Operation Manual
NEDERLANDS
51
stukken zonder steun door het
zaagblad worden gegrepen.
cIntrekrisico!
Zaag nooit werkstukken die aan tou-
wen, snoeren, riemen of draden han-
gen of dergelijke materialen bevat-
ten.
8.1 Zaagselafzuiginstallatie
AGevaar!
Sommige soorten zaagsel (bijvoor-
beeld van beuken-, eiken- en essen-
hout) kunnen bij inademing kanker-
verwekkend zijn. Werkzaamheden in
gesloten ruimten mogen alleen met
een geschikte zaagselafzuiginstalla-
tie worden uitgevoerd.
De afzuiginstallatie moet voldoen
aan de volgende eisen:
– passend op de buitendiameter van
de aanzuigstomp (zaagselkap 38
mm; beschermkast 100 mm);
– Luchthoeveelheid
t 460 m
3
/h;
– Onderdruk aan het afzuigstuk van
de zaag
t 530 Pa;
– Luchtsnelheid aan het afzuigstuk
van de zaag t 20 m/s.
De aanzuigstompen voor de afvoer van
het zaagsel bevinden zich op het frame
van de cirkelzaag en op de zaagblad-
beschermkast.
De schuifplaat (133) aan de onderkant
van de zaagblad-beschermkast moet
gesloten zijn.
Let ook op de gebruiksaanwijzing van
de spanenafzuiginstallatie!
Het werken zonder afzuiginstallatie is
alleen toegestaan:
– in openlucht;
– bij kortstondig gebruik
(gedurende max. 30 minuten);
– met stofmasker.
A Attentie!
Als er zonder afzuigsysteem gewerkt
wordt, dan moet het schuifblad op
de zaagbladbeschermkast openge-
zet worden. Als dit niet gebeurt, dan
hopen de zaagselresten zich op in
de beschermkast.
Om het schuifblad open te zetten:
1. Beide schroeven (132) aan de on-
derkant van de zaagblad-bescherm-
kast iets losmaken.
2. Duw de schuifplaat (133) opzij.
3. Schroeven (132) vasttrekken.
Indien het niettemin tot een verzame-
ling van spanen in de zaagblad-be-
schermkast komt, moet de bescherm-
kast worden gereinigd.
1. Spankap en tafelinzetstuk verwijde-
ren.
2. Zaagblad demonteren (zie "Zaag-
blad vervangen" in het hoofdstuk
"Onderhoud en verzorging").
3. Zaagblad-beschermkast reinigen.
4. Zaagblad weer inbouwen, tafelinzet-
stuk en spankap monteren.
8.2 Zaaghoogte instellen
AGevaar!
Voorwerpen of lichaamsdelen die
zich binnen de instelzone bevinden,
kunnen door een draaiend zaagblad
meegetrokken worden! Begin dus
nooit met het instellen van de zaag-
hoogte voordat het zaagblad hele-
maal tot stilstand gekomen is!
De snijhoogte van het zaagblad moet
aangepast worden aan de hoogte van
het werkstuk: de zaagselkap moet aan
de voorzijde met de onderkant op het
werkstuk liggen.
x Snijhoogte door draaien van de
krukas (134) aan de zaagbladkast
instellen.
3 Opmerking:
Om een eventuele speling bij de zaag-
hoogteverstelling te compenseren,
plaatst u het zaagblad altijd langs de
onderkant op de gewenste positie.
8.3 De zaagbladhelling instel-
len
AGevaar!
Voorwerpen of lichaamsdelen die
zich binnen de instelzone bevinden,
kunnen door een draaiend zaagblad
meegetrokken worden! Begin dus
nooit met het instellen van de zaag-
hoogte voordat het zaagblad hele-
maal tot stilstand gekomen is!
De hellingshoek van het zaagblad kan
traploos versteld worden tussen 0q en
47q.
1. Vleugelmoer aan de voorkant (136)
van de spanenkast om ongeveer
één omdraaiing losmaken.
Een meeslijpende moer op de te-
genover liggende kant van de spa-
nenkast voorkomt een ongewilde
verandering van de hellingshoek,
zolang de vleugelmoer los is.
2. Gewenste zaagbladhelling met het
handwiel (135) instellen.
133
132
134