Operation Manual

50
NEDERLANDS
Schaven van smalle zijden (voor het
samenvoegen) of van werkstukken
hoger dan 75 mm:
Na losdraaien van de regelschroef
(19) past u het beschermingsprofiel
aan de breedte van het werkstuk
aan.
3. Instellen van de schaafdikte op de
aanvoertafel (20):
Maak de borgschroef (21) los;
Stel de schaafdikte in met stel-
schroef (22).
4. Draai borgschroef (21) weer vast.
5. Instellen van de hoogte van de
afvoertafel (23):
Draai de borgschroef (24) los;
Druk het instelkaliber (26) voor
schaafbeitels zoals afgebeeld in de
richting van de pijlen op de afvoerta-
fel (27);
Het instelkaliber moet met de kant
(28) tegen de voorkant van de
schaafbank aanliggen;
Stel de hoogte van de afvoertafel in
met stelschroef (25) – de instelling is
correct als de schaafbeitel (29) op
het hoogste punt het instelkaliber
net raakt.
6. Draai borgschroef (24) weer vast.
7. Plaats de bedrijfskeuzeschakelaar
in de stand van vlak- en vandikte-
schaaf.
8. Zet de motor aan.
9. Zorg voor een juiste houding tijdens
het schaven: Ga opzij van de aan-
voertafel staan.
10. Het werkstuk moet rechtuit op de
aanvoertafel aangevoerd worden.
De vingers niet spreiden (gesloten
houden) en het werkstuk met de
vlakke hand invoeren.
11. Als u stopt met werken, dan moet u
de machine uitzetten.
Werkstukafmetingen
Breedte maximaal 309 mm.
Hoogte minstens 4 mm meer als de
ingestelde schaafdikte.
Tips & trucs
Schaaf de werkstukken met de rich-
ting van de vezels mee, indien
mogelijk.
Maak bij lange werkstukken gebruik
van rolsteunen voor en na de
schaafbank.
Het is beter voor meer schaafbeur-
ten met een kleine schaafdiepte te
kiezen dan voor minder schaafbeur-
ten met een grote schaafdiepte.
Leg de holle zijde naar onder bij het
schaven van een gebogen (kromge-
trokken) plank.
Zorg dat u bij het schaven van een
kort werkstuk:
een duwhout gebruikt;
het werkstuk met de smalle zijde
vooraan schaaft;
het werkstuk onder een hoek van
ongeveer 20° ten opzichte van de
aanvoerrichting vooruitduwt.
Houd de oppervlakken van de
vlakschaaftafels schoon – verwijder
vooral harsresten met een geschikte
reinigings- en onderhoudsspray
(accessoire).
Behandel de oppervlakken van de
machinetafel na het schaven met
een glijmiddel (bijvoorbeeld WAXI-
LIT). Dit zorgt voor een zuiver
schaafresultaat en een vlottere aan-
en uitvoer.
7.1 Instellen
Gevaar!
Alvorens de machine in te stel-
len:
zet u de machine uit.
trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
wacht u tot de machine helemaal
stilstaat.
De werkplek voorbereiden
Zorg dat alle onnodige voorwerpen uit
de werkomgeving verwijderd zijn:
1. Zijn zaagblad en afdekkap volledig
verzonken en met het inlegprofiel
afgedekt?
2. Is de zaag 45° schuingesteld en ver-
grendeld?
3. Is de freesaanslag volledig gemon-
teerd?
4. Is de freesas volledig verzonken en
met opvulringen en afdekschijf afge-
dekt?
5. Is de opspankop voor de sleuven-
freesboor op de schaafbeitelas
afgedekt?
Aansluiten van de spanenafzuiging
1. Ontgrendel de vergrendelingshen-
del onder de aanvoertafel (30) en
klap de aanvoertafel voorzichtig
omhoog.
2. Haak de afzuigtrechter voor het
vlakschaven uit de bevestiging en
verwijder deze.
16
18
17
19
21 22
20
23
2425
26 28
27
29
7. Gebruik als vandikte-
schaafbank:
30