Operation Manual

27 van 38
14. USB-aansluiting
LET OP!
Direct op de USB-bus aangesloten apparaten mogen
niet meer dan 500 mA vragen. De spanningsuitgang is
beveiligd met een zekering (Limited Power Source con-
form EN 60950). Als u apparaten wilt aansluiten die een
groter vermogen vereisen, moet u twee USB-aansluitin-
gen met een Y-kabel verbinden.
De USB 3.0 aansluitingen zijn volledig achterwaarts compatibel met USB 2.0 en 1.1.
Sluit de USB-apparatuur indien mogelijk altijd aan op de aansluiting die bij de
installatie is gebruikt. Anders krijgt u mogelijk een andere ID en moeten de
stuurprogramma‘s opnieuw worden geïnstalleerd.
15. Netwerkgebruik
15.1. Wireless LAN (draadloos netwerk)
Uw pc is uitgerust met WLAN. De componenten (module, antennes) zijn al in uw pc
ingebouwd en actief. U kunt deze functie desgewenst uitschakelen via Apparaatbe-
heer van Windows®.
Met Wireless LAN is het mogelijk om draadloos een netwerkverbinding met een an-
dere locatie in het netwerk te maken.
LET OP!
Gebruik de Wireless LAN-functie van uw pc niet op lo-
caties waar apparaten staan die kunnen worden ge-
stoord door radiofuncties (zoals bijvoorbeeld zieken-
huizen). Als u niet zeker weet of u de werking van deze
apparaten al dan niet verstoort, schakelt u deze optie
uit.
15.1.1. Eisen
U kunt ook gebruikmaken van een zogenaamd LAN Access Point. Een Access Point
is een apparaat voor draadloze communicatie dat met uw pc communiceert en de
toegang tot het aangesloten netwerk regelt. LAN Access Points komen veel voor in
grote kantoorruimten, op luchthaven en in treinstations, op universiteiten of in in-
ternetcafés. Via deze toegangspunten krijgt u toegang tot eigen services en net-
werken of tot internet. Meestal zijn toegangsrechten vereist, waarvoor in de regel
kosten in rekening worden gebracht. Vaak zijn Access Points uitgerust met een inge-
8331 NL ALDI NL Content MSN 2006 3353 RC1.indb 278331 NL ALDI NL Content MSN 2006 3353 RC1.indb 27 17.11.2016 10:30:0417.11.2016 10:30:04