Operation Manual

7 Flitstechnieken
7.1 Indirect flitsen
Rechtstreeks geflitste foto’s zijn vaak te herkennen aan de
typisch harde en nadrukkelijk aanwezige schaduwen. Vaak
werkt ook de natuurkundig bepaalde lichtafval van voor-
naar achtergrond storend.
Door indirect te flitsen kunt u deze verschijnselen voor een groot
deel vermijden, omdat onderwerp en achtergrond met verstrooid
licht zacht en gelijkmatig kan worden uitgelicht. De reflector
wordt hierbij zo gezwenkt, dat deze een geschikt reflecterend
vlak (bijv. plafond of wand van de ruimte) verlicht.
De reflector van de flitser kan tot 90° verticaal worden
gezwenkt.
Bij het verticaal zwenken van de reflector moet u er op letten,
dat u hem voldoende ver zwenkt zodat er geen rechtstreeks
licht meer op het onderwerp kan vallen.
Zwenk daarom minstens tot de 60° klikstand.
Het door het reflecterende vlak verstrooid teruggekaatste licht
geeft een zachte verlichting van het onderwerp. Het reflecter-
ende vlak moet neutraal van kleur, bijv. wit zijn en geen
structuur hebben (bijv. houten balken tegen het plafond) die
schaduwvorming tot gevolg kan hebben. Voor kleureffecten
kiest u een reflecterend vlak in de gewenste kleur.
Bedenk, dat de reikwijdte van de flitser bij indirect
flitsen sterk afneemt. Voor een normale kamerhoogte
kunt u zich voor het bepalen van de reikwijdte
behelpen met de volgende vuistregel:
76
ń
709 47 0261.A2 24AF-1CNOPS 14.12.2010 13:27 Uhr Seite 76