2,7 cm / 5“ Navigatiesysteem MEDION® GoPal® E5x70 MSN 4005 1598 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Cover.indd 1 Handleiding 21.07.
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Betreffende deze handleiding .................................................................... 5 1.1. Gebruik voor het beoogde doel ........................................................................ 6 1.2. Conformiteitsinformatie....................................................................................... 6 Veiligheidsaanwijzingen ............................................................................ 7 2.1.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 9.2. Stand van de antenne ........................................................................................31 9.3. Montage van de autohouder ..........................................................................31 9.4. Bevestiging van het navigatiesysteem in de houder...............................32 9.5. Autoadapter............................................................................................................33 9.6.
23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 22.2. Werken met Microsoft® ActiveSync® ............................................................71 GPS (Global Positioning System) .............................................................. 72 TMC (Traffic Message Channel) (optioneel) ............................................. 73 24.1. PayTMC (optioneel) ..............................................................................................73 Werken met geheugenkaarten ............................
Persoonlijk Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Seriennummer ......................................................................... Wachtwoord ......................................................................... Verwijstekst ......................................................................... SuperPIN ......................................................................... UUID ......................................................................... Aankoopdatum ...........................
1. Betreffende deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Volg de waarschuwingen op die op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders verkoopt of overdraagt. In deze handleiding gebruikte symbolen en waarschuwingswoorden.
1.1. Gebruik voor het beoogde doel Dit apparaat is bedoeld voor het ontvangen van GPS-signalen (via satellieten aangeboden positiegegevens) voor navigatie en locatiebepaling. Het apparaat is alleen bedoeld voor particulier gebruik en is niet geschikt voor industrieel/commercieel gebruik.
2. Veiligheidsaanwijzingen 2.1. Gevaren voor kinderen en personen met beperkte vermogens om apparaten te bedienen • Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij deze personen onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn in het gebruik van het apparaat door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• U kunt zich verwonden, als het display breekt. Gebeurt er iets dergelijks, dan pakt u de gebroken delen met beschermende handschoenen aan en zendt u ze naar uw service center waar men op een correcte manier de afval kan verwerken. Vervolgens wast u uw handen met zeep. Het zou namelijk kunnen dat u in aanraking bent gekomen met chemische producten.
2.5. Voorwaarden van uw werkomgeving Het niet naleven van deze aanwijzingen kan storingen of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Voor deze gevallen geldt geen waarborg. • Laat uw navigatiesysteem en alle aangesloten apparatuur nooit in contact komen met vocht. Verder vermijdt u ook stof, hitte en directe zonnestralen. Negeert u deze raadgevingen, dan kan dat leiden tot storingen en beschadigingen van uw apparaat. • Bescherm uw toestel in ieder geval tegen vocht bijv. door regen en hagel.
2.7. Elektromagnetische tolerantie • Bij het aansluiten van extra of andere componenten moet u rekening houden met de „Richtlijnen voor elektromagnetische tolerantie“ (EMT ). Gelieve er bovendien op te letten, dat enkel bedekte kabels (max. 3 meter) voor de externe interfaces mogen worden gebruikt. • Behoud minstens één meter afstand van hoogfrequente en magnetische storingsbronnen (televisietoestel, luidsprekerboxen, GSM enz. ) om de goede werking niet in gevaar te brengen en gegevensverlies te vermijden.
2.9. Bekabeling • Leg uw kabel zo, zodat niemand erop kan trappen of erover struikelen. • Plaats niks op de kabel om hem niet te beschadigen. • Stekkers en kabels bij het aansluiten niet forceren. Altijd op de juiste oriëntatie van de stekkers letten. • Er mogen geen grote krachten bv. van de zijkant op de aansluitingen inwerken. Die kunnen uw toestel beschadigen. • Om kortsluiting of kabelbreuk te voorkomen, de kabel niet inklemmen of sterk buigen. 2.10.
2.11. Onderhouden reiniging LET OP! Binnenin de behuizing van het apparaat zitten er geen delen die moeten worden onderhouden of gereinigd. De levensduur van uw apparaat kan door onderstaande maatregelen beduidend worden verlengd: • Voordat u begint schoon te maken, trekt u altijd eerst de stekker uit en maak alle verbindingskabels los. • Reinig uw apparaat enkel met een vochtige, pluisvrije doek. • Gebruik geen oplosmiddelen, bijtende of gasvormige reinigingsmiddelen . 2.12.
3. In de levering begrepen Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop te contacteren, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven.
4. Componenten 4.1. Vooraanzicht 1 2 3 Nr. 1 Component Weergave „Accu laden“ Beschrijving Knippert oranje, wanneer een extra accu wordt geladen en licht op groen, wanneer de bijkomende accu opgeladen is. Toont de gegevensoutput van het apparaat. Tik met de vinger of een gepaste stift met „stompe“ punt op het beeldscherm om menuopdrachten te selecteren of gegevens in te voeren.
4.2. Achteraanzicht 4 Nr. 4 Component Luidspreker Beschrijving Geeft gesproken aanwijzingen, muziek en waarschuwingen weer. 4.3. Bovenaanzicht 5 Nr. Component 5 Aan- en uitschakelaar Beschrijving Lang drukken schakelt het toestel in of uit. Door kort te drukken gaat u naar de standbymodus resp. haalt u het toestel weer uit de slaapstand. Het apparaat wordt opnieuw “geactiveerd” door te drukken op de aan/uit-schakelaar. 15 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 15 21.07.
4.4. Linkerkant 6 Nr. 6 7 7 Component Beschrijving Geheugen sleuf met af- Sleuf voor de opname van een optionele geheugenkaart. dekking Aansluiting voor de verbinding met een pc via de USB-kabel Mini-USB-aan(voor de gegevensafstemming) aansluiting voor de externe sluiting stroomvoorziening. OPMERKING! Sluit de afdekking weer na iedere handeling met de geheugenkaart. 16 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 16 21.07.
5. Eerste initialisatie Hierna wordt u stap voor stap door de eerste initialisatie van het navigatiesysteem gevoerd. Verwijder eerst de transportbeschermfolie van het scherm. 5.1.
5.2. Stroomvoorziening 5.2.1. Autoadapter Steek de stekker van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting van het toestel. Steek nu de stroomadapterstekker in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functioneren kunnen leiden. 5.2.2.
Vervolgens hebt u volgende keuzemogelijkheden: Via de knop krijgt u een korte inleiding in de ingebruikneming van uw navigatietoestel en de software. Hier wordt onder andere de montage in het voertuig, het navigeren doorheen de software, het invoeren en beheren van navigatiedoelen, algemene gebruikstips enz. beschreven. Via de knop start u de assistent voor instellingen op om de basisinstellingen van uw navigatiesoftware te configureren. Via de knop ware.
5.3.1. Hoofdschermen Hier vindt u een overzicht van de verschillende hoofdschermen van het hoofdmenu. Knoppen Omschrijving Scherm Kaart Navigatiemenu Extras Instellingen 20 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 20 21.07.
OPMERKING! Als het menu mappen niet beschikbaar is, dan kunt u nog het navigatiemenu instellingen kiezen. Het menu “Extras” zal automatisch verschijnen. Zolang uw navigatiesysteem op een extern voedingssysteem aangesloten is of op accu werkt, volstaat een korte druk op de aan/uit-knop om het apparaat in- of uit te schakelen (standby mode). Het apparaat wordt opnieuw “geactiveerd” door te drukken op de aan/uit-schakelaar.
6. Algemene gebruiksaanwijzingen 6.1. In- en uitschakelen Na de initiële inrichting is uw toestel in zijn normale toestand van gereedheid. Druk kort (> 0,5 sec.) op de aan- en uitschakelaar om uw navigatietoestel aan te zetten. Het controlelampje van de accu licht even op en het gebruikersscherm verschijnt. OPMERKING Uw toestel wordt zo afgeleverd, dat het zich, wanneer het niet aan staat ook bij niet-gebruik, niet zelf uitschakelt.
Wanneer u geen gebruik wilt maken van een van deze drie mogelijkheden, gaat het toestel na enkele seconden automatisch in de stand-by modus. Voor verdere instellingen in de stand-by modus, zie ook hoofdstuk Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma), punt 8. Heeft u de comfortfunctie DC AutoSuspend geactiveerd, dan verschijnt er na verloop van de vertragingstijd van enkele seconden eveneens dit beeldscherm. 7. Security Via deze functie kunt u uw toestel beschermen tegen toegang door vreemden.
Nadat u het wachtwoord heeft ingevoerd, verschijnt er nog een tekstveld. Voer hier de verwijstekst in, die als geheugensteuntje voor uw wachtwoord dient. Deze verwijzing kunt u dan oproepen, als u uw wachtwoord vergeten bent, resp. het verkeerd ingegeven heeft. 7.2. Instellingen regelen Nadat u uw wachtwoord en de verwijzingstekst met succes heeft ingevoerd, verschijnt het volgende keuzevenster waarmee u de instellingen voor de functie Security instelt.
7.3. SuperPIN en UUID Nadat u de instellingen ingesteld heeft, verschijnt de SuperPIN en de UUID (Universally Unique IDentifier = unieke toestelidentificatie)op het scherm OPMERKING! Noteer deze gegevens in uw gebruiksaanwijzing en bewaar ze op een veilige plek. Deze gegevens heeft u nodig wanneer u het wachtwoord tot drie keer toe fout ingaf. Het navigatietoestel kan dan enkel met deze gegevens opnieuw vrijgegeven worden. 25 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 25 21.07.
7.4. Instellingen achteraf instellen Wanneer u al een wachtwoord of een vingerafdruk hebt geregistreerd en nadien andere dingen wil instellen, bijvoorbeeld wanneer u uw wachtwoord wil wijzigen, start u de Security-functie op. Dan verschijnt het volgende beeldscherm. Toets Beschrijving Wachtwoord of verwijzingstekst veranderen Instellingen authentificatie (Instellingen regelen) SuperPIN en UUID aanduiden Reset de volledige beveiligingsfunctie.
7.5. Opvragen van het wachtwoord Wanneer u een wachtwoord via de Security-functie heeft vastgelegd, wordt het wachtwoord, afhankelijk van de instelling, gevraagd wanneer het toestel opnieuw opgestart wordt. Geef via het toetsveld het door u gekozen wachtwoord aan. OPMERKING Het wachtwoord wordt in de vorm van sterretjes aangeduid (****). De door u bepaalde informatie wordt weergegeven als u het vraagtekensymbool aanraakt. Klik op om de invoer te bevestigen.
8. Navigatiesysteem terugstellen Er bestaat een mogelijkheid om het navigatiesysteem te resetten indien het niet meer juist reageert of werkt. Bij deze mogelijkheid start het navigatiesysteem opnieuw op, zonder dat het nodig is een nieuwe installatie te doen. De Reset wordt dikwijls gebruikt om het geheugen te reorganiseren. Daarbij worden alle lopende programma’s afgebroken en wordt het werkgeheugen opnieuw van zijn beginwaarden voorzien.
9. Navigatie Een uitvoerige handleiding vindt u op de bijbehorende CD/DVD. 9.1. Veiligheidstips voor navigatie Voer geen instellingen aan het navigatiesysteem uit tijdens het rijden, om uzelf en anderen niet nodeloos in gevaar te brengen! Als u een keer de gesproken aanwijzingen niet hebt verstaan of onzeker bent, wat u bij het volgende kruispunt moet doen, dan kunt u zich met behulp van de kaart- of pijlweergave snel oriënteren.
• De richtlijnen van het navigatiesysteem ontslaan de bestuurder niet uit zijn plicht tot zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid. • Plan de routes voor u moet vertrekken. Als u tijdens het rijden een nieuwe route moet invoeren, stop dan even. • Om het GPS-signaal correct te ontvangen, mogen geen metaalachtige voorwerpen de radio-ontvangst verhinderen. Bevestig het toestel met de zuignap aan de binnenkant van de voorruit of in de buurt van de voorruit.
9.2. Stand van de antenne De antenne moet een vrije zicht naar de hemel hebben voor de ontvangst van de signalen van de GPS-satelieten. Probeer bij ontoereikende ontvangst verschillende mogelijkheden uit voor montage en uitrichting van de antenne in uw voertuig. 9.3. Montage van de autohouder OPGELET! Monteer de houder van het navigatiesysteem enkel dan aan de voorruit als uw zicht niet wordt belemmerd.
9.4. Bevestiging van het navigatiesysteem in de houder Verbind de autoadapter en eventueel de TMC-draadantenne met het navigatiesysteem en steek er eventueel een geheugenkaart in. Zet het toestel in het midden onderaan op de schaal . Nu schuift u het toestel lichtjes naar achteren totdat het hoorbaar vergrendelt. 1 2 (lijkende afbeelding) Nu kunt u de volledige eenheid op de schoongemaakte voorruit of op de zuignap zetten. 32 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 32 21.
9.5. Autoadapter Steek de stekker van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting aan het toestel. 2 1 Steek nu de stroomadapterstekker in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functioneren kunnen leiden. OPMERKING! Trek na de rit, of als u uw wagen gedurende langere tijd niet gebruikt, de stroomadapterstekker uit de sigarettenaansteker. Op die manier kan de accu van de auto zich niet ontladen.
9.6. Navigatiesoftware starten OPMERKING! Bevat uw geheugenkaart (extra) kaarten, dan moet de geheugenkaart tijdens het gebruik van het navigatiesysteem steeds in het apparaat zitten. Als de geheugenkaart tijdens het gebruik verwijderd wordt, al is het kortstondig, moet een reset uitgevoerd worden om het navigatiesysteem opnieuw te starten. Naargelang het navigatiesysteem gebeurt deze reset automatisch. Schakel uw navigatiesysteem in.
10. Informatie over verkeerscontroles (optioneel) (optioneel) Wanneer de waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroleknooppunten geïnstalleerd is verschijnt het volgende scherm: Bevestig met , wanneer u de navigatie met de waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroleknooppunten wil gebruiken. Om de waarschuwingsfunctie te configureren, tikt u in het menu Instellingen de toets Bijzondere functies configureren aan. 35 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 35 21.07.
Dan verschijnt het volgende scherm. Tik hier POI Warner aan: Tik hier Vaste (flitser) aan om de „vaste radars” in te stellen: Hier heeft u de mogelijkheid, de verkeerscontroleknooppunten op een kaart te laten voorstellen of deze niet aan te geven op het scherm. Hier kunt u ook instellen of u, voordat u een verkeerscontroleknooppunt bereikt, door een geluidssignaal wil verwittigd worden. 36 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 36 21.07.
De akoestische waarschuwing voor een verkeerscontrole gebeurt aan de hand van een waarschuwingstoon op een afstand van ong. 15 seconden van het verkeerscontrolepunt. Een dubbele waarschuwingstoon volgt dan op een afstand van ong. 7 seconden. Een viervoudige waarschuwingstoon wijst op een te hoge snelheid. Bovendien wordt door een benaderingsbalkje (onderaan links op uw scherm) de afstand tot het verkeerscontroleknooppunt aangegeven.
11. Spraakcommando’s (optioneel) Tijdens het navigeren kan de spraakinvoermodus worden geactiveerd door gedurende enkele seconden op het touchscreen te drukken of via een korte druk op de volumeknop. En korte signaaltoon duidt erop dat het navigatiesysteem klaar is voor spraakopdrachten.
Geldigheidsgebied Lijstcommando’s Hoofdmenu Huidige Route / Routebeschrijving/ overzichtskaart Commando volgende pagina | lager | naar beneden vorige pagina | hoog | naar boven nieuwe bestemming [invoeren] | Adres invoeren [naar de] (kaart | kaartweergave | kaartafbeelding) Instellingen | Opties andere (toepassingen | applicaties) | extra toepassingen | extras wegbeschrijving | routebeschrijving Routes | Route-opties | Route-instellingen | Routes verkeerssituatie | verkeerstoestand | verkeersinformatie| v
Geldigheidsgebied Kaart Commando pijlafbeelding in Pijlaanzicht | Manoeuvreeraanzicht | pijlafbeelding | pijl kompas (weergave | aanzicht | perspectief | view) geen kaart | kaart (uit | uitschakelen | verbergen) [toon] [alleen | normale] (kaart | kaartweergave) 3 D [Scherm | Kaart | Weergave] 2 D [weergave | aanzicht | perspectief ] [ Aanzicht | kaart | perspectief ] in Rijrichting Kaart geoptimaliseerd | geoptimaliseerde kaart | kaartrichting geoptimaliseerd | perspectief geoptimaliseerd [toon] [kaart] (n
12. Bluetooth (optioneel) De Bluetooth-technologie wordt gebruikt om korte afstanden draadloos te overbruggen. Bluetooth-toestellen verstuurt gegevens via radiosignalen zodat andere toestellen die deze technologie ook ondersteunen zonder kabels met elkaar kunnen communiceren. Vooraleer u uw navigatiesysteem als handsfree installatie met uw Bluetooth gsm kunt gebruiken, dienen de beide toestellen op elkaar afgestemd te worden (koppeling).
Toets Naam Oproepprotocol Bericht Contacten Beschrijving Toont een lijst van de uitgaande en ontvangen gesprekken. Toegang tot het postvak van uw mobieltelefoon. U kunt berichten ontvangen, schrijven en versturen. Raadplegen van de op de mobieltelefoon opgeslagen contacten. De ondersteuning van deze functie is bij elke mobieltelefoon anders. Terug Vorige bladzijde van het hoofdscherm. Wissen Wis met dit veld het via het toetsenveld ingegeven nummer.
12.3. Navigatiesysteem en gsm koppelen OPMERKING! Bij de verbinding met de handenvrijfunctie gebeurt het zoeken naar een toestel in principe door uw navigatietoestel. Afhankelijk van het type gsm kan de functieomvang van de handenvrije modus beperkt zijn (zie ook compatibiliteitslijst op http://www.medion.com/nl/service/. Activeer de bluetooth-functie op uw gsm. OPMERKING! Elke gsm doet dat weer op een andere manier. Lees daarom de handleiding van uw gsm zorgvuldig door.
Uw gsm herkent het navigatietoestel. Er wordt gevraagd om een 4-cijferige PIN-code in te voeren. Voor uw navigatietoestel luidt dit 1 2 3 4. Vervolgens moet de verbinding door een of meerdere bevestigingsmeldingen op uw gsm aanvaard worden. Daarna staat de handenvrijbellenfunctie ter beschikking via het navigatiesysteem. OPMERKING! Van zodra u het navigatiesysteem uitschakelt of er een grotere afstand ontstaat tussen uw gsm en het navigatiesysteem, dan moet deze procedure herhaald worden. 12.4.
12.5. Binnenkomende berichten lezen of laten voorlezen In zoverre uw gsm deze functie ondersteunt, kunt u binnenkomende berichten lezen, of bijkomend ook laten voorlezen. Activeer daarvoor de keuzemogelijkheid Show en lezen onder Instellingen, Bericht. Bij een binnenkomend bericht wordt eerst het telefoonnummer resp. jet contact uit het telefoonboek voorgelezen. Vervolgens kunt u via terug naar het vorige scherm of door te tippen op het veld het bericht laten voorlezen.
12.6. Tijdens een oproep Toets Beschrijving Oproep beëindigen Geluid uitschakelen (mute) voor microfoon- en volume-instellingen Gesprek doorschakelen naar de mobiele telefoon 46 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 46 21.07.
13. MP3-speler (optioneel) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem ook over een MP3-speler. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op het knop MP3-Player. U kunt de mp3-speler ook vanuit de navigatiesoftware opstarten. Alle MP3-bestanden op de geheugenkaart kunnen in een favorietenlijst worden opgeslagen en kunnen worden afgespeeld. (De geheugenkaart mag hierbij niet beveiligd zijn tegen schrijven.) 13.1.
Hier kunt u de instellingen van de MP3-speler doorvoeren. 13.1.1. Nummer kiezen en opslaan in de favorietenlijst Om een nummer te kiezen, druk op en kies het nummer dat u in de favorietenlijst wilt opslaan. U hebt hier drie mogelijkheden om de nummers te markeren. U hebt hier drie mogelijkheden om de nummers te markeren: Druk op om alle nummers en alle ondergeschikte folders te markeren. Druk op om alle nummers in de huidige lijst te markeren. om alle markeringen binnen een map op te heffen.
13.1.2. Favorietenlijst Door op te drukken komt u in de favorietenlijst: Alle nummers verwijdert u met . . Afzonderlijke nummers verwijdert u met Bevestiging met voor het opslaan van de nieuwe keuze in de favorietenlijst. 13.2. Lijst van de vastgelegde leestekens Door te tippen op komt u in de lijst met de vastgelegde leestekens: Alle leestekens wist u met . Afzonderlijke leestekens wist u met . Bevestiging met voor de overname van de nieuwe keuze in de lijst.
14. Picture Viewer (optioneel) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Picture Viewer. Met de Picture Viewer kunt u foto’s in jpg-formaat bekijken die zich op de geheugenkaart van uw navigatiesysteem bevinden. Alle foto’s die zich op de geheugenkaart bevinden zijn onmiddellijk te bekijken. 14.1. Bediening van de Picture Viewer Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Picture Viewer. 14.2.
14.2.1. Grote foto Klik bij de grote foto onderaan op het beeldscherm om het bedieningspaneel te activeren: Toets Beschrijving Draaien 90° met de klok mee Raster invoegen Vorige foto Dia-Show starten Diashow stopzetten Volgende foto Draaien 90° tegen de wijzers van de klok in 51 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 51 21.07.
Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de kleine foto’s. Door op het symbool (raster invoegen) te drukken, wordt de foto in 6 velden onderverdeeld. Door op een vierkant te klikken, wordt dat deel van de foto vergroot: Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de grote foto. 52 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 52 21.07.
15. Travel Guide (optioneel) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Travel Guide. De Travel Guide geeft algemene informatie over verschillende aspecten van bepaalde steden of regio’s in Europa, zoals bv. bezienswaardigheden, restaurants, cultuur en reisinformatie. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Travel Guide. 15.1. Overzicht van het hoofdscherm Als u informatie wilt opvragen, kies dan eerst het land, dan de plaats of de regio.
Afb. 5 Afb. 6 Afb. 7 Afb. 8 Als u een bepaald onderwerp hebt gekozen, bevestig dan door op ken. De navigatiesoftware kan dan naar het betreffende adres gaan. Toets te klik- Beschrijving Vorige scherm Toont het adres van de gekozen categorie Toont beschikbare foto’s van de gekozen categorie Door op deze knop te drukken, kunt u direct naar het gekozen adres toe navigeren. OPMERKING De keuzemogelijkheden in de Travel Guide kunnen naargelang de software uitvoering afwijken.
16. Waar ben ik? (optioneel) Üia de functie Waar ben ik? ontvangt u informatie over uw huidige locatie, mits een GPS-signaal beschikbaar is. Tik in het menu Extra’s op de knop Waar ben ik? U kunt de huidige positie aan uw favorieten tovoegen.: Tik hierto op Huidige positie opslaan. 55 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 55 21.07.
17. Eco Expert (optioneel) Deze functie biedt u via een puntensysteem informatie over de milieuvriendelijkheid van uw rijstijl en bevat tips voor een milieuvriendelijk rijgedrag (ecotips). 17.1. Overzicht van het hoofdscherm Klik in het menu Extra’s op de knop Eco Expert. Een actueel overzicht vindt u onder Eco-punten vandaag. De punten hebben de volgende betekenis: Laag puntenaantal Hoog puntenaantal Niet-milieuvriendelijk rijgedrag Milieuvriendelijk rijgedrag 56 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.
U kunt het puntenaantal op elk gewenst moment terugzetten door op de knop Punten terugzetten te tikken. Onder Eco-punten afgelopen 30 dagen kunt u de gegevens van de afgelopen 30 dagen bekijken. Tik in het hoofdscherm op Instellingen om verschillende aanpassingen uit te voeren: 57 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Content.indd 57 21.07.
18. AlarmClock (wekfunctie) (optioneel) Afhankelijk van de software is uw navigatiesysteem uitgerust met een AlarmClock / wekfunctie. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Alarm Clock. De wekfunctie kan zowel als normale wekker fungeren wanneer het toestel uitgeschakeld is (standbymodus/ energiebesparingsmodus) alsook als herinnering tijdens de lopende navigatie. 18.1. Overzicht van het hoofdscherm Dit beeld krijgt u, waanneer u nog geen wekuur heeft ingesteld.
18.2. Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Huidige systeemtijd Instelmodus (instellen van volume, systeemtijd en alarmgeluid) Nachtmodus (stand-by modus) Nieuwe instelling/Deactiveren van de wekfunctie Instellen van de wekuur Wissen van de invoer Bevestigingstoets Volume verminderen / vehogen Terug naar het vorige menu 18.2.1. Instellen van de systeemtijd In de rechterbovenhoek van het scherm wordt het huidige uur aangegeven. Dat kunt u als volgt aanpassen: Toets op het hoofdscherm op .
Toets op om het uur in te stellen. OPMERKING De systeemtijd wordt ge-update bij GPS-ontvangst. Let daarbij ook op de juiste instelling van de tijdzone. 18.3. Keuze van een wektoon Om een wektoon uit te kiezen, tikt u op . Kies de gewenste map en bevestig deze keuze met de -knop. Wanneer u een andere wekkertoon op uw geheugenkaart wilt kiezen, kiest u de map waarin deze zich bevindt onder de aanduiding Storage Card en wederom bevestigd u uw keuze met . 60 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.
Kies, zoals beschreven bij de MP3-speler, de gewenste wektoon uit en bevestig deze met . De uitgekozen wektoon wordt door een Sluit de toepassing met . gekenmerkt. 18.4. Volume instellen Door de toets aan te toetsen kunt u het volume van het weksignaal aanpassen. OPMERKING Het hier geconfigureerde volume heeft enkel betrekking op het weksignaal en wijzigt het volume van de gesproken navigatie of van de andere functies van het systeem niet. 61 van 82 E5x70 Generic NL Gopal 7.
18.5. Snoozefunctie Als de wekker afgaat op het aangeduide uur, kunt u het weksignaal via de snoozefunctie op regelmatige tijdstippen laten herhalen: Toets op om de snoozefunctie te activeren. Om de dag nadien weer op het ingegeven tijdstip gewekt te worden, beëindigt u de snoozefunctie. Door te klikken op verlaat u de wekaanduiding en keert u terug naar het scherm van voor het wektijdstip terug. 18.6. Beëindigen van de Alarm Clock Om het ingestelde wekuur te deactiveren, toets u op .
19. Sudoku (optioneel) Afhankelijk van de software is uw navigatiesysteem uitgerust met het spel Sudoku. Om deze toepassing te starten, klikt u in het menu Extras op de knop Sudoku. Sudoku is een cijferraadsel. Het speelveld is vierkant en in negen blokken onderverdeeld. Elk blokje bestaat dan weer uit 9 vakjes. De bedoeling bij Sudoku is om alle 81 cijfervelden correct in te vullen met cijfers van 1 tot 9. Elk cijfer mag maar één keer in elk blokje voorkomen.
19.2. Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Spel starten Deze toets toont u tips voor oplossingen. Duwt u nog een keer op de toets, dan verdwijnen de tips weer. Deze toets toont oplossingen voor de vakken met getallen. Duwt u opnieuw op de toets, dan verdwijnen de oplossingen. Deze toets start een nieuw Sudoku-spel. In het menu instellingen hebt u de volgende mogelijkheden: Met deze toets slaat u het actuele spel op. Met deze toets roept u een opgeslagen spel weer op het scherm.
19.3.1. Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Lijst voor de invoer van getallen Keuzelijst van het invoeren van getallen in de getallenvakken. Het gekozen getal word gemarkeerd en kan door het aantikken van een getallenvak in dit vak worden ingevoerd. Invoer U markeert eerst een getal in de getallenlijst, dat in een bepaald vak zou moeten verschijnen. Vervolgens kiest u het gewenste vak. Wissen U kiest eerst het wissymbool uit en dan het getal. De toepassing beëindigen. 20.
21. Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma) De CleanUp-functie dient voor het gericht wissen van pc-gegevens die niet langer gebruikt worden. OPMERKING! Gebruik deze functie zeer voorzichtig aangezien er gegevens gewist kunnen worden die dan handmatig hersteld moeten worden. De CleanUp-functie wordt geactiveerd wanneer onmiddellijk na de starttoon na een reset kortstondig de „o“ in het GoPal-schrift van het hoofdmenu aangetikt wordt. De CleanUp-functie bevat verschillende opties: 1.
6. Format Flash Formatteert het interne “My Flash Disk” geheugen. Bij een uitgebreide foutcorrectie kan deze formattering eventueel noodzakelijk zijn. Na de uitvoering van de formatfunctie is het noodzakelijk het scherm opnieuw te kalibreren. Ook worden alle gegevens in het interne “My Flash Disk” geheugen gewist, zonder kans op herstelling (kijk Remove All). 7. GPS Factory Reset Bepaalt de toestand van de GPS-ontvanger bij levering.
9. Auto Mass Storage Hiermee bestuurt u de werking van het apparaat bij aansluiting aan een USB-poort. Bij de instelling Auto Mass Storage: Off kunt u kiezen tussen de modus voor massaopslag en de ActiveSync®-modus. Bij de instelling Auto Mass Storage: On schakelt het apparaat automatisch in de modus voor massaopslag. Exit Verlaat de CleanUp-functie en herstart het apparaat (zoals een reset) OPMERKING! Vooraleer de gegevens werkelijk gewist worden, is er een bevestiging nodig. Tik hiervoor op YES.
WAARSCHUWING! Bij de installatie van software kunnen belangrijke bestanden overschreven en gewijzigd worden. Om bij eventuele problemen na de installatie op de originele bestanden te kunnen teruggrijpen, dient u voor de installatie een backup van de harde schijf te nemen. OPMERKING! De navigatiesysteem nog niet met uw PC verbinden. Plaats de CD/DVD en wacht tot het programma automatisch start. OPMERKING! Indien dat niet werkt, is waarschijnlijk de zogenoemde Autorun functie gedesactiveerd.
U kiest de gewenste modus uit: 22.1.2. Opslagmodus In het opslagmodus kunt u uw navigatietoestel gebruiken als een wisselmedium (bv. zoals een USB-stick). Er verschijnen twee wisselmedia op het systeem: het interne geheugen van het navigatiesysteem zelf en de (optionele) geheugenkaart, als die in het toestel aanwezig is. OPMERKING! Zolang u zich in deze modus bevindt, kunt u op het toestel parallel geen gegevens invoeren.
22.2. Werken met Microsoft® ActiveSync® Zodra u uw navigatiesysteem met uw PC verbindt wordt ActiveSync® automatisch opgestart. Het programma controleert, of het om een toestel gaat waarmee een partnerschap is afgesloten. Als dat zo is, dan worden de wijzigingen op de PC en op het navigatiesysteem, die sinds de laatste synchronisatie hebben plaatsgevonden, met elkaar vergeleken en gecoördineerd.
23. GPS (Global Positioning System) Het GPS is een satellietondersteund systeem voor de positiebepaling. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde cirkelen is een tot op enkele meters nauwkeurige plaatsbepaling op aarde mogelijk. De ontvangst van de satellietsignalen gebeurt via de antenne van de ingebouwde GPS-ontvanger die daarvoor een „vrij zicht“ op minstens 4 van deze satellieten nodig heeft. OPMERKING! Bij beperkte zichtbaarheid (bijv.
24. TMC (Traffic Message Channel) (optioneel) Traffic Message Channel (TMC) is een digitale radio-datadienst, die op een vergelijkbare manier als RDS werkt en gebruikt wordt voor het verzenden van informatie over verkeersstoringen aan geschikte ontvangers. De verkeersinformatie wordt voortdurend via FM verzonden. Omdat dit signaal constant wordt uitgezonden is de gebruiker minder afhankelijk van de verkeersinformatie, die enkel om het halve uur wordt uitgezonden. Bijkomend kan belangrijke informatie, b.v.
25. Werken met geheugenkaarten 25.1. Geheugenkaarten invoeren Neem de geheugenkaart (optioneel) voorzichtig uit de verpakking (indien beschikbaar). Let er op, dat u de contacten niet aanraakt en dat ze niet vuil worden. Breng de geheugenkaart in de kaartensleuf in, waarbij de aansluiting naar de contacten naar voren moeten wijzen. De kaart moet zich makkelijk laten vastklikken. 25.2.
25.5. Bijkomende Kaarten Uw navigatiesysteem is standaard al met gedigitaliseerde kaarten in het interne geheugen en/of op een geheugenkaart uitgerust. Naargelang de uitvoering zijn er bijkomende gedigitaliseerde kaarten op uw CD/ DVD. Deze kaarten kunt u onmiddellijk naar een geheugenkaart kopiëren. Het gebruik van een externe kaartlezer wordt hiervoor aanbevolen (zie ook pag. 90). De meegeleverde GoPal Assistant laat een makkelijke en individuele samenstelling van het over te dragen kaartmateriaal toe.
25.5.3. Kopiëren van installatiebestanden en kaartengegevens naar het interne geheugen OPMERKING! Om gegevens te kunnen overdragen moet uw navigatietoestel via ActiveSync® met de computer zijn verbonden. Uw toestel beschikt over een intern, permanent geheugen in de map \My Flash Disk. Met behulp van ActiveSync® kunt u met de optie Zoeken deze, maar ook andere mappen weergeven. Wijzigingen aan mappen en bestanden kunnen net zoals in een verkenner worden uitgevoerd.
27. Service 27.1. Fouten en mogelijke oorzaken Het navigatiesysteem reageert niet meer of gedraagt zich atypisch. Voer een Reset uit. Het navigatiesysteem wordt door ActiveSync® enkel als gast herkend. • Zie informatie „22.1.5. Werken met Microsoft® ActiveSync®“ op blz. 71. De GPS-ontvanger kan niet geïnitialiseerd of gevonden worden.
27.3. Transport Volg volgende tips als u uw apparaat wilt transporteren: • Bij grote temperatuurs- of vochtigheidsverschillen kan er zich door condensatie vocht opladen binnenin het apparaat. Dit kan tot een elektrische kortsluiting leiden. • Gebruik een beschermhoes die uw apparaat beschut tegen vuil, vocht, schokken en krassen. • Na een transport wacht u met het in werking stellen van uw apparaat totdat hij de omgevingstemperatuur heeft aangenomen.
29. Technische specificaties Parameter Gegevens Mitac CA-052-00U-00 Stroomvoorziening 1300 mA met stroomadapterkabel voor sigaret- Ingang: 12-24V DC Zekering: F2AL/250V tenaansteke 2A (max.) Uitgang: 5V Accu Li-Ion, 3,7 V Type geheugenkaart Micro-SD Bluetooth (optioneel) Class 2 USB- aansluiting USB 2.0 Afmetingen ca. 136 mm x 14 mm x 86 mm Gewicht incl. accu ca.
31. Colofon Copyright © 2014 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Vermenigvuldiging in mechanische, elektronische of enige andere vorm zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden. Het copyright berust bij de firma: Medion AG Am Zehnthof 77 45307 Essen Duitsland Technische wijzigingen voorbehouden. De handleiding is via de Service Hotline te bestellen en is via het serviceportal beschikbaar voor download.
32. Index A Aan- en uitschakelaar ..............................15 Accuwerking ...............................................11 ActiveSync®-Modus ..................................70 Afvalverwijdering ......................................78 AlarmClock (wekfunctie) ........................58 Alarm Clock (Wekfunctie) Beëindigen ..............................................62 Hoofdscherm .........................................58 Keuze van een wektoon .....................60 Systeemtijd instellen .........
systeem in de houder.....................32 Montage van de autohouder ...........31 Navigatiesoftware starten .................34 Stand van de antenne .........................31 Navigatiesysteem terugstellen Hard Reset ...............................................28 Reset ..........................................................28 O Omgevingstemperatuur ............................9 Opslagmodus .............................................70 P PayTMC......................................................
12,7 cm / 5“ Navigatiesysteem MEDION® GoPal® E5x70 MSN 4005 1598 E5x70 Generic NL Gopal 7.5 MSN 4005 1598 Cover.indd 1 Handleiding 21.07.