Operation Manual

4.8
KS 304
Elektrische aansluiting
B
Gevaar! Elektrocutiegevaar.
De zaag mag uitsluitend gebruikt worden in
droge ruimten.
De zaagmachine mag uitsluitend aangeslo-
ten worden op een stopcontact dat aan de
hierna volgende voorwaarden voldoet (zie
ook "Technische gegevens"):
- beveiliging met een differentiëelschake-
laar die aanslaat bij een lekstroom van 30
mA;
- stopcontacten voorzien van een aarding.
Het snoer moet zo geplaatst worden dat het
werken niet bemoeilijkt wordt en vooral zodat
het niet beschadigd kan worden.
Het snoer moet beschermd worden tegen
hitte en agressieve scheikundige (vloei)stof-
fen. Men moet voorkomen dat het snoer door
scherpe voorwerpen beschadigd kan wor-
den.
Gebruik alléén met rubber afgeschermde
kabels (H07RN-F 3 x 15 mm of gelijkaardig).
Trek de stekker niet aan het snoer uit het
stopcontact.
· Controleer, vóór u begint te werken, of alles
goed functioneert:
- het zaagblad;
- de scharnierende zaagbladbescherming;
- de vergrendeling.
· Zorg ervoor dat u zichzelf ook beschermt:
- draag een stofmasker;
- draag oorbeschermers;
- draag een veiligheidsbril.
· Zorg steeds voor een juiste houding en plaats
tijdens het zagen:
- neem plaats aan de voorkant van de afkort-
zaag;
- tegenover het zaagblad;
- links van het zaagbladvlak.
· Naargelang het soort werk dat u verricht, moet u:
- lange werkstukken met gepaste middelen
ondersteunen zodat deze, na het doorzagen,
niet van de zaagtafel kunnen vallen;
- stofzak of stofzuiger gebruiken;
c
Gevaar!
Gevaar meegetrokken te worden.
Draag geen loszittende kleren, sieraden of
handschoenen die in de draaiende machine-
delen terecht zouden kunnen komen.
Personen met lang haar zijn verplicht een
haarnetje te dragen.
Zaag nooit werkstukken waaraan of waarin:
- touwen,
- snoeren,
- riemen,
- kables of
- draden
zitten.
A
Oppassen!
Zaag alleen werkstukken die groot genoeg
zijn zodat ze bij het zagen veilig vastgezet
kunnen worden.
Zorg ervoor dat het werkstuk tijdens het
zagen steeds goed tegen het tafelblad en
tegen de werkstukaanslag geklemd is.
Zet het werkstuk nooit „op z’n smalle kant“
(tijdens het zagen).
Zaag nooit verschillende stukken –of bun-
dels met verschillende aparte stukken- tege-
lijk. Er is gevaar voor lichamelijk letsel als
aparte stukken zonder steun door het zaag-
blad worden gegrepen.
Ronde werkstukken mogen uitsluitend met
een geschikte kleminrichting doorgezaagd
worden.
Probeer nooit het zaagblad af te remmen
door er van de zijkant (met een voorwerp)
tegenaan te drukken.
Vervang stompe zaagbladen onmiddellijk.
Rechte zaagsneden
Uitgangspositie:
- Afkortzaag helemaal in de bovenste stand
(indien nodig de blokkeerstift verwijderen);
- De draaitafel in de stand „0°” vastzetten;
- Het zaagblad moet loodrecht op het tafelblad
ingesteld zijn.
1. Het werkstuk tegen de werkstukaanslag aan-
drukken.
2. De hoofdschakelaar (40) ingedrukt houden.
3. Vergrendeling tegen het naar beneden vallen
(39) indrukken en het zaagblad, aan de zaag-
greep, tot op de hoogte van het werkstuk laten
zakken.
Bediening
39
40