Operation Manual

B
EDIENING
21
WERKEN MET GEHEUGENKAARTEN
Uw navigatie-systeem ondersteunt MMC en SD geheugenkaarten.
GEHEUGENKAARTEN INVOEREN
1. Neem de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking
(indien beschikbaar). Let er op, dat u de contacten niet
aanraakt en dat ze niet vuil worden.
2. Breng de geheugenkaart in de kaartensleuf in, waarbij de
aansluiting naar de contacten en de achterkant moeten
wijzen. De kaart moet zich makkelijk laten vastklikken.
GEHEUGENKAART VERWIJDEREN
Tip: U mag de geheugenkaart niet verwijderen als er
mee gewerkt wordt, omdat u anders gegevens zou
kunnen verliezen.
1. Om de kaart te verwijderen, duwt u lichtjes tegen de
bovenkant tot dat ze zich ontgrendelt.
2. Trek de kaart eruit zonder de contacten aan te raken.
3. Bewaar de geheugenkaart in de verpakking of op een
andere veilige plek.
Tip: Geheugenkaarten zijn heel gevoelig. Let erop,
dat de contacten niet vuil worden en dat de kaart niet
geforceerd wordt.
i
i