Instruction manual

81
ń
5.6 Automatisch invulflitsfunctie
Bij de automatisch invulflitsfunctie bij daglicht wordt op de flitser in de automa-
tisch-flitsenfunctie een correctiewaarde van ong. -1 EV … -2 EV voor de
flitsbelichting ingesteld (zie 6.3 en 11.5). Daardoor ontstaat bij de opname een
natuurlijk werkend ophelderingseffect voor de schaduwpartijen.
5.7 Flitsen met manual-instellingen
In de functie van flitsen met manual-instellingen wordt door de flitser de
volle energie uitgestraald zonder dat die geregeld wordt. De aanpassing aan
de opnamesituatie kan bijv. door de diafragma-instelling op de camera of door
het kiezen van een geschikt deelvermogen worden bereikt.
Het instellen:
Druk zo vaak op de
toets
, dat in het display
‘Mode’ aangegeven staat.
• Stel met de toetsen en u de functie in.
De geselecteerd functie verschijnt dan tegen een
balkje. De instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets . Het display schakelt naar de
normale weergave terug. Als u niet op de toets
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. naar de
normale weergave terug.
M
Mode
M
A
Het instellen van een deelvermogen:
• Druk zo vaak op de toets (parameter), dat in
het display ‘P’ voor deelvermogen wordt aangege-
ven.
• Stel met de toetsen en de gewenste waarde
(1/1 – 1/256) in. De instelling treedt onmiddellijk in
werking.
• Druk op de toets . Het display schakelt naar de normale weergave terug.
Als u niet op de toets drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. naar de
normale weergave terug.
In het display wordt de afstand aangegeven, waarbij het onderwerp correct
wordt belicht.
Sommige camera’s ondersteunen de functie van flitsen met manual-
instellingen alleen in de cameramodus Manual !
M
+
Para
Mode A
A
Set
M
Mode Para Sel
F 4.0
AZoom 35
6,1 m ISO 200
M
F 4.0
AZoom 35
2,1 m P1/8
M
Para
+
709 47 0237.A1 58AF-2 Pen/Sam 27.07.2010 15:17 Uhr Seite 81