User Manual

NEDERLANDSnl
24
9 Spindelvastzetknop
10 Spanmoer *
11 Diamantkomschijf *
12 Steunflens *
13 Schroef *
14 Borgring *
15 Schakelschuif voor het
in-/uitschakelen
16 Handgreep
17 Elektronische signaalindicatie
18 Stelknop voor de toerentalinstelling
19 Beschermkap
20 Afvlakking voor het werken nabij randen
21 Vleugelschroef
22 Diepteaanslag
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de leve-
ringsomvang
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (4) is
aangebracht! De extra greep aanbrengen
zoals weergegeven.
Zie pagina 2, afbeelding A.
- Vergrendelschijven (5) links en rechts op de
aandrijfkast plaatsen.
- Extra greep (4) aan de aandrijfkast aanbrengen.
- Vleugelschroeven (3) links en rechts in de extra
greep (4) steken en licht vastschroeven.
- Gewenste hoek van de extra greep (4) instellen.
- Vleugelschroeven (3) links en rechts stevig met
de hand vastdraaien.
6.2 Diepteaanslag instellen
Uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de
meegeleverde beschermkap (19) gebruiken.
Zie afb., pagina 2.
- Vleugelschroef (21) losdraaien.
- Aan de diepteaanslag (22) draaien en daarmee
de hoogte ervan afstellen op het inzetgereed-
schap en de bewerking afstellen.
- Vleugelschroef (21) met de hand krachtig vast-
draaien.
6.3 Stofafzuiging
Alleen met geschikte stofafzuiging werken:
Een zuiger van klasse M op de afzuigaanslui-
ting (1) aansluiten.
Voor alle ombouwwerkzaamheden: de
netstekker uit het stopcontact halen. De
machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel
moet stilstaan.
7.1 Spil vastzetten
Spindelvastzetknop (9) alleen bij stilstaande
spindel indrukken!
- De spindelvastzetknop (9) indrukken en de
spindel (8) met de hand draaien tot de spindel-
vastzetknop merkbaar inklikt.
7.2 Freesgereedschap aanbrengen/afnemen
Uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap
(19) met aangebrachte diepteaanslag (22)
gebruiken.
Zie pagina 2, afbeelding B.
Aanbrengen:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- Freesgereedschap (7) m.b.v. de tweegaatssleutel
(6) met de klok mee opschroeven en vastdraaien.
Afnemen:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). Het frees-
gereedschap (7) met de tweegaatssleutel (6)
tegen de klok in afschroeven.
7.3 Diamantkomschijf aanbrengen/afnemen
Uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap
(19) met aangebrachte diepteaanslag (22)
gebruiken.
Zie pagina 2, afbeelding C.
Aanbrengen:
- De steunflens (12) op de spindel (8) plaatsen.
Deze is op de juiste wijze aangebracht als hij niet
op de spindel gedraaid kan worden.
- De diamantkomschijf (11) op de steunflens (12)
leggen. Deze dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen.
- De 2 kanten van de spanmoer (10) zijn verschil-
lend. De spanmoer zo op de spindel schroeven,
dat de kraag van de spanmoer (10) naar boven
wijst.
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De span-
moer (10) m.b.v. de tweegaatssleutel (6) met de
wijzers van de klok mee vastzetten.
Afnemen:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De span-
moer (10) met de tweegaatssleutel (6) tegen de
wijzers van de klok in afschroeven.
8.1 Toerental instellen
Afhankelijk van de toepassing het optimale
toerental instellen met de stelknop (18).
8.2 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden.
Eerst inschakelen, dan het
inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine dient te worden voorkomen. Bij het
in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt. De machine na het uitschakelen pas
6. Ingebruikneming
7. Inzetgereedschap aanbrengen
8. Gebruik