Operation Manual

6
3. SPECIFICATIES
Onderstaande technische specificaties duiden de normen of limieten aan waarvoor
het toestel ontworpen en getest werd.
3.1. INGANGEN
3.1.1. AC spanning
Het toestel is voorzien van een driefasige AC spanningsingang (3
differentiële ingangen, L1-N1, L2-N2, L3-N3).
De spanning kan rechtstreeks aangesloten worden.
Er zijn geen interne zekeringen in de spanningsingangen voorzien.
CAT III 600V, 300V t.o.v. de aarde
Ingangsbereik: 10 – 550V rms (0.02 Un-Un)
Maximum toegelaten belasting: 600V rms
Resolutie: 0.1V
Nauwkeurigheid: ± 0.5% van de uitlezing ± 2 digits
Maximale crestfactor: 1
Frequentiebereik: 43…68Hz
3.1.2. AC stroom
Het toestel is voorzien van drie AC stroomingangen die geschikt zijn voor
stroomtangen of andere stroomsensors.
Ingangsbereik: 0 – 1V rms (0 – In) (0 – 1000A voor een
standaardstroomtang)
Resolutie: 0.3mV (0.3A voor een standaardstroomtang)
Nauwkeurigheid: ± 0.5% van de uitlezing ± 2 digits plus de
nauwkeurigheid van de stroomtransformator
Crestfactor: 2.5
Maximum toegelaten belasting: 150% In (sinusstroom)
Maximale ingangsspanning: 1 V rms
Gebruik stroomtangen en/of stroomtransformators met dubbele isolatie
van categorie III 600V minimum
3.1.3. Referentievoorwaarden
AC spanning voor vermogensmeting: 0,02 Un….Un
AC stroom: 0…In
Vermogensfactor: 4 kwadranten (1.00cap…0.00…1.00ind)
Frequentie: 45…65Hz
Golfvorm: sinusgolf AC spanning/stroom
Vervormingsfactor: < 2%
Spanningsaansluiting: 230V ± 10%