Operation Manual
13 Draaien met uitholset (alleen bij HDM 1000)
Met de in de opname ingezette boorkop wordt het
werkstuk voorgeboord. De voorboring moet een
doorsnede hebben van 20 mm.
Tijdens het uithollen met de uitholset wordt het werkstuk
in de opspanplaat of in de drieklauwplaat gezet.
14 Werkstukken doorboren
Het meedraaiende center wordt verwisseld met de
langgatboorinrichting. De centerboring moet met een
druppel olie worden gesmeerd en het werkstuk moet
tussen de centers gespannen worden.
Voor het doorboren van werkstukken moet U eerst zoals
bij 9.0 van de gebruiksaanwijzing staat beschreven het
centreerpunt met een 60 graden verzinkboor uitboren.
Als het werkstuk klaar is wordt hij met de afsteekbeitel
losgedraaid, gleuf waarmee het werkstuk wordt
losgedraaid moet minstens het drievoudige van de
beiteldikte bedragen.
De uitholset wordt in de opname gezet en de voorboring
wordt telkens met 1/2 snijbreedte uitgehold.
52