Operation Manual

16
Zenders instellen
Gebruik de schakelaar voor bandkeuze om de gewenste frequentieband (FM, MW,
LW of SW) te selecteren. De bijbehorende afkorting wordt weergegeven op het
display.
Stel met de toetsen UP of DOWN e gewenste ontvangstfrequentie in.
Als u UP of DOWN ongeveer drie seconden lang ingedrukt houdt, wordt het
automatisch zoeken gestart.
Het zoeken wordt gestopt zodra een zender met een voldoende krachtig signaal is
gevonden.
MW-bereik instellen
Aangezien in verschillende landen andere radiozendsystemen worden gebruikt, moet
u de schakelaar in het batterijvak omzetten:
Druk zes maal op de toets MODE en kies dan met de toetsen UP resp. DOWN het
desbetreffende ontvangstbereik volgende de hiernavolgende tabel:
Modulatietype
Band Aftastbereik Bandbreedte
FM Frequentiemodulatie 100 KHz 87.0 – 109.0 MHz
SW kortegolf 5 KHz 5.85 – 17.9 MHz
LW langegolf 1 KHz 144 – 299 KHz
Aftastbereik in het MW bereik:
Regio Aftastbereik Bandbreedte
Amerika 10 KHz 520 - 1710 KHz
Europa 9 KHz 522 - 1656 KHz
Finetuning van zenders
Wanneer een zender niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, kan men door
finetuning de ontvangst verbeteren.
Opmerking
In het FM-bereik doorloopt de PLL-tuner de band in stappen van 50 kHz.
In het bereik van de SW en de MW doet hij dat met stappen van 1 kHz.
Druk bij het zoeken naar de zender op de toets FINE. Op het display verschijnt de
aanduiding FINE.
Stel nu met behulp van UP  resp. DOWN  de gewenste ontvangstfrequentie
met halve frequentiestappen in.
Door opnieuw op de toets FINE te drukken verlaat i de finetuning weer.
Deze functie is niet beschikbaar in het LW-bereik.