Operation Manual

4
(1) Functieschakelaar voor keuze uit de zeven volgende menu’s:
- OFF: uitgeschakeld
- CONFIG: configuratiemenu van het toestel
- RECORD: registreermenu
- ENERGY: energiemeting
- SPECTRUM: menu voor hamonische analyse
- METER: basismetingen van vermogen, stroom en spanning
- SCOPE: uitlezing en controle van golfvormen
(2) LCD: uitleesscherm met LED-verlichting, 160x116 pixels
(3) ESC: om een willekeurige procedure te verlaten
(4) ENTER: voor bevestiging van een nieuwe programmatie, voor het
starten van een registreerprocedure
(5) SELECT: om de geselecteerde signalen te activeren
(6) Pijltjestoetsen: verplaats de cursor en selecteer de parameters
(7) LIGHT: ON/OFF schakelaar voor verlichting van het uitleesscherm
(dooft automatisch 30 sec. na de laatste bewerking)
LIGHT + om het contrast van het scherm te verhogen
LIGHT + om het contrast van het scherm te verminderen
(8) HOLD: de uitlezing wordt tijdelijk vastgehouden (enkel in de functies
Scope, Meter en Spectrum)
(9) Gleuf om de riem te bevestigen
2.2. CONNECTORPANEEL (zijkant)
Gebruik enkel de beveiligde meetsnoeren !
De maximum toegelaten spanning tussen de ingangsklemmen voor spanning
en aarde bedraagt 300V rms.
De maximum toegelaten spanning tussen de ingangsklemmen voor spanning
bedraagt 600V rms.
(1) ingangsklemmen (I1, I2, I3) voor stroomtangen/stroomstransformators
(2) ingangsklemmen voor spanning (L1, L2, L3)
(3) RS232 verbinding (voor aansluiting op PC)
externe aansluiting
2.3. ONDERAANZICHT