Operation Manual
Table Of Contents
- NEDERLANDS
- 1. Overzicht van de zaag
- 2. Lees deze tekst voor u begint!
- 3. Veiligheid
- 4. Bijzondere productkenmerken
- 5. Zaag transporteren
- 6. Belangrijke bedieningselementen
- 7. Ingebruikneming
- 8. Bediening
- 9. Service en onderhoud
- 10. Tips en trucs
- 11. Beschikbare accessoires
- 12. Herstelling
- 13. Milieubescherming
- 14. Problemen en storingen
- 15. Technische gegevens

8
NEDERLANDS
5. Draai de contramoer (43) los en stel
de eindaanslagschroef (44) in tot
deze de zaagbank net raakt.
6. Draai de contramoer vast.
7.4 Aanslaggeleider monte-
ren
• Bevestig de aanslaggeleider (45)
met vier schroeven en veerringen
aan het tafelblad.
7.5 Parallelle aanslag monte-
ren
De parallelle aanslag kan zowel links als
rechts van het zaaglint gemonteerd wor-
den.
1. Schuif de parallelle aanslag in de
aanslaggeleider.
2. Richt de geleider (46) parallel uit
t.o.v. het zaagblad.
3. Maak de grendel (47) van de paral-
lelle aanslag vast.
7.6 Houder voor het duwhout
monteren
1. Draai een cilinderschroef (48) zoals
afgebeeld in het gat aan de boven-
kant van de geleidebuis.
2. Hang het duwhout (49) aan de cilin-
derschroef als het niet gebruikt
wordt.
7.7 Zaagselafzuigsysteem
aansluiten
A
Gevaar!
Het zaagstof van enkele hout-
soorten (bijv. eik, beuk en es) kan bij
het inademen kankerverwekkend zijn:
werk in gesloten ruimten uitsluitend
met een zaagselafzuiginstallatie
(luchtsnelheid aan de afzuigstomp
van de zaag ≥ 20 m/s).
A
Opgelet!
Het werken zonder zaagselaf-
zuiginstallatie is alleen toegestaan:
− in openlucht;
− bij kortstondig werken
(gedurende max. 30 minuten);
− met stofmasker.
− Als er zonder afzuigsysteem
gewerkt wordt, dan hoopt er zich
binnenin de lintzaag zaagsel op.
Deze ophopingen moeten regel-
matig verwijderd worden.
Een zaagselafzuigsysteem of een indus-
triële stofzuiger met een aangepaste
adapter op de afzuigstomp aansluiten.
7.8 Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
• Gebruik de machine alleen in een
droge omgeving.
• De machine mag uitsluitend aan-
gesloten worden op een stopcon-
tact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook
„Technische gegevens“):
− netspanning en -frequentie
moeten overeenstemmen met
de waarden op het typeplaatje
van de machine;
− de stroomkring dient vakkun-
dig beveiligd te worden met
een differentieelschakelaar die
aanslaat bij een lekstroom van
30 mA;
− de stopcontacten moeten
reglementair geïnstalleerd zijn
en een goedgekeurde aarding
hebben.
• Het snoer moet zo gelegd worden
dat de zaagwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het
snoer niet beschadigd kan wor-
den.
• Bescherm het snoer tegen hitte,
bijtende scheikundige vloeistof-
fen en beschadiging door
scherpe voorwerpen.
• Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
rubberen snoer met voldoende
doorsnede (3 x 1,5 mm
2
).
• Trek de stekker niet aan het snoer
uit het stopcontact.
A
Gevaar!
Om de kans op ongevallen zo
veel mogelijk te beperken, moet u
zich bij alle werkzaamheden aan de
volgende veiligheidsvoorschriften
houden:
Zorg ervoor dat u zichzelf ook
beschermt:
− draag een stofmasker;
− draag oorbeschermers;
− draag een veiligheidsbril.
Zaag nooit meer dan één werkstuk
tegelijk.
Zorg ervoor dat het werkstuk tijdens
het zagen steeds goed tegen het tafel-
blad ligt.
Zet het werkstuk nooit op z’n smalle
kant (tijdens het zagen).
Probeer nooit het zaaglint af te rem-
men door er van de zijkant (met een
voorwerp) tegenaan te drukken.
Naargelang het soort werk dat u ver-
richt, gebruikt u:
− een duwhout – als de afstand
aanslagprofiel – zaaglint
≤ 120 mm;
− een werkstuksteun – voor lange
werkstukken, wanneer ze na het
doorzagen van de tafel zouden
vallen;
42
44
43
45
46
47
48
49
8. Bediening