Operation Manual

2
1
3
4
19
Het positioneren van de
bedieningsmodule
Functiebeschrijving
Een gedetailleerde beschrijving van
de drukknoppen en symbolen vindt
u in de bedieningshandleiding van de
< Bedieningsmodule >.
De positie van de bedieningsmodule
kan aan de individuele maten van de
gebruiker aangepast worden. Tijdens
vervoer of voor het stallen kan de be-
dieningsmodule ook verwijderd wor-
den en weggelegd of op de zitting
gelegd worden.
!
Let op:
Voor het instellen/verwijderen
eerst de bedieningsmodule uit-
schakelen.
Afstand tot de armsteun instellen
Om de afstand in te stellen de klem-
schroef (1) losdraaien. Vervolgens de
bedieningsmodule in de gewenste
positie schuiven. De kabel daarbij
voorzichtig begeleiden en de klem-
schroef (1) weer goed vast draaien.
Bedieningsmodule wegnemen
Om de bedieningsmodule weg te ne-
men de klemschroef (1) losdraaien en
de steekverbinding (2) scheiden (4).
Daarbij niet aan de kabels trekken.
Vervolgens de bedieningsmodule
naar voren uit de armleuningbuis
trekken.
Bedieningsmodule insteken
Voor het rijden de bedieningsmodule
van voren in de armleuningbuis ste-
ken [3] en de afstand tot de armsteun
instellen.
Daarvoor het hoofdstuk < Afstand
tot de armsteun instellen > in acht
nemen.
Vervolgens de gescheiden steekver-
binding (4) weer tot stand brengen
(2).
De werking van de bedieningsmo-
dule controleren.