Specifications

31
NEDERLANDS
1. Zijdelingse toestelafdekking aan de
beide kunststofsluitingen openen.
2. Stelschroef losmaken en naar bui-
ten klappen. Aandrukhendel klapt
naar boven.
3. Positie van de draadgeleidingsrol
controleren en bij behoefte de rol
omdraaien of vervangen:
Borgbout (37) losmaken.
Draadgeleidingsrol (38) met tand-
wiel van de steekas lostrekken.
Draadgeleidingsrol van het tand-
wiel optillen en met de andere
kant weer opsteken of vervan-
gen.
Beide delen weer op de steekas
opzetten en borgbout monteren.
4. Lasdraad ontbramen en
door de geleidingsspiraal,
via de draadgeleidingsrol,
in de centrale aansluiting voeren.
5. Aandrukhendel sluiten en stel-
schroef naar boven klappen.
Aanpersdruk aan de aanvoerrol met
de stelbout instellen.
6. Gassproeier lostrekken en stroom-
sproeier aan brandershals los-
schroeven.
7. Toestel inschakelen.
8. Aan de draaischakelaar (39) het
bedrijfssoort "gas- en stroomvrij inrij-
gen van de draad " instellen.
3
Opmerking:
het bedrijfssoort "Gas- en
stroomvrij inrijgen van de draad" kan aan
het toestel MIG/MAG 150/20 XT niet
worden ingesteld.
9. branderstoets zo lang ingedrukt
houden tot de lasdraad ca. 2 cm
aan de brandershals te voorschijn
komt.
10. Stroomsproeier vastschroeven en
gassproeier weer opsteken.
11. Zijdelingse toestelafdekking weer
afsluiten.
Slechts bij MIG/MAG 150/20 XT
De draadgeleidingsrol (43) bezit 4 groe-
ven voor draaddoorsneden van 0,6 mm,
0,8 mm, 1,0 mm en 1,2 mm.
3
Opmerking:
de groeven van 1,0 mm en
1,2 mm vinden bij de MIG/MAG 150/
20 XT geen toepassing, omdat het las-
vermogen slechts voor lasdraaddoor-
sneden van 0,6 mm of 0,8 mm is gecon-
strueerd.
Door de fabrikant is de draadaanvoer-
eenheid voor lasdraden met 0,8 mm
doorsnede ingericht (opschrift op de
kopse kant: 0,8/1,0). Indien een draad-
doorsnede van 0,6 mm dient te worden
verwerkt, moet u de draadgeleidingsrol
omdraaien (opschrift op de kopse kant
toont dan: 0,6/1,2).
1. Zijdelingse toestelafdekking aan de
beide kunststofsluitingen openen.
2. Hendel (40) naar achteren (in rich-
ting van de wijzers van de klok)
drukken, om de aandrukrol van de
draadgeleidingsrol los te maken.
3. Borgbout (47) losmaken en waaier-
schijf (46), U-schijf (45), afstands-
ring(44) en draadgeleidingsrol (43)
van de motoras lostrekken. De
afstandsring (42) kan op de motoras
blijven.
4. Draadgeleidingsrol (43) met de
andere kant weer opsteken.
5. Afstandsring (44), U-schijf(45) en
waaierschijf (46) opsteken en borg-
bout (47) monteren.
6. Lasdraad ontbramen en
door de geleidingsspiraal,
via de geleidingsrol,
ca. 40 - 50 mm in de centrale
aansluiting schuiven.
Evtl. de brandersaansluiting /
geleidingsspiraal in de positie
corrigeren, zo dat beide op het
midden van de groef wijst.
7. Hendel (40) weer terugdraaien
(tegen de wijzers van de klok in) en
aanpersdruk van de aandrukrol met
de stelschroef (41) instellen.
8. Gassproeier lostrekken en stroom-
sproeier aan brandershals los-
schroeven.
9. Brandersschakelaar bij geringe
draadaanvoer zo lang ingedrukt
houden, tot de lasdraad ca. 2 cm
aan de brandershals te voorschijn
komt.
10. Stroomsproeier losschroeven en
gassproeier weer opsteken.
11. Zijdelingse toestelafdekking weer
afsluiten.
A
Oppassen!
Controleer vóór het inschakelen van
de toestellen alle aansluitingen en
toevoeren.
38
37
39
6. Bediening
40
41
42
43
44
45
46
47