Operation Manual
4.7
KS 250
Bediening
· Controleer, vóór u begint te werken, of alles
goed functioneert:
- het zaagblad;
- de scharnierende zaagbladbescherming;
- de vergrendeling.
· Zorg ervoor dat u zichzelf ook beschermt:
- draag een stofmasker;
- draag oorbeschermers;
- draag een veiligheidsbril.
· Zorg steeds voor een juiste houding en plaats
tijdens het zagen:
- neem plaats aan de voorkant van de afkort-
zaag;
- tegenover het zaagblad;
- links van het zaagbladvlak.
· Naargelang het soort werk dat u verricht, moet
u:
- lange werkstukken met gepaste middelen
ondersteunen zodat deze, na het doorzagen,
niet van de zaagtafel kunnen vallen;
- stofzak of stofzuiger gebruiken;
c
Gevaar!
Gevaar meegetrokken te worden.
Draag geen loszittende kleren, sieraden of
handschoenen die in de draaiende machine-
delen terecht zouden kunnen komen.
Personen met lang haar zijn verplicht een
haarnetje te dragen.
Zaag nooit werkstukken waaraan of waarin:
- touwen,
- snoeren,
- riemen,
- kables of
- draden
zitten.
A
Oppassen!
Zaag alleen werkstukken die groot genoeg
zijn zodat ze bij het zagen veilig vastgezet
kunnen worden.
Zorg ervoor dat het werkstuk tijdens het
zagen steeds goed tegen het tafelblad en
tegen de werkstukaanslag geklemd is.
Zet het werkstuk nooit „op z’n smalle kant“ (tij-
dens het zagen).
Zaag nooit verschillende stukken –of bundels
met verschillende aparte stukken- tegelijk. Er
is gevaar voor lichamelijk letsel als aparte
stukken zonder steun door het zaagblad wor-
den gegrepen.
Ronde werkstukken mogen uitsluitend met
een geschikte kleminrichting doorgezaagd
worden.
Probeer nooit het zaagblad af te remmen
door er van de zijkant (met een voorwerp)
tegenaan te drukken.
Vervang stompe zaagbladen onmiddellijk.
Rechte zaagsneden
Uitgangspositie:
- Afkortzaag helemaal in de bovenste stand
(indien nodig de blokkeerstift verwijderen);
- De draaitafel in de stand „0°” vastzetten;
- Het zaagblad moet loodrecht op het tafelblad
ingesteld zijn.
1. Het werkstuk tegen de werkstukaanslag aan-
drukken.
2. De hoofdschakelaar indrukken en ingedrukt
houden.
3. De vergrendeling voor het neerdrukken en de
zaag aan de zaaggreep naar het werkstuk toe
bewegen.
3
Tijdens het zagen, een dusdanige zaagdruk
uitoefenen, dat het motortoerental niet al te
veel zakt.
4. Het werkstuk in een beweging doorzagen.
5. De hoofdschakelaar loslaten en de zaag in de
bovenste stand terugzetten.
Versteksneden
3
Bij het zagen in verstek wordt het werkstuk
onder een hoek van 0° tot 45° t.o.v. de ach-
terste aanslag gezaagd.
Uitgangspositie:
- Afkortzaag helemaal in de bovenste stand
(indien nodig de blokkeerstift verwijderen);
- Het zaagblad moet loodrecht op het tafelblad
ingesteld zijn.