User Manual

NEDERLANDSnl
28
perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden
vastgehouden.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een aardlekscha-
kelaar (FI) voor te schakelen. Indien de haakse
slijper door de FI-veiligheidsschakelaar wordt uitge-
schakeld, moet de machine gecontroleerd en gerei-
nigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk9. Reini-
ging.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in
verbinding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Asbesthoudend materiaal mag alleen worden
bewerkt door gespecialiseerd personeel.
- Maak zo mogelijk gebruik van een stofafzuiging.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker van
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen bij het
werken onder stoffige omstandigheden vrij zijn.
Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen voor-
werpen) en voorkom beschadiging van inwendige
delen.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende gereed-
schappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica) voor-
komen.
Bij gebruik van de machine buiten: FI-veiligheids-
schakelaar met max. afschakelstroom (30 mA)
voorschakelen!
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat
instel-, ombouw- of onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd.
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Schakel de machine niet in wanneer veiligheids-
voorzieningen of onderdelen van het gereedschap
ontbreken of defect zijn.
Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te
polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan
oververhit en het elektrisch gereedschap bescha-
digd raken. Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij
onze haakse polijstmachine aan.
Zie bladzijde 2.
1Steunflens
2Spindel
3Spindelvastzetknop
4 Blokkering (tegen onbedoeld inschakelen, dan wel
voor de continu-inschakeling)*
5 Drukschakelaar (voor het
in-/uitschakelen)
6 Knop (voor het draaien van de hoofdhandgreep)*
7 Hoofdhandgreep
8 Extra greep / extra greep met trillingsdemping *
9 Beschermkap
10 Spanmoer
11 Tweegaatssleutel
12 Hendel (voor het zonder gereedschap verstellen
van de beschermkap)
*
13
Spanner
(voor het zonder gereedschap verstellen
van de beschermkap)
*
14 Schroef (voor het instellen van de spankracht
van de spanner)*
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de leve-
ringsomvang
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (8) is
aangebracht! De extra greep (naar wens) in
het draadgat links, midden of rechts met de hand
stevig inschroeven.
6.2 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitslui-
tend de beschermkap die bestemd is voor het
betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11.
Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
W 17-150, WX 17-150:
Zie pagina 2, afbeelding D.
- De hendel (12) indrukken en ingedrukt houden.
De beschermkap (9) aanbrengen in de weerge-
geven positie.
- De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
- De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij
dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de
beschermkap kunnen worden gedraaid.
W 17-180, WX 17-180:
Zie pagina 2, afbeelding E.
5. Overzicht
6. Inbedrijfstelling