gemaakt van een houder om de disks te vergrendelen. Bij het inleggen van de disk moet u er op letten dat deze exact op de houder wordt gedrukt en daar wordt geborgd. OPMERKING! Plak geen beschermfolies of andere stickers op de disks. Maak geen gebruik van vervormde of beschadigde disks om schade aan uw station te voorkomen.
Druk op de uitwerptoets wanneer u de disk weer wilt verwijderen. LET OP! Probeer niet om de disk uit het optische station te nemen zolang het notebook nog toegang heeft. 10.1.1. Verwijderen van een geblokkeerde disk Wanneer de lade niet meer automatisch wordt geopend, kan de lade met de hand worden geopend wanneer uw notebook is voorzien van een noodopening. Sluit Windows af en schakel het notebook uit. Voer een lang, puntig voorwerp (b.v.
10.3. Regionale weergave-informatie bij dvd‘s De weergave van dvd-films omvat decodering van mpeg2-Video, digitale ac3-audiobestanden en decoderen van beveiligde CSS inhoud. CSS (soms ook Copy Guard genoemd) is de naam van een beveiligingsprogramma dat de filmindustrie gebruikt als maatregel tegen illegale kopieën. Onder de vele regels voor CSS-licentienemers bevinden zich regels voor de beperking van de weergave bij landspecifieke inhoud.
11. Het geluidssysteem 11.1. Externe audio-aansluitingen Uw notebook is voorzien van ingebouwde stereoluidsprekers zodat u altijd geluid kunt weergeven zonder aanvullende apparatuur. Het gebruik van de externe aansluitingen geeft u de mogelijkheid om uw notebook aan te sluiten op externe apparatuur. Met behulp van de toetscombinaties Fn +F11 / Fn +F12 kunt u het geluidsvolume regelen.
12. Netwerkgebruik 12.1. Wat is een netwerk? Men spreekt van een netwerk wanneer meerdere computers direct met elkaar zijn verbonden. Op deze manier kunnen de gebruikers informatie en gegevens onder elkaar uitwisselen en randapparatuur (b.v. printers en opslagmedia) delen. Enkele praktische voorbeelden: • Binnen een kantoor worden berichten via e-mail uitgewisseld en worden afspraken centraal beheerd.
12.2. Wireless LAN (draadloos netwerk) Wireless LAN is een optionele voorziening. Met behulp hiervan is het mogelijk om een draadloze netwerkverbinding op te bouwen. Lees de vereiste voorwaarden hiervoor na. De Wireless LAN-functie wordt via het Windows® 8 menu in- of uitgeschakeld en is in de fabriek standaard ingeschakeld, Druk de toetscombinatie Fn + om het menu te openen. LET OP! Gebruik de WLAN-functie niet op locaties (b.v. ziekenhuizen, vliegtuig etc.
12.3. Bluetooth (optioneel) Bluetooth-technologie wordt gebruikt om korte afstanden draadloos te overbruggen. Bluetooth-apparatuur verzend de gegevens draadloos (radiografisch) zodat computers, mobiele telefoons, toetsenborden, muizen en andere apparatuur zonder kabel met elkaar kunnen communiceren. Er bestaat een groot aantal toepassingsmogelijkheden voor de draadloze Bluetooth-technologie. Hieronder worden er slechts enkele genoemd.
12.4. Vliegtuigmodus In de vliegtuigmodus worden alle draadloze verbindingen (b.v. WLAN, Bluetooth) uitgeschakeld. Standaard is de vliegtuigmodus uitgeschakeld zodat alle draadloze verbindingsmogelijkheden beschikbaar zijn. Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Instellingen. Klik vervolgens op Pc-instellingen wijzigen. Klik op Draadloos. Schakel hier de Vliegtuigmodus aan of uit. U kunt ook gebruik maken van de toetscombinatie Fn + , om de vliegtuigmodus te openen.
13. De geheugenkaartlezer Geheugenkaarten zijn gegevensdragers die b.v. bij digitale fotografie worden gebruikt en langzamerhand de diskette als opslagmedium vervangen. De vorm en de capaciteit van de geheugenkaart kan per fabrikant verschillen. Uw notebook ondersteunt de volgende formaten: • MMC (MultiMediaCard) • SD (Secure Digital), SDHC, SDXC • Memory Stick/Memory Stick Pro Let er bij het plaatsen van de geheugenkaart op dat de contacten zoals hieronder beschreven in de juiste richting wijzen.
14. De webcam (optioneel) Met de ingebouwde webcam zijn verschillende communicatiediensten mogelijk. 15. De Universal Serial Bus-aansluiting De Universal Serial Bus (USB 1.1 en USB 2.0) is een standaard voor het aansluiten van invoerapparatuur, scanners en andere randapparatuur. Via de USB-aansluitingen kunnen er maximaal 127 apparaten via een enkele kabel worden aangesloten. De USB 3.0-aansluitingen zijn volledig achterwaarts compatibel met USB 2.0 en 1.1. Uw notebook is voorzien van 2 USB 3.
15.1. Oplaadfunctie voor compatibele mobiele telefoons (optioneel) Via de USB 3.0-aansluiting aan de linkerkant van de notebook (14) kunt u een compatibele mobiele telefoon opladen (5 Volt max. 1.5A). De oplaadfunctie is zowel in de energiebesparingsmodus als in de uitgeschakelde toestand van de notebook beschikbaar.
15.2. Notebook beveiligen Uw nieuwe notebook biedt hard- en softwarematige beveiliging tegen onbevoegde toegang. 15.3. Wachtwoord bij inschakelen U kunt uw notebook tegen onbevoegd gebruik beschermen met behulp van een wachtwoord bij het inschakelen. Wanneer het notebook wordt ingeschakeld verschijnt er een scherm om het wachtwoord in te voeren. Dit wachtwoord wordt in de UEFI-firmware-instelling ingesteld. LET OP! Noteer uw wachtwoord op een veilige plaats.
16. Software Dit hoofdstuk geeft informatie over de software Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het besturingssysteem, de software (toepassingen), de Windows activering en de UEFI-firmware-instelling. 16.1. Windows® 8 leren kennen Windows® 8, het nieuwe besturingssysteem van Microsoft bevat een groot aantal innovatieve functies en nieuwe technologieën waarmee uw notebook snel en betrouwbaar werkt en bovendien eenvoudig te bedienen is. 16.2.
16.3. Windows® 8 - nieuwe mogelijkheden 16.3.1. Microsoft account Een Microsoft-account bestaat uit een e-mailadres en een wachtwoord voor de aanmelding bij Windows. U kunt hiervoor gebruik maken van een willekeurig e-mailadres. Wij adviseren echter om gebruik te maken van het adres dat u gebruikt om ook met vrienden te communiceren en waarmee u zich bij uw favoriete websites aanmeldt. Met een Microsoft-account kunt u in de store kosteloos of tegen betaling apps downloaden en installeren op max.
16.3.2. Taakbalk (Desktopmodus) Vanaf de taakbalk onder aan het beeldscherm kunt u programma‘s starten en omschakelen tussen programma‘s die al actief zijn. Onder Windows® 8 kunt u elk programma in de taakbalk zetten zodat u het altijd met een enkele klik kunt openen. Daarnaast kunnen de symbolen op de taakbalk opnieuw worden gerangschikt door er eenvoudig op te klikken en het symbool naar de gewenste positie te slepen.
16.3.4. Verbeterd bureaublad Windows® 8 maakt werken met de vensters op het bureaublad eenvoudiger. U heeft hiermee intuïtieve mogelijkheden om de vensters te openen, sluiten, vergroten/ verkleinen en organiseren. Met Windows® 8 worden uw dagelijkse taken eenvoudiger. Door het vastklikken („Snaps“) wordt het bijvoorbeeld eenvoudiger dan ooit om de inhoud van twee geopende vensters te vergelijken. U hoeft de grootte van de geopende vensters hiervoor niet eens aan te passen.
16.3.6. Thuisgroep Met thuisgroepen, een Windows® 8 functie, wordt het verbinden van de computers in het huis bijzonder eenvoudig. Een thuisgroep wordt automatisch aangemaakt wanneer de eerste pc onder Windows® met het huisnetwerk wordt verbonden. Het toevoegen van nieuwe pc‘s met Windows® aan de thuisgropep is snel gebeurd. U kunt exact opgeven wat er op elke pc met alle andere pc‘s in de thuisgroep mag worden gedeeld.
16.4.1. Bij Windows aanmelden Om met Windows® 8 te kunnen werken, moet u in Windows® 8 een gebruikersaccount aanmaken. Plaats de muiscursor in de rechter bovenhoek van het scherm, beweeg de muis omlaag en klik op Instellingen. Kies de optie Pc-instellingen wijzigen. Open de categorie Gebruikers. Kies de optie Een gebruiker toevoegen om verdere gebruikersaccounts aan te maken. Met Windows® 8 kunt u zich op drie verschillende manier bij Windows aanmelden.
16.4.4. Afbeeldingswachtwoord voor Windows instellen Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Instellingen. Klik vervolgens op Pc-instellingen wijzigen. Kies de optie Gebruikers. Klik op Stel een afbeeldingswachtwoord in en volg de aanwijzingen op het scherm. LET OP! Het aanmelden met een afbeeldingswachtwoord is speciaal ontwikkeld voor apparaten met een touchdisplay.
16.6. Windows®8 startscherm Nadat het besturingssysteem is opgestart, bevindt u zich op het nieuwe Windows® 8-startscherm. (Afbeelding vergelijkbaar) De onderstaande informatie dient als voorbeeld: Windows® 8-app Windows® 8-app´s zijn uitvoerbare programma's. De tegel "Bureaublad" opent de klassieke Windows weergave De tegel Internet Explorer opent Internet Explorer OPMERKING! Apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven.
16.7. Windows® 8-bureaublad Deze afbeelding toont een symbolische weergave over extra programma‘s. (Afbeelding vergelijkbaar) De onderstaande informatie dient als voorbeeld: Klassieke bureaublad-apps Bureaublad-apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven. De miniatuurafbeeldingen van apps zijn groter dan de afbeeldingen van de normale tegels. Met de klassieke bureaublad-app "Power Recover" wordt het programma voor systeemherstel geopend.
16.7.1. Werken met Windows® 8 en klassieke apps Menu Een app starten Een app beëindigen Handelingen Klik met de linker muisknop op de gewenste app. OPMERKING! Niet alle apps moeten worden afgesloten! Windows kan niet-gebruikte apps automatisch afsluiten. Druk de toetscombinatie Alt+F4. Klik op de bovenste rand van de actieve app en sleep de app naar de onderste rand van het scherm. Alle apps weergeven Klik met de linker muisknop op het startscherm.
Een app de-installeren Klik met de rechter muisknop op het startscherm. Klik op Alle apps in de rechter benedenhoek van het scherm. Klik met de rechter muisknop op de gewenste app. Klik op de-installeren onderaan het scherm. OPMERKING! Niet alle apps kunnen op deze manier worden gede-installeerd. Wanneer de optie "de-installeren" niet wordt weergegeven, is de-installeren van de betreffende app niet mogelijk.
16.8. Gebruik van de zoekfunctie Om verschillende taken resp. instellingen of apps snel te vinden kunt u gebruik maken van de zoekfunctie. Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Zoeken. Voer de naam van de app of een bestand in en kies een van de resultaten in het overzicht links op het scherm. De zoekresultaten zijn gesorteerd op Apps, Instellingen en Bestanden. Kies de categorie (Apps, Instellingen of Bestanden) waaronder het gewenste bestand zich bevindt. 17.
Algemeen Hier kunt u de algemene opties voor de tijdzone, spellingscontrole, taal en geheugen controleren en wijzigen. Het besturingssysteem kan opnieuw worden geïnstalleerd zonder dat daarbij persoonlijke gegevens van de gebruikers of belangrijke basisinstellingen verloren gaan. Uw notebook kan worden hersteld in dezelfde toestand als het is geleverd. Start het notebook opnieuw met een cd in de drive. Privacy Hier kunt u de beveiligingsinstellingen voor apps, accounts en Windows® 8 instellen.
17.1. Windows® 8 in-/uitschakelfuncties Het nieuwe Windows® 8 geeft u de mogelijkheid om uw notebook opnieuw op te starten, in de Slaapstand te zetten of af te sluiten. De opties voor de Sleep-instellingen kunnen op elk moment in bij „Energiebeheer“ worden gewijzigd. In de Sleep-modus blijft de volledige inhoud van het werkgeheugen van uw notebook bewaard terwijl vrijwel alle andere componenten worden uitgeschakeld om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Wanneer u b.v.
17.2. Instellingen in het configuratiescherm Met behulp van het configuratiescherm kunt u de instellingen van Windows® 8 wijzigen. Via deze instellingen kunt u vrijwel alles instellen voor de weergave en de werking van Windows® 8. U heeft hier de mogelijkheid om Windows® 8 volledig volgens uw eigen voorkeuren te configureren. Bij de eerste keer dat het configuratiescherm wordt geopend, worden enkele van de meest gebruikte elementen weergegeven, verdeeld in categorieën.
17.3.1. Systeemherstel starten Druk na de herstart op de functietoets F11 of start het notebook met toets F11 ingedrukt om PowerRecover te starten. of Klik op de app PowerRecover op het Windows® 8 bureaublad om het programma vanaf het Windows® 8 bureaublad af te starten.
17.4. UEFI-firmware-instelling In de UEFI-firmware-instelling (basisconfiguratie van de hardware van uw systeem) heeft u uitgebreide instelmogelijkheden voor de werking van uw notebook. U kunt hier bijvoorbeeld de werking van de interfaces, de veiligheidsinstellingen of het energiebeheer wijzigen. Het notebook is in de fabriek al ingesteld voor optimale werking. LET OP! Wijzig deze instellingen alleen wanneer het absoluut noodzakelijk is en u bekend bent met de configuratiemogelijkheden. 17.4.1.
17.5. Kaspersky Internet Security Kaspersky Internet Security is een omvangrijk instrument om uw gegevens te beschermen. De toepassing biedt niet enkel uitgebreide bescherming tegen virussen, maar ook tegen spam en netwerkaanvallen. Bepaalde onderdelen van de software beschermen uw computer tegen tot nog toe onbekende bedreigingen en phishing-aanvallen en maken het mogelijk de toegang tot het internet zinvol te beperken.
Het Kaspersky Internet Security-pakket wordt voor een testperiode na de gratis registratie geüpdatet met de nieuwste virusinformatie. U vind meer informatie op het internet onder http://www.Kaspersky.com. OPMERKING! Tijdens de eerste onlineverbinding worden het besturingssysteem en de antivirussoftware automatisch geüpdatet. Dit duurt doorgaans enkele minuten. Tijdens het updaten kan de computer trager werken. Dit is enkel te merken tijdens het eerste gebruik. 17.6.
18. FAQ - veel gestelde vragen Moet ik de meegeleverde disks nog installeren? − Nee In principe zijn alle programma‘s al geïnstalleerd. De disks zijn uitsluitend bedoeld als back-up. Waar kan ik de benodigde stuurprogramma‘s voor mijn notebook vinden? − De stuurprogramma‘s bevinden zich op de tweede partitie van de harde schijf in de mappen Drivers (stuurprogramma‘s) en Tools. Wat is de Windows-activering? − In deze handleiding vindt u een hoofdstuk met uitgebreide informatie over dit onderwerp.
19. Klantenservice 19.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen Storingen kunnen soms banale oorzaken hebben, maar soms ook worden veroorzaakt door defecte onderdelen. Wij willen u hiermee een handleiding bieden om het probleem op te lossen. Als de hier beschreven maatregelen geen resultaat opleveren, helpen wij u graag verder. Bel ons gerust op! 19.2. Oorzaak vaststellen Begin met een zorgvuldige visuele controle van alle kabelverbindingen.
19.2.1. Fouten en mogelijke oorzaken Het beeldscherm blijft zwart. • Deze storing kan verschillende oorzaken hebben: − Het indicatielampje (aan/uit schakelaar) brandt niet en het notebook bevindt zich in de slaapstand. Oplossing: druk de aan/uit schakelaar in. − De led van de energiezuinige modus knippert. Het notebook bevindt zich in de energiezuinige modus. Oplossing: druk de aan/uit schakelaar in. − De achtergrondverlichting is uitgeschakeld met behulp van de toetscombinatie Fn+F7.
19.3. Heeft u verder nog ondersteuning nodig? Als u ondanks de bovenstaande suggesties nog steeds problemen heeft, kunt u contact opnemen met uw hotline of gaat u naar www.medion.de/service. Wij zullen u dan verder helpen.
19.5. Transport Neem de volgende richtlijnen in acht bij het vervoeren van het notebook: • Schakel het notebook uit. Om beschadiging te voorkomen, worden de koppen van de harde schijf automatisch naar een veilige positie bewogen. Verwijder dvd‘s/cd‘s uit het station. • Wacht na transport van het notebook met de ingebruikname tot het notebook zich heeft kunnen aanpassen aan de omgevingstemperatuur.
19.6. Onderhoud LET OP! Het notebook bevat van binnen geen onderdelen die moeten worden gereinigd of onderhouden. De levensduur van het notebook kan worden verlengd door de volgende maatregelen: • Neem voor het schoonmaken altijd de netstekker uit het stopcontact, koppel alle aansluitkabels los en verwijder de accu. • Reinig het notebook uitsluitend met een licht bevochtigde, pluisvrije doek. • Gebruik geen oplosmiddelen, bijtende of gasvormige schoonmaakmiddelen.
19.7. Onderhoud van het beeldscherm • Sluit het notebook wanneer u het niet gebruikt. Voorkom krassen op het oppervlak van het beeldscherm omdat het beeldscherm snel beschadigd kan worden. • Zorg dat er geen waterdruppels op het beeldscherm achterblijven. Water kan blijvende verkleuringen veroorzaken. • Reinig het beeldscherm met een zachte, pluisvrije doek. • Stel het beeldscherm niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling. • Het notebook en de verpakking kunnen worden hergebruikt.
20. Upgrade/uitbreiden en reparatie • Laat het upgraden en/of uitbreiden van uw notebook over aan vakkundig personeel. Wanneer u niet zelf over de benodigde kennis beschikt, kunt u contact opnemen met een servicetechnicus. Neem bij technische problemen met uw notebook s.v.p. contact op het de klantenservice. • Indien een reparatie is vereist, neemt u uitsluitend contact op met een van onze geautoriseerde servicepartners. 20.1.
20.2. Opmerkingen over laserstraling • In een notebook kan gebruik worden gemaakt van laserstralen van klasse 1 tot klasse 3b. Het notebook voldoet aan de eisen van laserklasse 1. • Door de behuizing van het optische station te openen, heeft u toegang tot laserapparatuur van max. klasse 3b. Bij demontage en/of openen van deze laserapparatuur moet u het volgende in acht nemen: • De ingebouwde optische stations bevatten geen onderdelen die onderhoud nodig hebben of gerepareerd moeten worden.
21. Recycling en afvoer Wanneer u vragen heeft over de juiste afvoer, kunt u contact opnemen met de verkoper of onze klantenservice. Verpakking Het apparaat is verpakt ter bescherming tegen transportschade. Verpakkingen zijn grondstoffen en kunnen dus worden hergebruikt of terug in de grondstoffenkringloop worden gebracht. Batterijen/accu‘s Lege of defecte batterijen/accu‘s horen niet thuis in het huisvuil. U moet ze inleveren op een inzamelpunt voor lege batterijen.
22. Europese norm EN 9241-307 klasse II Bij Active Matrix TFT‘s met een resolutie van 1366 x 768 pixels, die zijn samengesteld uit elk drie subpixels (rood, groen, blauw), worden in totaal ca. 3,1 miljoen stuurtransistors gebruikt. Door dit zeer hoge aantal transistors en het daarmee verbonden uiterst complexe productieproces kan er sporadisch sprake zijn van uitvallende of verkeerd aangestuurde pixels resp. afzonderlijke subpixels.
Type pixelfouten: • Type 1: pixel brandt permanent (felle witte punt) terwijl deze niet wordt aangestuurd. Een witte pixel ontstaat doordat alle drie subpixels branden. • Type 2: pixel brandt niet (donkere zwarte punt) hiewel de pixel wordt aangestuurd. • Type 3: abnormale of defecte subpixel in de kleur rood, groen of blauw (b.v. permanent brandend met halve helderheid, niet branden van een kleur, knipperen maar niet van het type 1 of 2).
23. Index A Aan-/uitschakelaar ..................................... 23 Accubedrijf ............................................ 14, 26 Accu ontladen......................................... 28 Accu opladen .......................................... 27 De accu ontladen................................... 28 Plaatsen van de accu ............................ 26 Accucapaciteit ............................................. 28 Audioausgang ............................................. 18 B Back-up ...............
Kennismaken met Windows® 8 ........ 51 Windows® 8 - nieuwe mogelijkheden .................................................... 51 Windows activering .............................. 51 Stroom besparen ........................................ 64 Stroomvoorziening .................................... 23 Systeemherstel ............................................ 66 T Touchpad................................................ 16, 35 U Upgrade/aanpassing.................................
84 van 84