Operation Manual

57
NEDERLANDS
Gevaar!
U mag de steel van de sleutel niet
verlengen om de schroeven stevi-
ger vast te zetten.
Sla ook niet op de steel van de
sleutel om de messen steviger
vast te zetten.
16. Het beschermingsprofiel voor de
schaafassen opnieuw monteren.
10.2 Zaagblad vervangen
Gevaar!
Onmiddellijk na het zagen kan
het zaagblad erg heet zijn – let op
voor brandwonden! Laat een heet
zaagblad afkoelen. Reinig de zaag
nooit met ontvlambare producten.
Ook bij een stilstaand zaagblad
bestaat er nog gevaar voor snijwon-
den. Bij het vervangen van een zaag-
blad moet u veiligheidshandschoe-
nen dragen.
Bij de montage moet u in elk geval let-
ten op de correcte draairichting van
zaagblad en drukflens!
1. Verwijder het inlegprofiel (84).
2. Zwenk het zaagblad weg en ver-
grendel het.
3. Verwijder de afdekkap (85).
4. Houd de zaagbladas met de blok-
keerstift (86) vast om de zaagbladas
te blokkeren.
5. Draai de klemschroef (87) met een
gepaste sleutel los (linkse schroef-
draad!).
6. Neem de drukflens en het zaagblad
van de zaagbladas af.
7. Maak de spanvlakken op drukflens
en zaagblad schoon.
Gevaar!
Gebruik geen schoonmaak-
middelen (bijvoorbeeld om harsres-
ten te verwijderen) die de lichtmeta-
len delen van het chassis zouden
kunnen beschadigen. De stabiliteit
van de zaag zou erdoor aangetast
kunnen worden.
8. Monteer een nieuw zaagblad (let op
de draairichting van de zaagtan-
den!).
Gevaar!
Gebruik uitsluitende toegela-
ten zaagbladen (zie „Technische
gegevens“) – het gebruik van niet toe-
gelaten of beschadigde zaagbladen
kan ertoe leiden dat delen van het
zaagblad door de centrifugaalkracht
loskomen en met grote snelheid weg-
geslingerd worden.
Het is verboden om:
zaagbladen uit HS-staal te monte-
ren;
zaagbladen met zichtbare
beschadigingen (scheurtjes) te
monteren en om
slijpschijven te monteren.
Gevaar!
Het zaagblad moet gemonteerd
worden met originele fabrieks-
klemflensen.
Gebruik nooit losse spanringen.
Het zaagblad zou vanzelf los kun-
nen komen.
De zaagbladen moeten uitgeba-
lanceerd zijn. Ze mogen niet tril-
len, anders kunnen ze tijdens het
werken vanzelf loskomen.
9. Breng de drukflens aan.
10. Monteer de klemschroef (linkse
schroefdraad!) en zet ze met de
hand vast.
Gevaar!
U mag de steel van de sleutel niet
verlengen om het zaagblad stevi-
ger vast te kunnen zetten.
Sla ook niet op de steel van de
sleutel om de klemschroef beter
vast te zetten.
Neem in elk geval de blokkeerstift
weg, nadat u de klemschroef
vastgedraaid hebt!
11. Pas het inlegprofiel (84) weer in de
tafel zodat het hiermee gelijk ligt.
12. Monteer de beschermingskap (85).
10.3 Service en onderhoud
Gevaar!
De controles en werkzaamhe-
den die hier beschreven worden, zijn
nodig voor het behoud van de veilig-
heid! Als er aan één van de machine-
onderdelen een probleem vastgesteld
wordt, dan mag de schaafbank niet in
gebruik genomen worden. Het pro-
bleem moet eerst door een vakman
opgelost worden!
Telkens voor begin van de werkzaam-
heden
1. Controleer de aansluitingskabel op
beschadigingen en laat hem even-
tueel door een elektromonteur ver-
vangen.
2. Verwijder stof en spaanders.
3. Controleer de schaafmessen:
Zitten de messen vast?
Zijn de messen scherp?
Algemene toestand
(geen krassen etc.)
4. Controleer de terugslagbeveiliging
van de vandikteschaafbank:
De beweeglijkheid van de grij-
pers
(moeten automatisch terugvallen)
De grijpervingers
(niet afgerond)
5. Controleer de tafelzaagmachine:
Is de afstand zaagblad – spouw-
mes OK? (3 tot 8 mm)
Zijn spouwmes en afdekkap niet
beschadigd?
6. Controleer de tafelfreesmachine:
Is de werktuigbescherming niet
beschadigd?
Wekelijks:
1. Verwijder stof en spaanders met de
afzuiginstallatie of met een penseel
uit:
het hoogte-instelsysteem van de
vandiktetafel;
het hoogte-instelsysteem van de
freesas;
het hoogte-instelsysteem van de
cirkelzaag;
instelelementen van de cirkel-
zaag;
kogelgeleiding en spoor van de
schuiftafel.
Oppassen!
Behandel de platte riem en de
riemschijven niet met onderhouds- en
conserveringspray – anders gaan de
platte riemen slippen.
2. Breng een dunne laag glijwas aan
op de aanvoer-, de afvoer- en de
vandiktetafel.
10.4 De afkortzaag opbergen
Gevaar!
Berg de machine steeds zo op,
dat ze niet toevallig door onbe-
voegden aangezet kan worden en
dat niemand er zich aan kan ver-
wonden.
Oppassen!
Berg de machine niet onbe-
schermd op in open lucht of in een
vochtige omgeving.
84
85
86
87