39,6 cm / 15,6“ Notebook MEDION® AKOYA® C15x Handleiding
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Betreffende deze handleiding .................................................................... 5 1.1. In deze handleiding gebruikte waarschuwingspictogrammen en -symbolen .................................................................................................................. 5 1.2. Gebruik voor het beoogde doel ........................................................................ 6 1.3. Conformiteitsinformatie .............................................
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 2 van 74 8.2. Het touchpad .........................................................................................................30 De harde schijf ........................................................................................... 32 9.1. Belangrijke mappen.............................................................................................33 Het optische station ..................................................................................
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. FAQ - veel gestelde vragen........................................................................ 61 Klantenservice ........................................................................................... 62 19.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen .............................................................62 19.2. Oorzaak vaststellen .............................................................................................62 19.3.
Persoonlijk Gelieve uw eigendomsbewijs te noteren: Aankoopdatum ...................................... Plaats van aankoop ...................................... Doelgroep Deze handleiding is vooral bedoeld voor eerste gebruikers en gevorderde gebruikers. Ongeacht het mogelijk beroepsmatig gebruik is de notebook bedoeld voor gebruik in een privé-woning. De vele toepassingsmogelijkheden staan ter beschikking voor het hele gezin.
1. Betreffende deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Volg de waarschuwingen op die op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing vermeld staan. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders verkoopt of overdraagt. In deze handleiding gebruikte symbolen en waarschuwingswoorden. 1.1.
• Opsommingspunt/informatie over gebeurtenissen tijdens de bediening Advies over uit te voeren handelingen 1.2. Gebruik voor het beoogde doel Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik, het beheer en het bewerken van elektronische documenten en multimedia-inhoud en voor digitale communicatie. Het apparaat is alleen bedoeld voor particulier gebruik en is niet geschikt voor industrieel/ commercieel gebruik.
2. Veiligheidsaanwijzingen 2.1. Gevaren voor kinderen en personen met beperkte vermogens om apparaten te bedienen • Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij deze personen onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn in het gebruik van het apparaat door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• De Notebook is niet geschikt om in een industriële onderneming te worden gebruikt. • Gebruik de notebook niet bij onweer om schade door blikseminslag te voorkomen. • Leg geen voorwerpen op de notebook en oefen geen druk uit op het beeldscherm. Het gevaar bestaat dat het beeldscherm breekt. • Er bestaat gevaar voor verwondingen, als het TFT-beeldscherm breekt. Neem de gebarsten onderdelen vast met beschermingshandschoenen en stuur ze op naar uw servicecenter voor deskundige verwijdering.
2.3. Repareer het apparaat nooit zelf WAARSCHUWING! Probeer in geen geval het apparaat zelf te openen of te repareren. Daarbij bestaat gevaar voor een elektrische schok! • Om risico‘s te vermijden kunt u bij storingen contact opnemen met het Medion Service Center of een deskundig reparatiebedrijf. 2.4. Back-up LET OP! Maak steeds na het bijwerken van uw gegevens een back-up op externe opslagmedia.
2.6. Omgevingsomstandigheden • Het notebook kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van +5 °C tot +30 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 20% - 80% (niet condenserend). • In uitgeschakelde toestand kan het notebook worden opgeslagen bij een temperatuur van 0 °C tot 60 °C. • Neem tijdens onweer de netstekker uit het stopcontact.
Ook bij gebruik van kunstlicht moet een parallelle opstelling worden aangehouden. Dat wil zeggen, bij werken in een ruimte met kunstlicht gelden in principe dezelfde criteria en overwegingen. Wanneer het vanwege de indeling van de ruimte niet mogelijk is om het beeldscherm op te stellen zoals beschreven, is het misschien mogelijk om door draaien en kantelen van het notebook/beeldscherm, verblinding, reflecties, sterke contrasten en dergelijke te vermijden.
• Wanneer u de voedingsadapter van het lichtnet wilt loskoppelen, trekt u eerst de kabel van de voedingsadapter uit het stopcontact en vervolgens de stekker van het notebook. De omgekeerde volgorde zou de voedingsadapter of het notebook kunnen beschadigen. Houd bij het lostrekken altijd de stekker zelf vast. Trek nooit aan het snoer. 2.9. Kabels • Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen. • Zet geen voorwerpen op de kabels om te voorkomen dat die beschadigd raken.
• Op het notebook mag alleen apparatuur worden aangesloten, die voldoet aan de norm EN 60950 „Veiligheid van informatietechnologie“ of de standaard EN60065 „Veiligheidseisen - audio-, video -en soortgelijke elektronische apparatuur“. 2.10. Opmerkingen over het touchpad • Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vinger en reageert op de energie die via de huid wordt afgegeven.
3. Leveringsomvang Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop contact op te nemen met het servicecenter, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven. Met het product dat u verworven heeft, heeft u gekregen: • • • Notebook Li-ion accu Stekker met aansluitingskabel AC/DC-adapter • • • • Fabrikant FSP Technology Inc.
4. Aanzichten 4.1. Open Notebook 1 2 3 4 10 5 6 9 8 7 (vergelijkbare afbeelding) 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) Webcam Led webcam Microfoon Beeldscherm Loudspreker Toetsenbord Touchpad Status leds Touchpad vergrendeling Door op het symbool te dubbeltikken wordt de blokkering van het touchpad uit- resp. ingeschakeld en licht de display op.
4.2. Rechterkant 11 12 13 16 14 15 (vergelijkbare afbeelding) 11) 12) 13) 14) 15) 16) Audio-uitgang / aansluiting headset USB 2.0 poort Optische drive Ejecttoets optische drive Nood eject Aansluiting Kensington-slot ® 4.3. Linkerkant 17 17) 18) 19) 20) 21) 22) 18 19 20 21 22 (vergelijkbare afbeelding) Netadapter-aansluiting Ext. monitor VGA poort (optioneel) LAN poort (RJ-45)) HDMI poort USB 3.0 poort USB 3.
4.4. Vooraanzicht 23 (vergelijkbare afbeelding) 23) Multimedia kaartlezer 4.5. Status leds Het systeem toont via LED´s stroomverzorging en gebruikstoestand aan. De functie- LED´s branden bij de desbetreffende activiteit van de notebook: (vergelijkbare afbeelding) Toegangsweergave Wanneer deze LED oplicht resp. knippert, spreekt de notebook de harde schijf of optisch station aan WLAN-/Bluetooth Weergave voor draadloze gegevensuitwisseling.
5. Ingebruikname Om uw notebook met de nodige zorgvuldigheid te gebruiken en een lange levensduur ervan te garanderen moet u het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften aan het begin van dit handboek hebben gelezen. De notebook is van tevoren reeds volledig geïnstalleerd, zodat u geen stuurprogramma´s meer hoeft te installeren en u meteen kunt starten. Plaats voor de ingebruikname de accu in het toestel door de accupack in het vak te laten glijden .
OPMERKING! Er mag zich geen systeemschijf (bijv. de Recovery-Disc) in de optische drive bevinden aangezien anders het besturingssysteem niet van de harde schijf geladen wordt. Het besturingssysteem wordt van de harde schijf geladen. De eerste keer duurt het opstarten iets langer. Pas nadat alle benodigde gegevens zijn ingevoerd, is het besturingssysteem geïnstalleerd. Het besturingssysteem is volledig geladen, als een welkomstscherm word getoond.
OPMERKING! Schakel uw notebook niet uit, terwijl de harde schijf of het optische station actief zijn en de toegangslampjes branden. Anders kunnen er gegevens verloren gaan. Om de harde schijf te beschermen moet u na het uitschakelen van de notebook steeds minstens 5 seconden wachten voor dat U deze opnieuw aanschakelt. 6.2. Gebruik op het lichtnet Uw notebook is voorzien van een universele voedingsadapter die zichzelf automatisch instelt op de beschikbare voedingsspanning.
Licentieovereenkomst Lees de licentieovereenkomst zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke juridische informatie over het gebruik van de software. Om de volledige tekst te zien moet u de schuifbalk met de muiscursor naar beneden trekken tot u aan het einde van het document bent gekomen. U stemt in met de overeenkomst door de optie accepteren aan te klikken. Alleen dan heeft u het recht om dit product volgens de geldende voorwaarden te gebruiken.
6.3. Accubedrijf OPMERKING! Laad en ontlaad een nieuwe accu twee tot drie maal achter elkaar volledig zodat de accu de volledige capaciteit kan bereiken! Accu‘s slaan de elektrische energie in de cellen op en geven deze energie bij belasting weer af. De levensduur en capaciteit van uw accu wordt bepaald door een zorgvuldig gebruik. De accu moet altijd volledig worden ontladen en weer volledig worden opgeladen om de levensduur en de capaciteit te optimaliseren. Neem ook de veiligheidsinstructies op „5.
LET OP! Verwijder de accu niet terwijl het notebook in gebruik is omdat u dan gegevens kunt verliezen. Let er bij opslag van de accu en gebruik van het notebook op dat de contacten van de accu en het notebook niet beschadigd kunnen worden. Beschadigde contacten kunnen leiden tot storingen. 6.3.3. De accu opladen De accu wordt opgeladen met behulp van de voedingsadapter. Wanneer de voedingsadapter is aangesloten en ingeschakeld, wordt de accu automatisch opgeladen, ook wanneer het notebook is uitgeschakeld.
Verdere informatie krijgt u te zien wanneer u dubbelklikt op het symbool. OPMERKING! Wanneer u de waarschuwingen bij lage accucapaciteit negeert, wordt uw notebook automatisch uitgeschakeld. LET OP! Verwijder nooit de accu terwijl het notebook is ingeschakeld of wanneer het notebook nog niet volledig is uitgeschakeld omdat dit aanleiding kan geven tot gegevensverlies. 6.4.
7. Display 7.1. Openen en sluiten van de display Het display wordt door de speciale constructie van de scharnieren afgesloten zodat geen extra vergrendeling nodig is. Om het display te openen, klapt u het met duim en wijsvinger tot de gewenste positie open. LET OP! Sla het display niet verder open dan 120°. Houd het display tijdens openen, positioneren en sluiten altijd in het midden vast. Anders kan het display beschadigd worden. Probeer nooit om het display met geweld te openen.
7.3. Aan de persoonlijke voorkeur aanpassen Dit programma biedt u de mogelijkheid om de weergave aan uw beeldscherm aan te passen. Hierbij horen onder andere het achtergrondbeeld, de screensaver en geavanceerde instellingen voor uw beeldscherm en uw grafische kaart.
7.4. Externe monitor aansluiten Het notebook is voorzien van een VGA-aansluiting (18) (optioneel) en een HDMIaansluiting (20) voor een externe monitor. Sluit uw notebook op de juiste manier af. Sluit de signaalkabel van de externe monitor aan op de VGA-aansluiting van uw notebook (18). Eventueel kunt u ook de digitale HDMI-aansluiting (High Definiton Multimedia Interface) (20) gebruiken voor het verzenden van het beeld- en geluidssignaal.
7.4.1. Dupliceren Deze modus dupliceert het scherm van het notebook op de externe monitor. OPMERKING! Bij deze modus moeten beide beeldschermen op dezelfde resolutie worden gezet. 7.4.2. Uitbreiden In deze modus wordt op het tweede (externe) beeldscherm een leeg bureaublad weergegeven. Vensters kunnen vanaf het eerste beeldscherm naar het tweede worden verschoven.
8.1.1. Toetsencombinaties, specifiek voor de notebook Fn + F1 Fn + F2 Fn + F4 Fn + F5 Fn + F6 Fn + F7 Fn + F8 Fn + F9 Fn + F10 Fn + F11 Fn + F12 Num Lk Fn + Scr Lk Beschrijving Sleep Deze toets kan via de weergave-eigenschappen in energiebeheer aan uw voorkeuren worden aangepast. Vliegtuigmodus Opent de gebruikersinterface om WLAN- en/of Bluetooth in of uit te schakelen. ECO-functie (optioneel) Schakelt de ECO-functie in/uit . Donker Vermindert de schermhelderheid.
8.2. Het touchpad In de normale modus volgt de muiscursor de beweging van uw vinger op het touchpad in dezelfde richting. LET OP! Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebruik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad hierdoor beschadigd kan worden. Onderaan het touchpad bevinden zich een linker- en een rechterknop de op dezelfde manier kunnen worden gebruikt als bij een gewone muis.
8.2.1. Touchpad met twee vingers bedienen Het touchpad ondersteunt de bediening met twee vingers waarmee bij sommige toepassingen bepaalde opdrachten kunnen worden uitgevoerd.
9. De harde schijf De harde schijf is het belangrijkste opslagmedium waarbij een hoge opslagcapaciteit wordt gecombineerd met een snelle gegevenstoegang. Met uw notebook wordt een OEM-versie** van het besturingssysteem Microsoft Windows®8 meegeleverd waarmee alle mogelijkheden van het notebook volledig worden ondersteund. De harde schijf van uw notebook is al zo geconfigureerd dat u er in de regel optimaal mee kunt werken zonder zelf de instellingen aan te passen.
9.1. Belangrijke mappen Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste mappen en de inhoud. LET OP! Wis of verander deze mappen en bestanden in deze mappen niet omdat er anders gegevens verloren kunnen gaan of de werking van het systeem in gevaar komt. C:\ In de hoofdmap van C:\ bevinden zich de bestanden die zijn vereist voor de start van Windows®. Het systeem is zo ingesteld dat deze bestanden niet zichtbaar zijn.
10. Het optische station 10.1. Een disk aanbrengen In tegenstelling tot de stations in gewone desktop pc‘s, wordt er bij een notebook gebruik gemaakt van een houder om de disks te vergrendelen. Bij het inleggen van de disk moet u er op letten dat deze exact op de houder wordt gedrukt en daar wordt geborgd. OPMERKING! Plak geen beschermfolies of andere stickers op de disks. Maak geen gebruik van vervormde of beschadigde disks om schade aan uw station te voorkomen.
Druk op de uitwerptoets wanneer u de disk weer wilt verwijderen. LET OP! Probeer niet om de disk uit het optische station te nemen zolang het notebook nog toegang heeft. 10.1.1. Verwijderen van een geblokkeerde disk Wanneer de lade niet meer automatisch wordt geopend, kan de lade met de hand worden geopend wanneer uw notebook is voorzien van een noodopening. Sluit Windows af en schakel het notebook uit. Voer een lang, puntig voorwerp (b.v.
10.3. Regionale weergave-informatie bij dvd‘s De weergave van dvd-films omvat decodering van mpeg2-Video, digitale ac3-audiobestanden en decoderen van beveiligde CSS inhoud. CSS (soms ook Copy Guard genoemd) is de naam van een beveiligingsprogramma dat de filmindustrie gebruikt als maatregel tegen illegale kopieën. Onder de vele regels voor CSS-licentienemers bevinden zich regels voor de beperking van de weergave bij landspecifieke inhoud.
11. Het geluidssysteem 11.1. Externe audio-aansluitingen Uw notebook is voorzien van ingebouwde stereoluidsprekers zodat u altijd geluid kunt weergeven zonder aanvullende apparatuur. Het gebruik van de externe aansluitingen geeft u de mogelijkheid om uw notebook aan te sluiten op externe apparatuur. Met behulp van de toetscombinaties Fn +F11 en Fn+F12 kunt u het geluidsvolume regelen.
12. Netwerkgebruik 12.1. Wat is een netwerk? Men spreekt van een netwerk wanneer meerdere computers direct met elkaar zijn verbonden. Op deze manier kunnen de gebruikers informatie en gegevens onder elkaar uitwisselen en randapparatuur (b.v. printers en opslagmedia) delen. Enkele praktische voorbeelden: • Binnen een kantoor worden berichten via e-mail uitgewisseld en worden afspraken centraal beheerd.
12.2.1. Voorwaarden Als verbinding kunt u gebruik maken van een zgn. WLAN Access Point. Een WLAN Access Point is een draadloos communicatieapparaat dat met uw notebook communiceert en de toegang tot het aangesloten netwerk regelt. WLAN Access Points zijn te vinden in grote kantoren, luchthavens, treinstations, universiteiten of internetcafés. Deze toegangpunten bieden toegang tot de eigen diensten en netwerken via internet. Meestal zijn er toegangsrechten nodig die in de regel betaald moeten worden.
De communicatiesnelheden die met de Bluetooth-technologie haalbaar zijn kunnen verschillen door de apparatuur en verschillende omgevingsfactoren. Met een Bluetooth-apparaat kunnen gegevens door muren, jaszakken en aktetassen heen worden verzonden. De communicatie tussen Bluetooth-apparatuur vindt plaats op de frequentieband van 2,4 Gigahertz (GHz). Voor Bluetooth High Speed-gegevensoverdracht moet WLAN ingeschakeld zijn en moet het toegangspunt ook de High Speed-modus ondersteunen.
13. De geheugenkaartlezer Geheugenkaarten zijn gegevensdragers die b.v. bij digitale fotografie worden gebruikt en langzamerhand de diskette als opslagmedium vervangen. De vorm en de capaciteit van de geheugenkaart kan per fabrikant verschillen. Uw notebook ondersteunt de volgende formaten: • MMC (MultiMediaCard) • SD (Secure Digital), SDHC, SDXC Let er bij het plaatsen van de geheugenkaart op dat de contacten zoals hieronder beschreven in de juiste richting wijzen.
15. De Universal Serial Bus-aansluiting De Universal Serial Bus (USB 1.1 en USB 2.0) is een standaard voor het aansluiten van invoerapparatuur, scanners en andere randapparatuur. Via de USB-aansluitingen kunnen er maximaal 127 apparaten via een enkele kabel worden aangesloten. De USB 3.0-aansluitingen zijn volledig achterwaarts compatibel met USB 2.0 en 1.1. Uw notebook is voorzien van2 USB 3.0 aansluitingen (21) en (22 )(optioneel) en 2 USB 2.0 aansluitingen (12).
15.2. Notebook beveiligen Uw nieuwe notebook biedt hard- en softwarematige beveiliging tegen onbevoegde toegang. 15.3. Wachtwoord bij inschakelen U kunt uw notebook tegen onbevoegd gebruik beschermen met behulp van een wachtwoord bij het inschakelen. Wanneer het notebook wordt ingeschakeld verschijnt er een scherm om het wachtwoord in te voeren. Dit wachtwoord wordt in de UEFI-firmware-instelling ingesteld. LET OP! Noteer uw wachtwoord op een veilige plaats.
16. Software Dit hoofdstuk geeft informatie over de software Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het besturingssysteem, de software (toepassingen) en de Windows activering. OPMERKING! De huidige Windows familie bestaat uit Windows 8 en Windows 8.1. Windows 8.1 is de eerste update van de Windows 8 generatie. 16.1.
16.3. Windows® 8 - nieuwe mogelijkheden 16.3.1. Microsoft account Een Microsoft-account bestaat uit een e-mailadres en een wachtwoord voor de aanmelding bij Windows. U kunt hiervoor gebruik maken van een willekeurig e-mailadres. Wij adviseren echter om gebruik te maken van het adres dat u gebruikt om ook met vrienden te communiceren en waarmee u zich bij uw favoriete websites aanmeldt. Met een Microsoft-account kunt u in de store kosteloos of tegen betaling apps downloaden en installeren op max.
16.3.2. Taakbalk (Desktopmodus) Vanaf de taakbalk onder aan het beeldscherm kunt u programma‘s starten en omschakelen tussen programma‘s die al actief zijn. Onder Windows® 8 kunt u elk programma in de taakbalk zetten zodat u het altijd met een enkele klik kunt openen. Daarnaast kunnen de symbolen op de taakbalk opnieuw worden gerangschikt door er eenvoudig op te klikken en het symbool naar de gewenste positie te slepen.
16.3.4. Verbeterd bureaublad Windows® 8 maakt werken met de vensters op het bureaublad eenvoudiger. U heeft hiermee intuïtieve mogelijkheden om de vensters te openen, sluiten, vergroten/ verkleinen en organiseren. Met Windows® 8 worden uw dagelijkse taken eenvoudiger. Door het vastklikken („Snaps“) wordt het bijvoorbeeld eenvoudiger dan ooit om de inhoud van twee geopende vensters te vergelijken. U hoeft de grootte van de geopende vensters hiervoor niet eens aan te passen.
16.3.6. Thuisgroep Met thuisgroepen, een Windows® 8 functie, wordt het verbinden van de computers in het huis bijzonder eenvoudig. Een thuisgroep wordt automatisch aangemaakt wanneer de eerste pc onder Windows® met het huisnetwerk wordt verbonden. Het toevoegen van nieuwe pc‘s met Windows® aan de thuisgropep is snel gebeurd. U kunt exact opgeven wat er op elke pc met alle andere pc‘s in de thuisgroep mag worden gedeeld.
16.4.1. Bij Windows aanmelden Om met Windows® 8 te kunnen werken, moet u in Windows® 8 een gebruikersaccount aanmaken. Plaats de muiscursor in de rechter bovenhoek van het scherm, beweeg de muis omlaag en klik op Instellingen. Kies de optie Pc-instellingen wijzigen. Open de categorie Gebruikers. Kies de optie Een gebruiker toevoegen om verdere gebruikersaccounts aan te maken. Met Windows® 8 kunt u zich op drie verschillende manier bij Windows aanmelden.
16.4.4. Afbeeldingswachtwoord voor Windows instellen Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Instellingen. Klik vervolgens op Pc-instellingen wijzigen. Kies de optie Gebruikers. Klik op Stel een afbeeldingswachtwoord in en volg de aanwijzingen op het scherm. OPMERKING! Het aanmelden met een afbeeldingswachtwoord is speciaal ontwikkeld voor apparaten met een touchdisplay.
16.6. Windows®8 startscherm Nadat het besturingssysteem is opgestart, bevindt u zich op het nieuwe Windows® 8-startscherm. (Afbeelding vergelijkbaar) De onderstaande informatie dient als voorbeeld: Windows® 8-app Windows® 8-app´s zijn uitvoerbare programma's. De tegel "Bureaublad" opent de klassieke Windows weergave De tegel Internet Explorer opent Internet Explorer OPMERKING! Apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven.
16.7. Windows® 8-bureaublad Deze afbeelding toont een symbolische weergave over extra programma‘s. (Afbeelding vergelijkbaar) De onderstaande informatie dient als voorbeeld: Klassieke bureaublad -apps Bureaublad-apps zijn toepassingen die door een miniatuurafbeelding van het programma op het bureaublad worden weergegeven. De miniatuurafbeeldingen van apps zijn groter dan de afbeeldingen van de normale tegels. Met de klassieke bureaublad-app "Power Recover" wordt het programma voor systeemherstel geopend.
16.7.1. Werken met Windows® 8 en klassieke apps Menu Een app starten Een app beëindigen Handelingen Klik met de linker muisknop op de gewenste app. OPMERKING! Niet alle apps moeten worden afgesloten! Windows kan niet-gebruikte apps automatisch afsluiten. Druk de toetscombinatie Alt+F4. Klik op de bovenste rand van de actieve app en sleep de app naar de onderste rand van het scherm. Alle apps weergeven Klik met de linker muisknop op het startscherm.
Een app de-installeren Klik met de rechter muisknop op het startscherm. Klik op Alle apps in de rechter benedenhoek van het scherm. Klik met de rechter muisknop op de gewenste app. Klik op de-installeren onderaan het scherm. OPMERKING! Niet alle apps kunnen op deze manier worden gede-installeerd. Wanneer de optie "de-installeren" niet wordt weergegeven, is de-installeren van de betreffende app niet mogelijk.
16.8. Gebruik van de zoekfunctie Om verschillende taken resp. instellingen of apps snel te vinden kunt u gebruik maken van de zoekfunctie. Plaats de muiscursor in de rechter boven- of benedenhoek en klik op Zoeken. Voer de naam van de app of een bestand in en kies een van de resultaten in het overzicht links op het scherm. De zoekresultaten zijn gesorteerd op Apps, Instellingen en Bestanden. Kies de categorie (Apps, Instellingen of Bestanden) waaronder het gewenste bestand zich bevindt. 17.
Algemeen Hier kunt u de algemene opties voor de tijdzone, spellingscontrole, taal en geheugen controleren en wijzigen. Het besturingssysteem kan opnieuw worden geïnstalleerd zonder dat daarbij persoonlijke gegevens van de gebruikers of belangrijke basisinstellingen verloren gaan. Uw notebook kan worden hersteld in dezelfde toestand als het is geleverd. Start het notebook opnieuw met een cd in de drive. Privacy Hier kunt u de beveiligingsinstellingen voor apps, accounts en Windows® 8 instellen.
17.1. Windows® 8 in-/uitschakelfuncties Het nieuwe Windows® 8 geeft u de mogelijkheid om uw notebook opnieuw op te starten, in de Slaapstand te zetten of af te sluiten. De opties voor de Slaapstand-instellingen kunnen op elk moment in bij „Energiebeheer“ worden gewijzigd. In de Slaapstand-modus blijft de volledige inhoud van het werkgeheugen van uw notebook bewaard terwijl vrijwel alle andere componenten worden uitgeschakeld om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Wanneer u b.v.
17.2. Instellingen in het Configuratiescherm Met behulp van het configuratiescherm kunt u de instellingen van Windows® 8 wijzigen. Via deze instellingen kunt u vrijwel alles instellen voor de weergave en de werking van Windows® 8. U heeft hier de mogelijkheid om Windows® 8 volledig volgens uw eigen voorkeuren te configureren. Bij de eerste keer dat het configuratiescherm wordt geopend, worden enkele van de meest gebruikte elementen weergegeven, verdeeld in categorieën.
17.4. Systeemherstel starten Druk na de herstart op de functietoets F11 of start het notebook met toets F11 ingedrukt om PowerRecover te starten. of Klik op de app PowerRecover op het Windows® 8 bureaublad om het programma vanaf het Windows® 8 bureaublad af te starten.
17.5. UEFI-firmware-instelling In de UEFI-firmware-instelling (basisconfiguratie van de hardware van uw systeem) heeft u uitgebreide instelmogelijkheden voor de werking van uw notebook. U kunt hier bijvoorbeeld de werking van de interfaces, de veiligheidsinstellingen of het energiebeheer wijzigen. Het notebook is in de fabriek al ingesteld voor optimale werking. LET OP! Wijzig deze instellingen alleen wanneer het absoluut noodzakelijk is en u bekend bent met de configuratiemogelijkheden. 17.5.1.
18. FAQ - veel gestelde vragen Moet ik de meegeleverde disks nog installeren? − Nee In principe zijn alle programma‘s al geïnstalleerd. De disks zijn uitsluitend bedoeld als back-up. Waar kan ik de benodigde stuurprogramma‘s voor mijn notebook vinden? − De stuurprogramma‘s bevinden zich op de tweede partitie van de harde schijf in de mappen Drivers (stuurprogramma‘s) en Tools. Wat is de Windows-activering? − In deze handleiding vindt u een hoofdstuk met uitgebreide informatie over dit onderwerp.
19. Klantenservice 19.1. Eerste hulp bij hardwareproblemen Storingen kunnen soms banale oorzaken hebben, maar soms ook worden veroorzaakt door defecte onderdelen. Wij willen u hiermee een handleiding bieden om het probleem op te lossen. Als de hier beschreven maatregelen geen resultaat opleveren, helpen wij u graag verder. Bel ons gerust op! 19.2. Oorzaak vaststellen Begin met een zorgvuldige visuele controle van alle kabelverbindingen.
19.2.1. Fouten en mogelijke oorzaken Het beeldscherm blijft zwart. • Deze storing kan verschillende oorzaken hebben: − Het indicatielampje (aan/uit schakelaar) brandt niet en het notebook bevindt zich in de slaapstand. Oplossing: druk de aan/uit schakelaar in. − De led van de energiezuinige modus knippert. Het notebook bevindt zich in de energiezuinige modus. Oplossing: druk de aan/uit schakelaar in. − De achtergrondverlichting is uitgeschakeld met behulp van de toetscombinatie Fn+F7.
19.3. Heeft u verder nog ondersteuning nodig? Als u ondanks de bovenstaande suggesties nog steeds problemen heeft, kunt u contact opnemen met uw hotline of gaat u naar www.medion.com. Wij zullen u dan verder helpen.
19.5. Transport Neem de volgende richtlijnen in acht bij het vervoeren van het notebook: • Schakel het notebook uit. Om beschadiging te voorkomen, worden de koppen van de harde schijf automatisch naar een veilige positie bewogen. Verwijder dvd‘s/cd‘s uit het station. • Wacht na transport van het notebook met de ingebruikname tot het notebook zich heeft kunnen aanpassen aan de omgevingstemperatuur.
19.6. Onderhoud LET OP! Het notebook bevat van binnen geen onderdelen die moeten worden gereinigd of onderhouden. De levensduur van het notebook kan worden verlengd door de volgende maatregelen: • Neem voor het schoonmaken altijd de netstekker uit het stopcontact, koppel alle aansluitkabels los en verwijder de accu. • Reinig het notebook uitsluitend met een licht bevochtigde, pluisvrije doek. • Gebruik geen oplosmiddelen, bijtende of gasvormige schoonmaakmiddelen.
19.7. Onderhoud van het beeldscherm • Sluit het notebook wanneer u het niet gebruikt. Voorkom krassen op het oppervlak van het beeldscherm omdat het beeldscherm snel beschadigd kan worden. • Zorg dat er geen waterdruppels op het beeldscherm achterblijven. Water kan blijvende verkleuringen veroorzaken. • Reinig het beeldscherm met een zachte, pluisvrije doek. • Stel het beeldscherm niet bloot aan fel zonlicht of ultraviolette straling. • Het notebook en de verpakking kunnen worden hergebruikt.
• Interne componenten van het notebook kunnen worden beschadigd door elektrostatische ontladingen (ESD). Voer de reparaties, upgrades en aanpassingen aan het notebook indien mogelijk uit op een werkplek met ESD beveiliging. Wanneer een dergelijke werkplek niet beschikbaar is, kunt u een antistatische band dragen of een goed geleidend, metalen voorwerp aanraken. Schade die het gevolg is van een onjuiste werkwijze kunnen op uw kosten worden gerepareerd. 20.2.
21. Recycling en afvoer Wanneer u vragen heeft over de juiste afvoer, kunt u contact opnemen met de verkoper of onze klantenservice. Verpakking Het apparaat is verpakt ter bescherming tegen transportschade. Verpakkingen zijn grondstoffen en kunnen dus worden hergebruikt of terug in de grondstoffenkringloop worden gebracht. Apparaat Voer het apparaat aan het einde van de levensduur niet zomaar af met het gewone huishoudelijke afval.
22. Europese norm EN 9241-307 klasse II Bij Active Matrix TFT‘s met een resolutie van 1366 x 768 pixels, die zijn samengesteld uit elk drie subpixels (rood, groen, blauw), worden in totaal ca. 3,1 miljoen stuurtransistors gebruikt. Door dit zeer hoge aantal transistors en het daarmee verbonden uiterst complexe productieproces kan er sporadisch sprake zijn van uitvallende of verkeerd aangestuurde pixels resp. afzonderlijke subpixels.
Type pixelfouten: • Type 1: pixel brandt permanent (felle witte punt) terwijl deze niet wordt aangestuurd. Een witte pixel ontstaat doordat alle drie subpixels branden. • Type 2: pixel brandt niet (donkere zwarte punt) hiewel de pixel wordt aangestuurd. • Type 3: abnormale of defecte subpixel in de kleur rood, groen of blauw (b.v. permanent brandend met halve helderheid, niet branden van een kleur, knipperen maar niet van het type 1 of 2).
23. Colofon Copyright © 2013 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Vermenigvuldiging in mechanische, elektronische of enige andere vorm zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden. Het copyright berust bij de firma: Medion AG Am Zehnthof 77 45307 Essen Duitsland Technische wijzigingen voorbehouden. De handleiding is via de Service Hotline te bestellen en is via het serviceportal beschikbaar voor download.
24. Index A Aansluiten ....................................................11 Aan-/uitschakelaar ....................................19 Aanzichten Linkerkant ...............................................16 Open Notebook ....................................15 Rechterkant ............................................16 Vooraanzicht ..........................................17 Accubedrijf ..................................................22 De accu ontladen..................................23 Accucapaciteit .
P Plaats van opstelling ...................................9 R Recycling en afvoer ..................................69 S Software................................................. 43, 44 Kennismaken met Windows® 8 .......44 Windows® 8 - nieuwe mogelijkheden .................................44 Windows activering .............................44 Status leds ....................................................17 Stroom besparen .......................................57 Stroomvoorziening ........................