Operation Manual

57 van 100
Instelling Pictogram Betekenis
BELICH-
TINGSREEKS
Met deze functie kan een serie foto's worden gemaakt met verschil-
lende belichtingscorrecties. Bij een belichtingsreeks worden 3 se-
rie-opnamen gemaakt in de volgorde: standaardbelichting, onder-
belichting en overbelichting.
AF-BEREIK
Hier kunt u het autofocusgebied (AF) kiezen.
GEZICHT
PRIORI-
TEIT
De camera herkent automatisch
gezichten.
BREED
Er wordt een breed bereik scherp
ingesteld.
MIDDEN
Het centrale deel wordt scherp
ingesteld.
VELD
Het scherpstelgebied kan op de
display worden verschoven.
CONTINU
AF
Met deze functie kunt u video's
opnemen met autofocus.
AF volgen
De camera stelt automatisch
scherp op het bewegende object
en houdt de instelling vast op
dat object.
AF-VERLICH-
TING
Hier kunt u de AF-lamp op automatisch of handmatig instellen
(UIT).
AE-L/AF-L
Met deze functie kan de belichting, de scherpstelling, of beide wor-
den geblokkeerd door de toets AE/AF LOCK in te drukken De toets
AE/AF LOCK kan op een van de volgende functies worden inge-
steld:
AE-L
Belichting blokkeren/deblokkeren.
AF-L
Scherpstelling blokkeren/deblokkeren.
AE-L/AF-L
Belichting en scherpstelling blokkeren/deblokke-
ren.
86826 NL ALDI NL Content MSN 5004 5856 final REV1.indd 5786826 NL ALDI NL Content MSN 5004 5856 final REV1.indd 57 06.11.2013 10:39:3906.11.2013 10:39:39