Operation Manual

18 Draaisnelheden
Het kiezen van het juiste toerental hangt bij draaien van
meerdere faktoren af: als vuistregel geldt: niet ronde
werkstukken grote werkstukken, harde houtsoort = klein-
ste toerental.
55
Om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken kunt U
het best werken met scherpe gereedschappen. Na het
slijpen moeten de gereedschappen met een wetsteen
afgebraamd worden.
19 Gereedschappen
1. Grondplaat (701) van binnen met de verbindingsplaten (702) bij (A) vastschroeven
2. Poten (703) aan de grondplaat bij (B) bevestigen.
3. Pootverbindingen (704) aan de poten bij (B) vastschroeven.
4. Rubbermat (705) na verwijderen beschermfolie in uitsparing van de grondplaat kleven.
Bevestigingsonderdelen voor bovenstaande 4 posities zijn respectievelijk:
1 zeskantschroef M8x16 verz. DIN 933
1 veerring Ø 8,4 verz. DIN 6798
1 zeskantschroef M8 verz. DIN 934
5. Houtdraaimachine HDM 1000 op de buitenste boorgaten van de grondplaat vastschroeven.
6. Om een goede standvastigheid te verkrijgen is een verankering aan te bevelen.
Bij een ongelijke ondergrond moet u door tussenleggen een gelijke ondergrond zien te verkrijgen.
Het onderstel mag niet gespannen worden.
20 Montage onderstel HDM
2200
1600
1100
700
50 100 200 300 390
Draaisnelheden
Maximaal toerental in mm
Buitenste werkstuksnelheid 30 m/s
Het toerental (t/min) is regelbaar