Operation Manual

23
Dus: over een week (604.800 seconden), kan het toestel om de 30 seconden een
registratie opslaan (met een IP interval van 30 sec.).
604.800 seconden /24.771 = 24,4 sec. Geprogrammeerde IP = 30 sec.
Bij het controleren van de 12 bovenstaande parameters met een IP van 30 sec. ,
verkrijgt men 20160 opgeslagen waarden per week. Het nog beschikbare
geheugen wordt als volgt berekend:
Vrij geheugen = geheugencapaciteit – gebruikt geheugen
2032* 1024 – 20.160* 84 bytes
387.328 bytes
Dit beschikbare geheugen volstaat voor het registreren van 2361
spanningsafwijkingen. Door nog een kanaal toe te voegen aan de registratie
(bv. frequentie) verkrijgt men het volgende vrije geheugen:
Vrij geheugen = geheugencapaciteit gebruikt geheugen
2032* 1024 – 20.160* (84 + 12)
145.408 bytes (volstaat voor 886 spanningsafwijkingen)
Voorbeeld 2:
Zelfde instelling als bij voorbeeld 1, maar de statistische analyse wordt
geactiveerd en de spanningsharmonischen (zoveel mogelijk) van fase 1 moeten
geregistreerd worden.
Het toestel kan een statistische analyse berekenen voor alle geregistreerde
parameters, behalve stroom- en spanningsharmonischen; er zijn dus 12
kanalen nodig om de statistieken te registreren.
Voor datalogging kan men maximum 64 kanalen selecteren. Voor de
instellingen van voorbeeld 1 heeft men 12 kanalen nodig, terwijl er 48 vrij
blijven. Het toestel kan harmonischen registreren tot de 41
ste
, waarbij het 40
kanalen nodig heeft (alle mogelijke harmonischen van de 2
de
tot de 41
ste
zullen
geregistreerd worden). Men moet dus 52 kanalen in totaal programmeren
voor periodische analyse.
Het aantal registraties dat het toestel kan opslaan in deze programmatie wordt
als volgt berekend:
Rnmax = (2032 – 12) * 1024/(12 + 52* 6) = > 6384
(Registreerlengte = 12 + 52* 6 = 324 bytes)
Als men een registratie moet uitvoeren over een week (604.800 sec.), is het
kortste registratie-interval als volgt:
Interval = 604.800 sec./6384
94,7 sec.