Instruction manual

107
ń
Het instellen van groep C
• Druk zo vaak op de toets , dat in het display C, c.q. C M (voor slaaf-
groep C) wordt aangegeven.
• Druk, om slaafgroep C te activeren zo vaak op de toets , dat in het
display C M (voor slaafgroep C) wordt aangegeven. Zolang de aanduiding C
M aangegeven is, kan met de toetsen en een deelvermogen van 1/1
tot 1/128 voor de slaafflitsers van groep C worden ingesteld.
• Om de slaafgroep C te deactiveren, drukt u zo vaak op de toets , adt in
het display alleen nog C wordt aangegeven.
Het instellen van een remote-kanaal
• Druk zo vaak op de toets , dat in het display ‘Ch’ aangegeven wordt.
• Stel met de toetsen en een remote-kanaal in.
Het instellen van de zoomstand van de reflector
• Druk zo vaak op de toets , dat in het display ‘Zoom’ staat aangegeven.
• Stel met de toetsen en de zoomstand in.
Het instellen van de master
flitser
• Druk zo vaak op de toets , dat in het display M, c.q. M TTL (voor de
masterflitser) wordt aangegeven.
• Druk, om de masterflitser te activeren, zo vaak op de toets , dat in het
display M M wordt aangegeven. Zolang M aangegeven is, kan met de toetsen
en een deelvermogen van 1/1 tot 1/256 voor de masterflitser wor-
den ingesteld.
• Druk, voor het deactiveren van de masterflitser zo vaak op de toets , dat
in het display alleen nog M wordt aangegeven.
Mode
+
Mode
Para
+
Para
+
Para
Mode
+
Mode
Para
19.3 Instellingen op de slaafflitser
Met de toets na elkaar de instellingen voor het kiezen van de slaafgroep
‘Group’, het remote-kanaal ‘Channel’ en de reflectorstand ‘Zoom’ selecteren. Het
instellen van de gewenste slaafgroep, c.q. het remote-kanaal en de zoomstand van
de reflector vindt daarbij met de toetsen
en
plaats.
De slaafflitser moet op hetzelfde remotekanaal als de masterflitser wor-
den ingesteld! De flitsfunctie van de slaafflitser (E-TTL-Remote, c.q. manu-
al-remote) kan niet op de slaafflitser worden ingesteld, omdat de sturing
door de masterflitser automatisch plaatsvindt!
Sla met de toets de instellingen op. Als u niet op de toets drukt, wordt de
instelling na on g. 5 s. automatisch opgeslagen.
19.4 Controleren van de remote-functie
• Zet de slaafflitsers net zo neer, als voor de latere opname gewenst is.
• Wacht af dat alle deelnemende flitsers flitsparaat zijn. Bij de slaafflitsers knip-
pert de AF-meetflits als ze flitsparaat zijn. Activeer eventueel de akoestische
meldingen (Beep; zie 7.2).
• Druk op de masterflitser op de ontspanknop voor handbediening
om een
proefflits te ontsteken. De slaafflitsers reageren elk per groep na elkaar, iets
vertraagd, met een proefflits. Als een slaafflitser geen proefflits afgeeft, contro-
leer dan de instelling van het remote-kanaal en de slaafgroep. Corrigeer de
positie van de slaafflitser zodat deze het licht van de masterflitser ongehinderd
kan ontvangen.
+
Para
709 47 0210.A1 58 AF-2 Canon 29.07.2010 10:21 Uhr Seite 107