Operation Manual

41 van 100
OPMERKING!
Als de opname dreigt te bewegen wordt daarnaast het symbool getoond.
In dat geval moet u de camera stilhouden, de beeldstabilisator inschakelen
of een statief gebruiken.
Schakel de macromodus in door op de toets
te drukken . Zo kunt u close-up foto’s te
maken.
8.3.1. Gebruikmaken van de beeldstabilisatie
De beeldstabilisator corrigeert geringe bewegingen van de camera, bijvoorbeeld door
trillen en voorkomt zo dat de opname onscherp wordt.
Kies in het cameramenu het item "STABILISATOR" en schakel daarmee de func-
tie in of uit.
OPMERKING!
Bij het gebruik van een statief of als er voldoende licht is, hoeft u de beeld-
stabilisator niet te gebruiken.
8.3.2. Gebruik van de flitser
Als er onvoldoende licht is voor een goede foto, kan de ingebouwde flitser voor extra
licht zorgen.
Door herhaald indrukken van de flitstoets kiest u de volgende flitsinstellingen:
Pictogram Beschrijving
AUTO: de flitser wordt automatisch ingeschakeld, als de opnameomstan-
digheden extra belichting vereisen.
Met voorflits vóór de eigenlijke flits; dit voorkomt rode ogen. De camera
herkent de helderheid van de objecten en flitst alleen als dat nodig is.
Flitser altijd aan
"Slow Sync": de flitser wordt gesynchroniseerd met een kortere sluitertijd.
86826 NL ALDI NL Content MSN 5004 5856 final REV1.indd 4186826 NL ALDI NL Content MSN 5004 5856 final REV1.indd 41 06.11.2013 10:39:1906.11.2013 10:39:19










