Operation Manual
11
5 Stroom- en wateraansluiting
5.1 Voorbereiding voor de stroom- en
wateraansluiting
Het volgende wordt niet meegeleverd en moet door u
voor de installatie beschikbaar worden gesteld:
VOORZICHTIG
Bij een vaste aansluiting moet aan de installatie-
zijde een scheidings-inrichting voor alle polen
worden gemonteerd met een breedte van de
contactopening van 3 mm per pool.
➤ Maximale systeemimpedantie op huisaansluiting
0,10 Ohm (de impedantie kan bij de
energieleverancier worden aangevraagd).
➤ Stopcontact en stekker voor stroomaansluiting.
➤ Externe hoofdschakelaar voor stroomaansluiting.
➤ Toevoerleiding voor hoofdkraan en
wateraansluiting.
– Maximale waterleidingdruk 0,5 MPa (5 bar).
– Maximale voorlooptemperatuur van het water 20 °C.
INFO
Denk eraan deze voorbereidingen te hebben
getroffen en de apparaten op de dag van de
installatie beschikbaar te hebben.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schokken!
– Het gebruik van contactdozen met een
verkeerde stroomsterkte leidt tot elektrische
schokken en vernieling van de c35.
WAARSCHUWING
Een beschadigd apparaat is niet veilig en kan
ernstig letsel en brand veroorzaken.
– Bescherm het apparaat tegen weersinvloeden
zoals regen, vorst en directe zonbestraling om
schade en zodoende mogelijk gevaar voor letsel
en brandgevaar te voorkomen.
– Dompel het apparaat of onderdelen van het
apparaat zoals snoeren en aansluitingen nooit
onder in water.
VOORZICHTIG
De aansluiting aan de watervoorziening moet
conform norm EN 61770 plaatsvinden. Bovendien
gelden altijd de nationale regels en wetten voor
de aansluiting aan de watervoorziening.