Operation Manual

28
5 Gebruik
Kies een zachte, niet al te sterk be-
haarde plaats op het lichaam uit, die
niet in de buurt van een gebeente of
een ader ligt. i
Ter voorbereiding van de huid en voor
een betere bloedsomloop, masseert u
de plaats zacht. i
Houdt de prikhulp enkele seconden
tegen de prikplek aan vóór het prikken
en druk dan o p de drukto e t s.
Wacht tot er zich onder AST-kap een
bloeddruppeltje met de diameter van
ca. 1,4 mm gevormd heeft. i
Neem de prikpen voorzichtig van de
huid en ga verder zoals bij gebruik van
de normale beschermkap (zie 5.4
"Bloedglucosewaarde bepalen").
Werk als volgt:
1.
2.
3.
4.
5.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de AST kap mag NIET de
eerste bloeddruppel worden gebruikt voor
de bloedglucosemeting.
In plaats van de
vingertop kan het
bloedstaal ook
afgenomen
worden aan:
Handpalm
Onderarm