Operation Manual

NEDERLANDS nl
31
Het gebruik van een stationaire afzuiginrichting
wordt aanbevolen. Schakel altijd een
aardlekschakelaar (RCD) met een max.
aanspreekstroom van 30 mA voor de machine.
Indien de haakse slijper door de aardlekschakelaar
is uitgeschakeld moet de machine gecontroleerd en
gereinigd worden. Zie hoofdstuk 9. Reiniging.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen en dragende wanden (statica)
voorkomen.
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Schakel de machine niet in wanneer
veiligheidsvoorzieningen of onderdelen van het
gereedschap ontbreken of defect zijn.
Machines met zachte aanloop (herkenbaar aan de
„WE...“ in de typeaanduiding): Wanneer de
machine bij het inschakelen zeer snel tot het
maximale toerental versnelt, is er sprake van een
elektronische fout. Andere elektronische
veiligheidsfuncties staan niet meer ter beschikking.
Laat de machine direct repareren (zie hoofdstuk
12.).
Kleine werkstukken bevestigen. Bijv. in een
bankschroef spannen.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten
die kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of andere
voortplantingsproblemen kunnen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van dergelijke stoffen zijn:
Lood (in loodhoudende verf), mineraal stof (uit
bakstenen, beton e.d.), additieven voor de
behandeling van hout (chromaat,
houtverduurzamingsmiddelen), enkele houtsoorten
(zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest.
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag geschikte beschermingsmiddelen, zoals bijv.
stofmaskers die in staat zijn om de microscopisch
kleine stofdeeltjes uit de lucht te filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bijv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in
de omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte
accessoires (zie hoofdstuk 11.). Daardoor komen
minder stofdeeltjes ongecontroleerd in de
omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
plaatsen,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
1Quick-spanmoer *
2 Steunflens *
3Spil
4WE
A
...: Autobalancer-steunflens (niet
afneembaar) *
5Spilvastzetknop
6 Elektronische signaalindicatie *
7 Blokkering (tegen onbedoeld inschakelen, dan
wel voor de continu-inschakeling) *
8 Drukschakelaar (voor het in-/uitschakelen)
9 Knop (voor het draaien van de
hoofdhandgreep)
10 Hoofdhandgreep
11 Extra greep/extra greep met trillingsdemping
12 Beschermkap
13 Spanmoer *
14 Tweegaatssleutel *
15 Spanner (voor het zonder gereedschap
verstellen van de beschermkap)
16 Schroef (voor het instellen van de spankracht
van de spanner)
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de omvang van
de levering
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen, of de op het typeplaatje
aangegeven spanning met de netspanning
overeenkomt.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. aanspreekstroom van 30 mA
voor de machine.
Alleen verlengkabels met een minimale doorsnede
van 1,5 mm
2
gebruiken. Verlengkabels dienen voor
het op te nemen vermogen van de machine
geschikt te zijn (zie de technische gegevens). Bij
gebruik van een kabelrol de kabel altijd volledig
afrollen.
5. Overzicht
6. Ingebruikname