Operation Manual

Het leunspaanhouder dicht bij het werkstuk monteren
(ca. 5 - 10 mm) en instellen op het midden van de as.
Voor het bewerken, het werkstuk met de hand draaien te
controleren of alle klemschroeven vast zitten.
Het voorbereidde werkstuk tussen de centers van de
machine spannen. De opname van de losse spindel-
houder met de klemhevel tegen lossen zekeren.
Na de machine te hebben ingesteld in de goede volgorde,
de vaste zitting van het werkstuk en de klemschroeven
controleren. Daarna de motor aanzetten.
-Werkt U altijd van rechts naar links.
- De leunspaanhouder is bij het dunner worden van het
werkstuk na te stellen.
Het toerental van de spindel door omleggen van de
aandrijfriem kiezen. Begint u uit veiligheidsoverwegingen
altijd met een zo laag mogelijk toerental. Voor het
omleggen van de aandrijfriem moet de stergreep en de
motor gelost worden. Let u bij het spannen van de
aandrijfriem, altijd op de aanwijzingen in de riemenkast.
10 Draaien met de opspanplaat
48
Het te bewerken werkstuk moet met een lintzaag
voorbewerkt worden.
Het werkstuk moet door kloppen en door nauwkeurig
te bekijken op scheuren gecontroleerd worden.
Werkstukken met scheuren mogen beslist niet gebruikt
worden.
-
-
De optredende middelpunt vliedende kracht kan tot een
breken van het werkstuk leiden. Met een kraspen de
opspanplaat aantekenen op het werkstuk.
De opspanplaat moet met minstens 4 houtschroeven
aan het werkstuk geschroefd worden.