39,6 cm / 15,6“ Notebook MEDION® AKOYA® Handleiding
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. Betreffende deze handleiding .................................................................... 5 1.1. In deze handleiding gebruikte waarschuwingspictogrammen en -symbolen .................................................................................................................. 5 1.2. Gebruik voor het beoogde doel ........................................................................ 6 1.3. Conformiteitsinformatie ....................................................
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 2 van 72 Gegevensinvoer ......................................................................................... 32 7.1. Toetsenbord............................................................................................................32 7.2. Touchpad .................................................................................................................34 Harde schijf .....................................................................................
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. FAQ - veel gestelde vragen........................................................................ 62 Klantenservice ........................................................................................... 63 17.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen .............................................................63 17.2. Oorzaak vaststellen ..............................................................................................63 17.3.
Persoonlijk Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Aankoopdatum ...................................... Plaats van aankoop ...................................... Doelgroep Deze handleiding is vooral bedoeld voor eerste gebruikers en gevorderde gebruikers. Ongeacht het mogelijk beroepsmatig gebruik is de notebook bedoeld voor gebruik in een privé-woning. De vele toepassingsmogelijkheden staan ter beschikking voor het hele gezin.
1. Betreffende deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Volg de waarschuwingen op die op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders verkoopt of overdraagt. In deze handleiding gebruikte symbolen en waarschuwingswoorden. 1.1.
• 1.2. Opsommingspunt/informatie over gebeurtenissen tijdens de bediening Advies over uit te voeren handelingen Gebruik voor het beoogde doel Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik, het beheer en het bewerken van elektronische documenten en multimedia-inhoud en voor digitale communicatie. Het apparaat is alleen bedoeld voor particulier gebruik en is niet geschikt voor industrieel/ commercieel gebruik.
1.3. Conformiteitsinformatie Dit product ondersteunt de volgende functies: • Wireless LAN • Bluetooth Hiermee verklaart Medion AG dat het product aan de volgende Europese eisen voldoet: • R&TTE-richtlijn 1999/5/EG • Ecodesign-richtlijn 2009/125/EG • RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Als uw apparaat is uitgerust met een ingebouwde WLAN-netwerkverbinding op de 5 GHz-frequentieband, mag het in alle landen van de EU uitsluitend binnen gebouwen worden gebruikt.
WAARSCHUWING! Houd ook de plastic verpakkingen buiten bereik van kinderen. Verstikkingsgevaar! 2.2. Veiligheid Zo garandeert u een betrouwbare werking en een lange levensduur van uw notebook. • Open nooit de behuizing van de notebook, accu of netadapter! Dit kan leiden tot elektrische kortsluiting of zelfs tot brand, waardoor uw Notebook zou worden beschadigd.
• Het scherm niet verder dan 120 graden open klappen. Houd de display bij het openklappen en opstellen steeds in het midden vast. Probeer het niet met geweld te openen. • Raak het beeldscherm niet aan met uw vingers of met scherpe voorwerpen om beschadigingen te vermijden. • Pak de notebook nooit bij het beeldschem vast, omdat de scharnieren anders kunnen breken.
2.4. Back-up LET OP! Maak steeds na het bijwerken van uw gegevens een backup op externe opslagmedia. Er kan in geen geval aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding wegens verlies van gegevens en daardoor ontstane schade. 2.5. Plaats van opstelling • Houd uw notebook en alle aangesloten apparaten uit de buurt van vocht en vermijd stof, hitte en direct zonlicht. Wanneer deze instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden tot storingen of tot beschadiging van het notebook.
2.6. Omgevingsomstandigheden • Het notebook kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van +5 °C tot +30 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 20% - 80% (niet condenserend). • In uitgeschakelde toestand kan het notebook worden opgeslagen bij een temperatuur van 0 °C tot 60 °C. • Neem tijdens onweer de netstekker uit het stopcontact.
Opstelling van het venster af gericht is niet goed omdat reflecties van het heldere venster in het display dan onvermijdelijk zijn. Ook opstelling met de kijkrichting naar het venster toe is niet goed omdat het contrast tussen het donkere beeldscherm en het felle daglicht kan leiden tot aanpassingsproblemen van de ogen en andere klachten. Ook bij gebruik van kunstlicht moet een parallelle opstelling worden aangehouden.
• Onderbreek de stroomvoorziening van uw notebook door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen. • Gebruik de netadapter uitsluitend aan geaarde stopcontacten met AC 100240V~, 50 - 60 Hz. Als u niet zeker bent van de stroomvoorziening op de plaats van installatie, raadpleegt u het energiebedrijf. • Gebruik voor dit notebook uitsluitend de meegeleverde voedingsadapter.
2.9. Kabels • Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen. • Zet geen voorwerpen op de kabels om te voorkomen dat die beschadigd raken. • Sluit randapparatuur zoals toetsenbord, muis en monitor alleen aan wanneer het notebook is uitgeschakeld om schade aan het notebook of de andere apparatuur te voorkomen. Sommige apparaten kunnen ook worden aangesloten wanneer het notebook is ingeschakeld. Dit is meestal het geval bij apparatuur met een USB-aansluiting.
• Op het notebook mag alleen apparatuur worden aangesloten, die voldoet aan de norm EN 60950 „Veiligheid van informatietechnologie“ of de standaard EN60065 „Veiligheidseisen - audio-, video -en soortgelijke elektronische apparatuur“. 2.10. Opmerkingen over het touchpad • Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vinger en reageert op de energie die via de huid wordt afgegeven.
• Laad de accu altijd op tot het laadlampje uitgaat. Neem ook de opmerkingen onder “De accu opladen” in acht om de laadtoestand van de accu te beoordelen. • De accu is vast ingebouwd en kan niet zonder meer door de gebruiker worden vervangen. 2.12. Maatregelen ter bescherming van de display • De display is het meest gevoelige onderdeel van het notebook omdat het bestaat uit dun glas. Het kan daarom bij te sterke belasting beschadigd raken.
2.13. Leveringsomvang Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop contact op te nemen met het servicecenter, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven. Met het product dat u verworven heeft, heeft u gekregen: • • • • Notebook Stekker met aansluitingskabel OEM versie van het besturingssysteem Documentatie GEVAAR! Bewaar het verpakkingsmateriaal, zoals de folies, buiten het bereik van kinderen.
3. Aanzichten 3.1.
3.2. Vooraanzicht 9 (vergelijkbare afbeelding) 9) 3.3. Multimedia kaartlezer Linkerkant 10 11 12 13 14 (vergelijkbare afbeelding) 10) 11) 12) 13) 14) 3.4. Netadapter-aansluiting Ext. monitor VGA poort LAN poort (RJ-45)) HDMI poort USB 3.0 poort Rechterkant 15 16 17 18 19 20 (vergelijkbare afbeelding) 15) 16) 17) 18) 19) 20) Audio-uitgang / aansluiting headset USB 2.
3.5. Status leds Het systeem toont via LED´s stroomverzorging en gebruikstoestand aan. De functie- LED´s branden bij de desbetreffende activiteit van de notebook: (vergelijkbare afbeelding) LED Accu oplaad Deze led licht op wanneer de accu wordt opgeladent. Toegangsweergave Wanneer deze LED oplicht resp. knippert, spreekt de notebook de harde schijf of optisch station aan WLAN-/Bluetooth Weergave voor draadloze gegevensuitwisseling.
4. Ingebruikname Om uw notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een lange levensduur ervan te garanderen moet u het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften aan het begin van dit handboek hebben gelezen. De notebook is van tevoren reeds volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s meer hoeft te installeren en u meteen kunt starten. Sluit de meegeleverde netadapter op de notebook (10) aan. Verbind vervolgens de netkabel met de adapter en vervolgens met het stopcontact.
5. Stroomvoorziening 5.1. Aan-/uitschakelaar Klap het notebook open en houd de aan/uit-schakelaar even ingedrukt om het notebook in of uit te schakelen. Het statuslampje informeert u over de huidige energietoestand. Onafhankelijk van het besturingssysteem wordt de notebook uitgeschakeld, wanneer de schakelaar langer dan 4 seconden ononderbroken wordt vastgehouden. OPMERKING! Schakel uw notebook niet uit, terwijl de harde schijf of het optische station actief zijn en de toegangslampjes branden.
5.2.1. Notebook starten Klap het display open zoals hierboven beschreven en druk op de aan/uit-schakelaar. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm. De uit te voeren stappen worden in verschillende dialoogvensters uitgelegd. De welkomstprocedure begeleidt u door de verschillende schermen en dialoogvensters. Kies de gewenste taal en vervolgens de bijbehorende regionale (land)instellingen. Licentieovereenkomst Lees de licentieovereenkomst zorgvuldig door.
5.3. Accubedrijf OPMERKING! Laad en ontlaad een nieuwe accu twee tot drie maal achter elkaar volledig zodat de accu de volledige capaciteit kan bereiken! Accu‘s slaan de elektrische energie in de cellen op en geven deze energie bij belasting weer af. De levensduur en capaciteit van uw accu wordt bepaald door een zorgvuldig gebruik. De accu moet altijd volledig worden ontladen en weer volledig worden opgeladen om de levensduur en de capaciteit te optimaliseren. Neem ook de veiligheidsinstructies op „5.
5.3.4. De acculading controleren Om de huidige laadtoestand van de accu te controleren plaatst u de cursor op het Power-symbool in de taakbalk. Bij gebruik op accu wordt op deze plaats een batterijsymbool weergegeven. Verdere informatie krijgt u te zien wanneer u dubbelklikt op het symbool. OPMERKING! Wanneer u de waarschuwingen bij lage accucapaciteit negeert, wordt uw notebook automatisch uitgeschakeld.
5.4.2. Energie besparen (Slaapstand) Bij deze instelling blijft de volledige inhoud van het werkgeheugen van uw notebook bewaard terwijl vrijwel alle andere componenten worden uitgeschakeld om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Wanneer u b.v. het notebook dichtklapt wordt het in de spaarstand gezet en bij het openklappen automatisch weer opgestart! U kunt uw computer vanuit de stand voor energiebesparing starten door op de aan-/uit schakelaar te drukken.
6. Display 6.1. Openen en sluiten van de display Het display wordt door de speciale constructie van de scharnieren afgesloten zodat geen extra vergrendeling nodig is. Om het display te openen, klapt u het met duim en wijsvinger tot de gewenste positie open. LET OP! Sla het display niet verder open dan 120°. Houd het display tijdens openen, positioneren en sluiten altijd in het midden vast. Anders kan het display beschadigd worden. Probeer nooit om het display met geweld te openen.
Afbeelding • • 28 van 72 Opdracht Vanaf de linkerkant naar het midden vegen Vanaf de linkerkant naar het midden en terug vegen Om de laatste app weer te geven, veegt u vanaf de linkerkant naar het midden van het beeldscherm. Om alle geopende apps weer te geven, veegt u vanaf de linkerkant van het beeldscherm naar het midden en terug naar de linkerkant zonder los te laten. vanaf de rechterkant vegen Om de balk Charmste starten, veegt u vanaf de rechterkant naar het midden van het beeldscherm.
Afbeelding 6.3. Opdracht Aangetipt houden Om een app-tegel te verplaatsen, houdt u deze aangetipt en sleept u hem naar zijn nieuwe plaats. Om een actieve app af te sluiten, houdt u de bovenkant van de app aangetipt en sleept u de app naar de onderkant van het beeldscherm. Aantippen / tweemaal aantippen Om een app te starten, tipt u de gewenste app aan. In de bureaubladmodus tipt u tweemaal een toepassing aan om deze op te starten.
6.4. Aan de persoonlijke voorkeur aanpassen Dit programma biedt u de mogelijkheid om de weergave aan uw beeldscherm aan te passen. Hierbij horen onder andere het achtergrondbeeld, de screensaver en geavanceerde instellingen voor uw beeldscherm en uw grafische kaart.
6.5. Externe monitor aansluiten Het notebook is voorzien van een VGA-aansluiting (11) en een HDMI-aansluiting (13) voor een externe monitor. Sluit uw notebook op de juiste manier af. Sluit de signaalkabel van de externe monitor aan op de VGA-aansluiting van uw notebook (11). Eventueel kunt u ook de digitale HDMI-aansluiting (High Definiton Multimedia Interface) (13) gebruiken voor het verzenden van het beeld- en geluidssignaal. Sluit de externe monitor aan op het lichtnet een schakel de monitor in.
6.5.1. Dupliceren Deze modus dupliceert het scherm van het notebook op de externe monitor. OPMERKING! Bij deze modus moeten beide beeldschermen op dezelfde resolutie worden gezet. 6.5.2. Uitbreiden In deze modus wordt op het tweede (externe) beeldscherm een leeg bureaublad weergegeven. Vensters kunnen vanaf het eerste beeldscherm naar het tweede worden verschoven.
7.1.1. Toetsencombinaties, specifiek voor de notebook Fn + F1 Fn + F2 Fn + F4 Fn + F5 Fn + F6 Fn + F7 Fn + F8 Fn + F9 Fn + F10 Fn + F11 Fn + F12 Beschrijving Sleep Deze toets kan via de weergave-eigenschappen in energiebeheer aan uw voorkeuren worden aangepast. Vliegtuigmodus Opent de gebruikersinterface om WLAN- en/of Bluetooth in of uit te schakelen. ECO-functie (optioneel) Schakelt de ECO-functie in/uit . Donker Vermindert de schermhelderheid. Helder Verhoogt de schermhelderheid.
7.2. Touchpad In de normale modus volgt de muiscursor de beweging van uw vinger op het touchpad in dezelfde richting. LET OP! Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebruik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad hierdoor beschadigd kan worden. Onderaan het touchpad bevinden zich een linker- en een rechterknop de op dezelfde manier kunnen worden gebruikt als bij een gewone muis.
Afbeelding Opdracht Functie Van boven naar beneden over het touchpad vegen Opent op het startscherm het contextmenu en Internet Explorer de tabs boven en beneden Vanaf rechts in het touchpad vegen Opent de menubalk Vanaf links in het touchpad vegen Bladeren door alle geopende vensters 8. Harde schijf De harde schijf is het belangrijkste opslagmedium waarbij een hoge opslagcapaciteit wordt gecombineerd met een snelle gegevenstoegang.
8.1. Belangrijke mappen Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste mappen en de inhoud. LET OP! Wis of verander deze mappen en bestanden in deze mappen niet omdat er anders gegevens verloren kunnen gaan of de werking van het systeem in gevaar komt. C:\ In de hoofdmap van C:\ bevinden zich de bestanden die zijn vereist voor de start van Windows®. Het systeem is zo ingesteld dat deze bestanden niet zichtbaar zijn.
9. Optische station 9.1. Een disk aanbrengen In tegenstelling tot de stations in gewone desktop pc‘s, wordt er bij een notebook gebruik gemaakt van een houder om de disks te vergrendelen. Bij het inleggen van de disk moet u er op letten dat deze exact op de houder wordt gedrukt en daar wordt geborgd. OPMERKING! Plak geen beschermfolies of andere stickers op de disks. Maak geen gebruik van vervormde of beschadigde disks om schade aan uw station te voorkomen.
drukken. Bij het openen van dvd-video‘s (resp. audio- en videobestanden op gewone data-cd‘s) wordt automatisch de voorgeïnstalleerde mediaspeler gestart. Druk op de uitwerptoets wanneer u de disk weer wilt verwijderen. LET OP! Probeer niet om de disk uit het optische station te nemen zolang het notebook nog toegang heeft. 9.1.1.
9.3. Regionale weergave-informatie bij dvd‘s De weergave van dvd-films omvat decodering van mpeg2-Video, digitale ac3-audiobestanden en decoderen van beveiligde CSS inhoud. CSS (soms ook Copy Guard genoemd) is de naam van een beveiligingsprogramma dat de filmindustrie gebruikt als maatregel tegen illegale kopieën. Onder de vele regels voor CSS-licentienemers bevinden zich regels voor de beperking van de weergave bij landspecifieke inhoud.
10. Geluidssysteem Uw notebook is uitgerust met een High Definition audiosysteem met 2 luidsprekers (Dolby®* Advanced Audio v2 gecertificeerd). Via het menu Dolby in de luidsprekereigenschappen kunnen persoonlijke voorkeuren worden ingesteld. Op deze manier wordt optimale ondersteuning voor alle gangbare programma‘s en games gewaarborgd. 10.1. Externe audio-aansluitingen Uw notebook is voorzien van ingebouwde stereoluidsprekers zodat u altijd geluid kunt weergeven zonder aanvullende apparatuur.
Audio-uitgang / Aansluiting headset (11) Voor geluidsweergave via externe stereoapparatuur zoals (actieve) luidsprekers, hoofdtelefoon/headset of spraakopname via een opnameapparaat/headset. *Dolby is een gedeponeerd handelsmerk van Dolby Laboratories. 11. Netwerkgebruik 11.1. Wat is een netwerk? Men spreekt van een netwerk wanneer meerdere computers direct met elkaar zijn verbonden. Op deze manier kunnen de gebruikers informatie en gegevens onder elkaar uitwisselen en randapparatuur (b.v.
LET OP! Gebruik de WLAN-functie niet op locaties (b.v. ziekenhuizen, vliegtuig etc.) waar apparatuur wordt gebruikt die gevoelig is voor radiografische signalen. Schakel deze optie alleen in wanneer u er zeker van bent dat er geen gevaar voor storing bestaat. 11.2.1. Voorwaarden Als verbinding kunt u gebruik maken van een zgn. WLAN Access Point. Een WLAN Access Point is een draadloos communicatieapparaat dat met uw notebook communiceert en de toegang tot het aangesloten netwerk regelt.
nen verschillen door de apparatuur en verschillende omgevingsfactoren. Met een Bluetooth-apparaat kunnen gegevens door muren, jaszakken en aktetassen heen worden verzonden. De communicatie tussen Bluetooth-apparatuur vindt plaats op de frequentieband van 2,4 Gigahertz (GHz). Voor Bluetooth High Speed-gegevensoverdracht moet WLAN ingeschakeld zijn en moet het toegangspunt ook de High Speed-modus ondersteunen. LET OP! Gebruik de Bluetooth-functie niet op locaties (b.v. ziekenhuizen, vliegtuig etc.
12. Geheugenkaartlezer Geheugenkaarten zijn gegevensdragers die b.v. bij digitale fotografie worden gebruikt en langzamerhand de diskette als opslagmedium vervangen. De vorm en de capaciteit van de geheugenkaart kan per fabrikant verschillen. Uw notebook ondersteunt de volgende formaten: • MMC (MultiMediaCard) • SD (Secure Digital), SDHC, SDXC Let er bij het plaatsen van de geheugenkaart op dat de contacten zoals hieronder beschreven in de juiste richting wijzen.
14. USB-aansluiting De USB is een standaard voor het aansluiten van invoerapparatuur, scanners en andere randapparatuur. De USB 3.0-aansluitingen zijn volledig achterwaarts compatibel. Uw notebook is voorzien van 2 USB 3.0 aansluitingen (14) en 2 USB 2.0 aansluitingen (16). OPMERKING! Sluit de USB-apparatuur indien mogelijk altijd aan op de aansluiting die bij de installatie is gebruikt. Anders krijgt het apparaat mogelijk een andere ID en moeten de stuurprogramma‘s opnieuw worden geïnstalleerd. 14.1.
15. Software Dit hoofdstuk geeft informatie over de software Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het besturingssysteem, de software (toepassingen) en de Windows activering. OPMERKING! De huidige Windows familie bestaat uit Windows 8 en Windows 8.1. Windows 8.1 is de eerste update van de Windows 8 generatie. 15.1.
15.3. Windows® 8 - nieuwe mogelijkheden 15.3.1. Microsoft account Een Microsoft-account bestaat uit een e-mailadres en een wachtwoord voor de aanmelding bij Windows. U kunt hiervoor gebruik maken van een willekeurig e-mailadres. Wij adviseren echter om gebruik te maken van het adres dat u gebruikt om ook met vrienden te communiceren en waarmee u zich bij uw favoriete websites aanmeldt. Met een Microsoft-account kunt u in de store kosteloos of tegen betaling apps downloaden en installeren op max.
15.3.2. Taakbalk (Desktopmodus) Vanaf de taakbalk onder aan het beeldscherm kunt u programma‘s starten en omschakelen tussen programma‘s die al actief zijn. Onder Windows® 8 kunt u elk programma in de taakbalk zetten zodat u het altijd met een enkele klik kunt openen. Daarnaast kunnen de symbolen op de taakbalk opnieuw worden gerangschikt door er eenvoudig op te klikken en het symbool naar de gewenste positie te slepen.
15.3.4. Verbeterd bureaublad Windows® 8 maakt werken met de vensters op het bureaublad eenvoudiger. U heeft hiermee intuïtieve mogelijkheden om de vensters te openen, sluiten, vergroten/ verkleinen en organiseren. Met Windows® 8 worden uw dagelijkse taken eenvoudiger. Door het vastklikken („Snaps“) wordt het bijvoorbeeld eenvoudiger dan ooit om de inhoud van twee geopende vensters te vergelijken. U hoeft de grootte van de geopende vensters hiervoor niet eens aan te passen.
15.3.6. Thuisgroep Met thuisgroepen, een Windows® 8 functie, wordt het verbinden van de computers in het huis bijzonder eenvoudig. Een thuisgroep wordt automatisch aangemaakt wanneer de eerste pc onder Windows® met het huisnetwerk wordt verbonden. Het toevoegen van nieuwe pc‘s met Windows® aan de thuisgropep is snel gebeurd. U kunt exact opgeven wat er op elke pc met alle andere pc‘s in de thuisgroep mag worden gedeeld.
15.4.1. Bij Windows aanmelden Om met Windows® 8 te kunnen werken, moet u in Windows® 8 een gebruikersaccount aanmaken. Plaats de muiscursor in de rechter bovenhoek van het scherm, beweeg de muis omlaag en klik op Instellingen. Kies de optie Pc-instellingen wijzigen. Open de categorie Gebruikers. Kies de optie Een gebruiker toevoegen om verdere gebruikersaccounts aan te maken. Met Windows® 8 kunt u zich op drie verschillende manier bij Windows aanmelden.
15.4.4. Afbeeldingswachtwoord voor Windows instellen Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Instellingen. Klik vervolgens op Pc-instellingen wijzigen. Kies de optie Gebruikers. Klik op Stel een afbeeldingswachtwoord in en volg de aanwijzingen op het scherm. OPMERKING! Het aanmelden met een afbeeldingswachtwoord is speciaal ontwikkeld voor apparaten met een touchdisplay.
15.6. Windows®8 startscherm Nadat het besturingssysteem is opgestart, bevindt u zich op het nieuwe Windows® 8-startscherm. (Afbeelding vergelijkbaar) De onderstaande informatie dient als voorbeeld: Windows® 8-app Windows® 8-app´s zijn uitvoerbare programma's. De tegel "Bureaublad" opent de klassieke Windows weergave De tegel Internet Explorer opent Internet Explorer OPMERKING! Apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven.
15.7. Windows® 8-bureaublad Deze afbeelding toont een symbolische weergave over extra programma‘s. (Afbeelding vergelijkbaar) De onderstaande informatie dient als voorbeeld: Klassieke bureaublad -apps Bureaublad-apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven. De miniatuurafbeeldingen van apps zijn groter dan de afbeeldingen van de normale tegels.
15.7.1. Werken met Windows® 8 en klassieke apps In de onderstaande tabel vindt u uitleg over werken met Windows en de apps. Bij elke functie vindt u in de kolom “Uit te voeren handelingen” eerst de procedure bij gebruik van een muis of een touchpad en op de tweede regel de procedure in de tabletmodus. Menu Uit te voeren handelingen Klik met de linkermuisknop op de gewenste app. Een app openen Tik de gewenste app aan.
Menu App aan de taakbalk koppelen Uit te voeren handelingen Klik met de rechtermuisknop op het startscherm. Klik op Alle apps in de rechter onderhoek van het scherm. Klik met de rechtermuisknop op de gewenste app om deze te markeren. Klik op Aan taakbalk koppelen in de linker onderhoek van het scherm. Veeg op het startscherm vanaf de onderrand naar boven om alle apps weer te geven. Tik op de gewenste app en houd het icoon vast totdat het contextmenu aan de onderrand verschijnt.
Menu App uitvoeren als beheerder (Alleen mogelijk met desktop-apps) App uitvoeren in een nieuw venster (Alleen mogelijk met desktop-apps) Apps zoeken Apps rangschikken Meerdere apps markeren Uit te voeren handelingen Klik met de rechter muisknop op de gewenste app. Klik op Als beheerder uitvoeren aan de onderrand van het scherm. Tik op de gewenste app en houd het icoon vast totdat het contextmenu aan de onderrand verschijnt.
15.8. Gebruik van de zoekfunctie Om verschillende taken resp. instellingen of apps snel te vinden kunt u gebruik maken van de zoekfunctie. Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Zoeken. Voer de naam van de app of een bestand in en kies een van de resultaten in het overzicht links op het scherm. De zoekresultaten zijn gesorteerd op Apps, Instellingen en Bestanden. Kies de categorie (Apps, Instellingen of Bestanden) waaronder het gewenste bestand zich bevindt. 15.9.
15.10. Instellingen in het Configuratiescherm Met behulp van het configuratiescherm kunt u de instellingen van Windows® 8 wijzigen. Via deze instellingen kunt u vrijwel alles instellen voor de weergave en de werking van Windows® 8. U heeft hier de mogelijkheid om Windows® 8 volledig volgens uw eigen voorkeuren te configureren. Bij de eerste keer dat het configuratiescherm wordt geopend, worden enkele van de meest gebruikte elementen weergegeven, verdeeld in categorieën.
15.12. Systeemherstel starten Druk na de herstart op de functietoets F11 of start het notebook met toets F11 ingedrukt om PowerRecover te starten. of Klik op de app PowerRecover op het Windows® 8 bureaublad om het programma vanaf het Windows® 8 bureaublad af te starten.
15.13. UEFI-firmware-instelling In de UEFI-firmware-instelling (basisconfiguratie van de hardware van uw systeem) heeft u uitgebreide instelmogelijkheden voor de werking van uw notebook. U kunt hier bijvoorbeeld de werking van de interfaces, de veiligheidsinstellingen of het energiebeheer wijzigen. Het notebook is in de fabriek al ingesteld voor optimale werking. LET OP! Wijzig deze instellingen alleen wanneer het absoluut noodzakelijk is en u bekend bent met de configuratiemogelijkheden. 15.13.1.
16. FAQ - veel gestelde vragen Moet ik de meegeleverde disks nog installeren? − Nee In principe zijn alle programma‘s al geïnstalleerd. De disks zijn uitsluitend bedoeld als back-up. Waar kan ik de benodigde stuurprogramma‘s voor mijn notebook vinden? − De stuurprogramma‘s bevinden zich op de tweede partitie van de harde schijf in de mappen Drivers (stuurprogramma‘s) en Tools. Wat is de Windows-activering? − In deze handleiding vindt u een hoofdstuk met uitgebreide informatie over dit onderwerp.
17. Klantenservice 17.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen Storingen kunnen soms banale oorzaken hebben, maar soms ook worden veroorzaakt door defecte onderdelen. Wij willen u hiermee een handleiding bieden om het probleem op te lossen. Als de hier beschreven maatregelen geen resultaat opleveren, helpen wij u graag verder. Bel ons gerust op! 17.2. Oorzaak vaststellen Begin met een zorgvuldige visuele controle van alle kabelverbindingen.
Het notebook wordt tijdens het gebruik uitgeschakeld. De accu kan leeg zijn. Sluit het notebook aan via de voedingsadapter en laadt de accu op. Het notebook kan niet worden ingeschakeld. Als u het notebook op accu‘s gebruikt kunt u controleren of de accu‘s correct zijn geplaatst en opgeladen. Onjuiste tijd- en datumweergave. Klik op de tijdsaanduiding op de taakbalk. Kies de optie Instellingen voor datum en tijd wijzigen en stel de correcte waarden in .
17.5. Transport Neem de volgende richtlijnen in acht bij het vervoeren van het notebook: Schakel het notebook uit. Om beschadiging te voorkomen, worden de koppen van de harde schijf automatisch naar een veilige positie bewogen. Verwijder dvd‘s/cd‘s uit het station. Wacht na transport van het notebook met de ingebruikname tot het notebook zich heeft kunnen aanpassen aan de omgevingstemperatuur.
De levensduur van het notebook kan worden verlengd door de volgende maatregelen: Neem voor het schoonmaken altijd de netstekker uit het stopcontact, koppel alle aansluitkabels los en verwijder de accu. Reinig het notebook uitsluitend met een licht bevochtigde, pluisvrije doek. Gebruik geen oplosmiddelen, bijtende of gasvormige schoonmaakmiddelen. Maak voor het schoonmaken van uw optische stations geen gebruik van cdrom-reinigingsdisks of vergelijkbare producten die de lens van de laser schoonmaken.
18.1. Opmerkingen voor de servicetechnicus • Het openen van de behuizing van uw notebook en het uitbreiden en/of upgraden van uw notebook is voorbehouden aan servicetechnici. • Maak uitsluitend gebruik van originele vervangingsonderdelen. • Verwijder voor het openen van de behuizing alle voedingsen aansluitkabels en verwijder de accu. Wanneer het notebook voor het openen niet van het lichtnet wordt losgekoppeld, bestaat er een kans dat componenten worden beschadigd.
• Kijk nooit direct in een laserstraal, ook niet met optische instrumenten. • Stel uzelf niet bloot aan de laserstraal. Zorg dat de laserstraal of verstrooide / gereflecteerde straling niet direct in het oog of op de huid kan vallen. 19. Recycling en afvoer Wanneer u vragen heeft over de juiste afvoer, kunt u contact opnemen met de verkoper of onze klantenservice. Verpakking Het apparaat is verpakt ter bescherming tegen transportschade.
Opbouw van een pixel 5 Pixels 5 Pixels Regels Pixel blauw groen Subpixel rood Type pixelfouten: • Type 1: pixel brandt permanent (felle witte punt) terwijl deze niet wordt aangestuurd. Een witte pixel ontstaat doordat alle drie subpixels branden. • Type 2: pixel brandt niet (donkere zwarte punt) hiewel de pixel wordt aangestuurd. • Type 3: abnormale of defecte subpixel in de kleur rood, groen of blauw (b.v.
21. Colofon Copyright © 2014 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Vermenigvuldiging in mechanische, elektronische of enige andere vorm zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden. Het copyright berust bij de firma: Medion AG Am Zehnthof 77 45307 Essen Duitsland Technische wijzigingen voorbehouden. De handleiding is via de Service Hotline te bestellen en is via het serviceportal beschikbaar voor download.
22. Index A Aan-/uitschakelaar ....................................22 Aanzichten Linkerkant ...............................................20 Open Notebook ....................................18 Rechterkant ............................................19 Vooraanzicht ..........................................19 Accubedrijf ..................................................24 De accu ontladen..................................24 Accucapaciteit ............................................
U Upgrade/aanpassing................................66 Opmerkingen over laserstraling .....67 Opmerkingen voor de servicetechnicus ............................................67 V Veiligheid.........................................................8 Veiligheidsaanwijzingen Back-up ....................................................10 Kabels .......................................................14 Omgevingsomstandigheden ...........11 Opmerkingen over de accu ..............15 Opmerkingen over het touchpad .