Operation Manual

MI 3311 GammaGT Beknopte handleiding
12
2.5 Een sneltest uitvoeren
1
Stel de functie in
2
Selecteer de juiste test
Selecteer SNELTEST in het hoofdmenu
(Main).
3
Voer de eenvoudige testreeks uit
4
Bekijk de resultaten
Druk op TEST om de autotest te starten.
Bij bepaalde tests worden vooraf limieten
geselecteerd, maar de gebruiker kan deze
aanpassen (indien nodig).
Nadat de test is voltooid, worden het venster voor
de resultaten van de autotest (Autotest Result) en
de indicatie correcte/incorrecte werking
(GOED/FOUT) weergegeven.
2.6 Autotestcode uitvoeren
1
Stel de functie in
2
Selecteer de juiste op een code gebaseerde
autotest
Selecteer AUTOTESTCODE in het
hoofdmenu (Main).
De autotestcode kan ook met behulp van een
streepjescodescanner of RFID-lezer/schrijver
worden gescand.
3
Voer de op een code gebaseerde
autotestreeks uit
4
Bekijk de resultaten
Druk op TEST om de autotest te starten.
Bij bepaalde tests worden vooraf limieten
geselecteerd, maar de gebruiker kan deze
aanpassen (indien nodig).
Nadat de test is voltooid, worden het venster voor
de resultaten van de autotest (Autotest Result) en
de indicatie correcte/incorrecte werking
(GOED/FOUT) weergegeven.