NL GEBRUIKERSHANDLEIDING SCOOTER, Model 2.563 – 3 wiel Model 2.
Inhalt Voorwoord .................................................................................................... 6 Levering......................................................................................................... 7 Overzicht ....................................................................................................... 8 Model: 2.564 .........................................................................................................8 Model: 2.563 ...........................
Rij-eigenschappen ..............................................................................................22 Veiligheid .......................................................................................................22 Potentiometer (gashendel, draaigashendel, voetgas) ...............................23 Rijsnelheid .....................................................................................................23 Rijrichting....................................................................
Gebruik ........................................................................................................ 39 Onderhoudsvoorschriften .................................................................................39 Inspectie ..............................................................................................................39 Onderhoudsvoorschriften ............................................................................40 Verhelpen van storingen ......................................
Technische Gegevens ................................................................................. 57 Rijafstand: ...........................................................................................................57 Zekeringen ..........................................................................................................58 Verlichting ...........................................................................................................58 Gereedschappen ............................
VOORWOORD Wij bedanken u voor het vertrouwen dat u ons geschonken heeft door de keuze van een SCOOTER van onze FIRMA. De SCOOTER is een technisch hulpmiddel. Het behoeft uitleg, heeft enige verzorging nodig en is bij ondeskundig gebruik gevaarlijk. Daarom dient het juiste gebruik aangeleerd te worden. Deze gebruikershandleiding zal u helpen vertrouwd te raken met het gebruik van uw SCOOTER en u leren ongevallen te voorkomen. ☞ Opmerking: ☞ De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van uw model.
LEVERING Alle producten worden in de fabriek op fouten gecontroleerd en verpakt in speciale dozen. ☞ Opmerking: Wij vragen u dan ook de SCOOTER meteen na levering – bij voorkeur in het bijzijn van de vervoerder – te controleren op eventuele schades die tijdens het vervoer zijn ontstaan. Bij het niet respecteren van deze procedure, kan er achteraf geen verhaal meer aangetekend worden. ☞ Opmerking: De verpakking van de Scooter dient voor een eventuele retourzending bewaard te worden.
OVERZICHT Model: 2.564 Het overzicht geeft de belangrijkste onderdelen en bediening elementen weer.
Model: 2.563 Het overzicht geeft de belangrijkste onderdelen en bediening elementen weer.
Bedieningspaneel ☞ Opmerking: De functie en betekenis van de knoppen en symbolen worden beschreven in de afzonderlijke gebruiksaanwijzing SCOOTER < Bedieningspaneel met LCD-Display >. 1 Contactslot (1) Contactslot – Sleutelpositie 0 (UIT) – Sleutelpositie 45° (duwen) – Sleutelpositie 90° (AAN) Acculaad stopcontact (2) Acculaad stopcontact – Het accu laadcontact (2) wordt door middel van de naar de zijkant wegdraaibare afdekschijf beschermd.
Contactsleutel Positie van de contactsleutel ☞ Neem daarvoor de gebruiksaanwij- 1 zing SCOOTER < Bedieningspaneel met LCD-Display > in acht! Positie UIT Contactsleutel parallel aan de stuurkolom (1). ☞ De SCOOTER is uitgeschakeld. Positie duwen Contactsleutel 45° met de klok mee gedraaid (2). 2 ☞ De duwstand is ingeschakeld. Positie AAN Contactsleutel 90° gedraaid (3). ☞ De rijstand is nu ingeschakeld. – De aanduiding wisselt iedere 10 seconden tussen dagteller en totaal gereden kilometer stand.
Grenswaardemeter 1 De gewenste maximum snelheid wordt ingesteld door de potentiometer van: – de gashandel als duimbediening (standaard), – de gashandel als duim- en knijpbediening (optie) (1), – de draaigashendel (optie) (2), – het voetgas (optie) (3).
HET GEBRUIK VAN DE SCOOTER ! Opgelet: Neem de gebruiksaanwijzing SCOOTER < Bedieningspaneel met LCD-Display > in acht. • Neem de veiligheids- en algemene onderhoudsaanwijzingen < Elektrische voertuigen > in acht! Specificaties De SCOOTER is een milieuvriendelijk elektrisch voertuig. Hij is speciaal ontworpen om de bewegingsvrijheid bij lichamelijk beperkingen door gezondheids- of ouderdomsproblemen te vergroten.
Tips voor het voorkomen van ongevallen Deelname aan het verkeer Veiligheid ▲ De trommelrem alleen gebruiken in geval noodsituaties. Bij deelname aan het openbare wegverkeer dienen de geldende verkeersregels in acht te worden genomen. ▲ Door het aan of afbouwen van on- ▲ Voer na het starten – bij geringe ▲ Zet uw SCOOTER niet in extreme snelheid – een korte rem- en stuurtest uit.
CE - voorschriften ☞ Opmerking: Dit voertuig voldoet aan de desbetreffende eisen van de EG richtlijnen 93/42 EEG. Storingen door hoogfrequente straling van andere electronische apparaten zijn echter niet te vermijden. Hoogfrequente stralingen treden bvb. op in de buurt van radar- en zendinstallaties, bei radioapparatuur en bij mobiele telefoons.
De vrijloophendel ☞ Opmerking: ☞ Door het gewicht van de SCOOTER 1 is behoorlijke duw en stuurkracht vereist. ☞ De SCOOTER voor het manoeuvreren altijd op egale ondergrond en in duwstand zetten. Naar rijstand schakelen Daarvoor de contactsleutel in het contact steken en 90° met de klok mee naar positie AAN draaien (1). ☞ De SCOOTER is nu rijklaar. 2 Naar duwstand schakelen Draai daarvoor de contactsleutel naar de 45° positie (2). Hierdoor schakelt u de voorkeuze duwstand in.
Rijklaar maken ! Opgelet: De SCOOTER dient voor iedere rit op functioneren en veiligheid gecontroleerd te worden. Voor de eerste rit dienen de accu´s door middel van het laadcontact (1) te worden geladen. 1 ☞ Hiertoe hoofdstuk < Accu`s laden > in acht nemen. ! • Opgelet: Stap alleen in en uit de zitting van de SCOOTER als de contactsleutel is verwijderd.
Het instellen van de stuurkolom Voor het traploos verstellen van de stuurkolom drukt u de vergrendelhendel (1) naar beneden. ! Opgelet: Om tegen te gaan dat de stuurkolom in één keer naar beneden valt, houd u hierbij de stuurkolom met één hand aan het stuur vast. – Gevaar voor verwondingen! 1 U kunt in de gewenste positie de klemhandel loslaten. 2 SCOOTER inschakelen Voor het inschakelen (3) eerst de contactsleutel in het contact op de stuurkolom steken en 90° met de klok mee draaien (2).
☞ Opmerking: Gedurende de inschakelperiode van ca. één seconde niet de gashendel bedienen. 1 2 – De elektronica is klaar voor gebruik als de snelheidaanduiding (1) op het LCD-Display verschijnt. De toestand van de accu's Na het inschakelen geeft het symbool van de accuaanduiding (2) de laadtoestand van de accu weer.
Accu`s opladen De accu´s dienen meteen na gebruik van de SCOOTER te worden geladen, zodat de volgende dag de volledige accu capaciteit weer tot uw beschikking staat. Iedere accu is onderhevig aan een normale „zelfontlading“. Indien de SCOOTER gedurende langere tijd niet wordt gebuikt dienen de accu’s één maal per maand bijgeladen te worden. Hierdoor blijft de SCOOTER constant inzetbaar.
Opladen Om de accu's op te laden eerst de SCOOTER uitschakelen en daarna de steker van de acculader in het stopcontact van de accu steken (1). Vervolgens de steker van de acculader in een 230 V wandcontactdoos steken. Het opladen begint. 1 ☞ Opmerking: Hiertoe het hoofdstuk < Accu's > evenals de handleiding van de acculader in acht nemen. ! Opgelet: Plaats geen andere voorwerpen dan de laadsteker in het acculaad stopcontact. – Gevaar van kortsluiting! Laad de accu’s bij voorkeur ‘s nachts op.
Rij-eigenschappen 1 De snelheid wordt door middel van het bewegen van de regelknop, de rij hendel, (1)en de voor gekozen maximale snelheid bepaald. ! Opgelet: Wanneer u voor de eerste keer met de rolstoel rijdt, rij dan heel erg voorzichtig. De maximale snelheid dient dan ook op de laagste stand ingesteld te worden.
Potentiometer (gashendel, draaigashendel, voetgas) 1 De rijsnelheid wordt door het bewegen van de gashendel bepaald. Afhankelijk van de beweging van de rij hendel (1) gaat de SCOOTER, al naar gelang de instelling van de maximale snelheid snel of langzaam rijden. ☞ Opmerking: De regel knop pas uit de nulpositie verplaatsen als de zelftest van de elektronica (ca. 1 seconde na het inschakelen) is voltooid! – De snelheidsaanduiding op het LCD-Display knippert constant.
Bocht naar links of naar rechts Stuurhendel naar links resp. rechts bewegen, in overeenstemming met de gewenste richting. ☞ Bochten dienen met aangepaste ! snelheid te worden genomen. Opgelet: Gevaar voor kantelen bij keren, in het bijzonder op hellende weggedeelten! De SCOOTER beschikt over een automatische terugzetting van de richtingaanwijzer na het nemen van een bocht.
Remmen Remweg ☞ Neem hiervoor de veiligheids- en De kortste remweg is afhankelijk van de toestand van de banden, van de omstandigheden op de weg, het totale gewicht, evenals de snelheid van de SCOOTER. algemene onderhoudsaanwijzingen < Elektrische voertuigen > in acht! Bedrijfsrem De motor werkt elektrisch als bedrijfsrem en remt de SCOOTER rustig en schokvrij tot stilstand af.
Inladen en transport Veiligheid Voor transport in voertuigen dient u de SCOOTER te verlaten en op een daartoe bestemde zitunit in het voertuig plaats te nemen. – Bij een ongeval treden krachten op waar de SCOOTER niet op berekend is en u loopt daardoor in hoge mate gevaar.
SCOOTER-afmetingen reduceren Om de SCOOTER op te bergen of te transporteren in een auto kan deze als volgt worden verkleind. 1. De contactsleutel verwijderen. 2. De mand (voor) afnemen. 3. De zitting verwijderen (1). – Hiertoe vergrendelhandel (2) gebruiken. 1 4. De stuurkolom naar beneden klappen. – Hiertoe de vergrendelhandel van de stuurkolom (3) gebruiken en de stuurkolom naar beneden draaien.
SCOOTER in onderdelen demonteren 2 5 6 Teneinde de SCOOTER ook in kleinere transportmiddelen te kunnen vervoeren kan deze als volgt in verschillende onderdelen gedemonteerd worden.
De accu's verwijderen 1. De contactsleutel verwijderen. 2. De zitunit afnemen (1). – Hiertoe de zitting naar boven toe verwijderen. 3. Het accu deksel verwijderen (2). – Door voorzichtig optillen van het accudeksel laten de klittenbandsluitingen die zich op de hoeken bevinden los. 1 4. De stekkerverbindingen (3) van de accukabel los maken. 5 De sluiting van de spanband (4) openen. – Daarvoor de verende vergrendelingen samendrukken.
6. De accu's eruit tillen (5). ☞ De accu altijd optillen met behulp van de omhoog klapbare draagbeugel (6). ☞ De accu met behulp van de vooraf omhoog geklapte draagbeugel uit de accubak tillen en veilig weg zetten. 5 7. De hoofd (SUB-D-) stekker (7) los trekken. ☞ Maak hiervoor eerst de schroeven aan de zijkant los. ☞ Voor het los trekken; aan de stekker vast pakken.
Achterdeel verwijderen 1. De kabel van de elektrische besturing naar beneden toe uit de uitsparing in het accu plateau trekken en naar voren weg leggen (1). 2. De vergrendelbouten (2) samen drukken en het zodoende ontgrendelde achterdeel op de grond plaatsen (3). 1 3. Het achterdeel naar achteren weg schuiven (4).
De SCOOTER opnieuw samenbouwen Achterdeel terug plaatsen 1. Het achterdeel en het voordeel samen schuiven (1). – Hierbij glijden de geleidenokken op de lagerbouten (2). 2. De vergrendelbouten samen drukken, de treeplanken optillen en de vergrendelbouten in de uitsparingen laten glijden. ! 1 Opgelet: De vergrendelbouten dienen zich in de uitsparingen te bevinden. De vergrendeling dient door een belastingstest gecontroleerd te worden. 2 3.
Zit ☞ Opmerking: De geleverde zitunit kan enigszins afwijken van de afbeeldingen. 1 De zitunit voorzien van beklede armleuningen is draaibaar, in hoogte verstelbaar en afneembaar. Opbergvak in de zitting De zitting beschikt over een opbergvak (3) voor het opbergen van kleine voorwerpen. Voor het openen van het opbergvak de lus (2) omhoog trekken. 2 Draaien van de zitunit Door middel van het indrukken van de vergrendelhendels (1) kan de zitting voor het in en uit stappen worden gedraaid.
De zitunit verwijderen Na het bedienen van de vergrendelhendel (1) kan de zitunit worden opgetild (2). ! • 1 Opgelet: Voor het optillen van de zitting zijwaarts onder het zitvlak grijpen. De armleuningen niet gebruiken om de zitunit op te tillen of te dragen. Zitting plaatsen Door middel van het indrukken van de vergrendelhendels (1) kan de zitting op de zittingbuis worden geplaatst. ! Opgelet: Voor het opheffen van de zitting aan de zijkant onder de zitting grijpen.
Armleuning ! Opgelet: De zitting niet aan de armleuning optillen. Armleuning omhoog zwenken 1 Voor het in- en uitstappen kunnen de armleuningen omhoog gezwenkt worden (1). De hoek van de armsteunen verstellen De hoek van de armleuning kan afhankelijk van de uitvoering door het draaien van het instelwiel (2) worden ingesteld. Opbergvak in de armleuningen 2 In de opbergvakken (3) kunnen bijvoorbeeld een mobiele telefoon of sleutels worden opgeborgen.
Rugleuning Rugleuning verstellen Voor het verstellen van de rugleuning hoek het rechter of linker draaiknop (1) zo ver draaien tot de gewenste positie is bereikt. 1 Lumbaalverstelling Voor lumbaal verstelling het draaiknop (2) zo ver draaien, totdat de gewenste ondersteuning is bereikt. ☞ Na de vierde markeringspunt keert de verstelling weer terug naar positie 1.
Mand (voor) De mand (voor) (1) is naar boven toe afneembaar (2). Voor het inhangen van de mand wordt deze voor op de twee houders (3) geplaatst.
Heupgordel De heupgordel (1) dient voor het vastgespen van een in de SCOOTER zittende persoon. 3 2 – Extra stabilisatie van de zitpositie. – Voorkomt het naar voren toe uit de zitting glijden (bijv. bij abrupt remmen). 4 1 De bekkenriem wordt met behulp van strips onder aan de zitunit vast geschroefd.
GEBRUIK Onderhoudsvoorschriften De volgende onderhoudslijsten geven een leidraad voor de uitvoer van de onderhoudswerkzaamheden. Ze geven geen uitsluitsel over de werkelijke hoeveelheid van de aan het voertuig vastgestelde werkzaamheden. ! ! Opgelet: Tijdens deelname aan het verkeer is de voertuigbestuurder verantwoordelijk voor de werking en de toestand van het voertuig.
Onderhoudsvoorschriften WANNEER WAT OPMERKING Voor het begin van de rit Reminstallatie controleren op correcte werking Neem de veiligheids- en algemene onderhoudsaanwijzingen< Elektrische voertuigen > hoofdstuk < Remmen > in acht. Contactsleutel op rijstand instellen. Het voertuig mag niet meer verschoven kunnen worden. Als dat toch gebeurt, de magneetrem door een erkende dealer laten nakijken. In het bijzonder bij ritten in het donker.
Onderhoudsvoorschriften WANNEER WAT OPMERKING Om de 2 weken Bandendruk controleren Gebruik hiervoor de luchtdrukmeter of in geval van nood de „Duimdruk methode“ o. i.d. (afhankelijk stand) van rijaf- Bandenspanning zie hoofdstuk < Technische Gegevens >. Bandenprofiel controleren Minimale profieldiepte 1 mm. Neem de veiligheids- en algemene onderhoudsaanwijzingen< Elektrische voertuigen > hoofdstuk < Banden > in acht. Zelf visueel controleren.
Onderhoudsvoorschriften WANNEER WAT OPMERKING Om de 2 maanden Onderhoud van de accu's Neem de veiligheids- en algemene onderhoudsaanwijzingen< Elektrische voertuigen > hoofdstuk < Accu's > in acht. (al naar gelang de behoefte dat er wordt geladen en de omgevingstemperatuur ook vaker) Gesloten accu's: – geen onderhoud Om de 6 maanden Controleert u: – Algemene toestand.
Verhelpen van storingen Storing Oorzaak Oplossing De display geeft na het inschakelen niets aan. De hoofdzekering is defect. Nieuwe hoofdzekering plaatsen. Foutmelding E-- verschijnt in het LCD-Display na het inschakelen. Storing in de electronica. Neem de gebruiksaanwijzing bedieningsmodule < Bedieningspaneel met LCD-Display > in acht. Potentiometer zoals de rijhandel is te vroeg bewogen. DE SCOOTER opnieuw starten. Verlichting niet actief. Gloeilampje defect. Nieuw gloeilampje gebruiken.
Acculader 3 De SCOOTER vereist een speciaal laadapparaat. ☞ Er mogen uitsluitend voor de SCOOTER geschikte laadapparaten worden gebruikt! 2 1 ☞ Neem de gebruiksaanwijzing van A de acculader in acht! Technische eisen: voor onderhoudsvrije, gesloten accu’s, – max. laadspanning: 29,5 V – max.
Zekeringen/Aansluitingen Hoofdzekering De hoofdzekering (1) bevindt zich altijd tussen de plus leiding van de accukabel Een andere zekering voor de algemene en laadstroom bevindt zich tussen de accu´s (2). 1 2 ☞ Opmerking: Een defecte zekering dient u door een dealer te laten verwisselen. Zekeringen verwisselen – De stekerverbinding van de elektrische installatie los maken. ☞ Voor het los maken de aansluitsteker vast pakken.
Verlichting ☞ Opmerking: Wanneer een knipperlichtlampje defect is, dan knippert de andere met dubbele snelheid. Afstellen van de schijnwerpers De lampen van de schijnwerpers door middel van de stelschroef (1) aan de onderste rand instellen, op ongeveer 3 meter voor het voertuig. Het verwisselen van defecte gloeilampen Voor het verwisselen van een defecte gloeilamp de SCOOTER uitschakelen.
Schijnwerper Kogellamp (2x): 12V/15W P26S 2 Verwijderen – De SCOOTER uitschakelen. – De bevestigingsschrof (2) van de schijnwerper los schroeven. – De schijnwerper eerst iets naar boven schuiven en dan voorzichting naar voor laten kiepen (3). – Contactveer (3) van de schijnwerper openen. – Daarbij de haak, met lichte druk op de contactveer (3) naar buiten trekken (4). 3 4 – Contactveer wegnemen en de defecte gloeilamp verwijderen (5). Monteren – Een nieuwe gloeilamp in de fitting draaien.
Knipperlicht/voor (4-wiel) Kogellamp: 12V/10W BA15s 1 ☞ Opmerking: Het glas van de nieuwe kogellamp met een droge doek vast houden. Verwijderen – De SCOOTER uitschakelen. – Schroef (1) losdraaien (2) en glas er af halen (3). – De defecte kogellamp licht in de fitting, tegen de vering drukken, draaien en uit de fitting nemen (4). 2 Monteren – De nieuwe kogellamp plaatsen (3).
Knipperlicht/voor (3-wiel) Kogellamp: 12V/10W BA15s ☞ Opmerking: Het glas van de nieuwe kogellamp met een droge doek vast houden. 1 Verwijderen – De SCOOTER uitschakelen. – Zijdelingse veer (1) erin duwen en diffusiescherm verwijderen. – De defecte kogellamp licht in de fitting, tegen de vering drukken, draaien en uit de fitting nemen (2). Monteren – De nieuwe kogellamp plaatsen (3).
Richtingaanwijzer/achteraan Kogellamp: 12V/P21W BA15s ☞ Opmerking: Neemt u het glas van de nieuwe gloeilamp met een droge doek vast. 2 1 Verwijderen – De bedieningsmodule uitschakelen. – Verwijder de hoofdzekering. 4 – Bevestigingsschroef (2) los draaien en de koplamplens uit nemen (3). – De defecte kogellamp (4) licht in de fitting, tegen de vering drukken, draaien en uit de fitting nemen. Monteren – Nieuw kogellampje vervangen.
Achterlicht Buislampje: 12V/C5W S8,5 ☞ Opmerking: Neemt u het glas van de nieuwe gloeilamp met een droge doek vast. 2 1 Verwijderen – De bedieningsmodule uitschakelen. – Verwijder de hoofdzekering. 4 – Bevestigingsschroef (2) los draaien en de koplamplens uit nemen (3). – De defecte buislampje (4) tegen de fitting drukken en verwijderen. Monteren 3 – De nieuwe buislampje plaatsen (4). – Een pin in een gat van de fitting drukken en dan in het andere gat van de fitting drukken (4). – Glas monteren.
Verwisselen van de wielen ☞ Opmerking: Het verwisselen van een wiel/band vereist kennis van zaken. Daarom dienen dergelijke werkzaamheden slechts uitgevoerd te worden door een vakwerkplaats. Tijdens het verwisselen van een wiel mag er geen inzittende in de SCOOTER zitten. De SCOOTER dient op een egale, vaste ondergrond te staan. Alvorens het wiel te demonteren er voor zorgen dat het onderstel ondersteund is, opdat de SCOOTER niet kan omkiepen of weg rollen. Banden altijd paarsgewijs vernieuwen.
Zwenkwiel demonteren 3-wiel> voor Voor het verwisselen of reparaties kan het stuurwiel gedemonteerd worden. Voor demontage van het stuurwiel dient de middelste schroef (2) te worden gedemonteerd. ! Opgelet: Nooit de verbindingsschroeven van de velghelften (3) voor demontage van de banden los draaien zonder vooraf de banden geheel leeg te laten lopen! – Gevaar voor verwondingen! 2 3 ☞ Opmerking: Let voor het monteren op het weer terugplaatsen van eventuele bussen en schijven.
Banden verwisselen ! Opgelet: Om de banden te verwisselen eerst de banden helemaal leeg laten lopen. ☞ Opmerking: De bandenspanning is op beide zijkanten van de banden aangegeven of kan in de < Technische gegevens > van de handleiding gevonden worden. Demontage van de banden De buitenband dient met speciaal daarvoor geschikt gereedschap (bandenlichter) van de velg te worden gewipt. 3 Demontage van de banden bij deelbare velgen 1. De banden van het desbetreffende wiel geheel leeg laten lopen. 2.
Opmerking voor de dealer Programmering van het rijgedrag Een servicehandleiding, met daarin een checklist voor een jaarlijkse controle is op aanvraag verkrijgbaar. Het rijgedrag van de SCOOTER kan door middel van een programmeerapparaat worden ingesteld. In de checklist staan de voor controle noodzakelijke functietesten beschreven. ☞ Neem hiervoor de desbetreffende Zij voorzien u van een richtlijn voor de uit te voeren inspectiewerkzaamheden.
Rijparameters Standaardinstellingen Door de instelling van de afzonderlijke parameters worden de rijeigenschappen van de SCOOTER bepaald. De in de volgende tabel opgegeven parameterwaarden zijn dusdanig gekozen, dat aan de controle eisen voor CE certificering wordt voldaan. Hiervan afwijkende instellingen voldoen dan niet aan deze eisen. ☞ Neem hiervoor de desbetreffende < Service handleiding > in acht.
TECHNISCHE GEGEVENS De rijafstand wordt sterk verminderd door: Rijafstand: – regelmatig bergopwaarts rijden, De rijprestaties hangen voornamelijk af van de volgende factoren: – slechte oplaadtoestand van de accu`s, – Accutoestand, – lage omgevingstemperatuur (bijvoorbeeld in de winter), – Gewicht van de bestuurder, – Rijstijl, – veelvuldig optrekken en afremmen (bijvoorbeeld in het stadsverkeer), – wegstructuur – verouderde, verzuurde accu`s.
Zekeringen ☞ Hiertoe hoofdstuk < Zekeringen/Aansluitingen > in acht nemen. Hoofdzekering: ....................................................................... 2 x 100 A Algehele stroomvoorziening / laadzekering:......................... 1 x 15 A Verlichting Koplamp:......................................... 2x Gloeilampje 12V/15W P26S Achterlicht: ................................... Kogellamp 21/5W 12V BAY15D Knipperlicht/voorzijde: ......................
Scooter, Model 2.563 / 2.564 Alle informatie in de volgende tabellen hebben betrekking op de standaarduitvoering van het betreffende model. Tolerantie voor afmetingen ± 1,5 cm, ± 2 °. Samenvatting van de afmetingen van de voertuig: ZH = Zithoogte ZB = Zitbreedte ZD = Zitdiepte RH = Rughoogte Model: ........................................................................ 2.563 (3-wiel) / 2.564 (4-wiel) Typeplaatje: .........................................................................
Afmetingen: Lengte (3-wiel/ 4-wiel):...........................................................................136 / 143 cm Breedte: ..............................................................................................................63 cm Breedte over de armleuningen: .......................................................................61 cm Hoogte: .............................................................................................................116 cm Rughoogte: .....................
Prestaties: Max. rijsnelheid:..........................................................................................15 km/uur Motorduurprestatie:.................................................................................... 700 Watt Motortopprestatie: .................................................................................... 2800 Watt Instaphoogte: .....................................................................................................18 cm Afstand tot de bodem: .............
Sticker op de SCOOTER ! Opgelet: Gebruikershandleidingen en ook bijgevoegde documentatie lezen. Niet aan de armleuningen optillen. Bevestigingsmogelijkheid voor transport bevestigingen. Accu aansluitschema Rijrichting – voorwaarts Rijrichting – achterwaarts Symbolen De pijl met de hand duidt op de plaatsen waar vastgepakt dient te worden.
Inspectiebewijs Rolstoelgegevens: Model: Afleveringsbewijs-nr.: Voertuig-ident-nr.
aanbevolen inspectie (aanbevolen inspectie om de 12 maanden) aanbevolen inspectie (aanbevolen inspectie om de 12 maanden) Stempel vakhandelaar: Stempel vakhandelaar: Plaats, Datum: Plaats, Datum: Stempel van de vakhandel: Stempel van de vakhandel: Volgende veiligheidsinspectie in 12 maanden Volgende veiligheidsinspectie in 12 maanden Datum: Datum: aanbevolen inspectie (aanbevolen inspectie om de 12 maanden) aanbevolen inspectie (aanbevolen inspectie om de 12 maanden) Stempel vakhandelaar: Ste
NOTITIES 65
GARANTIE Voor dit product geven wij garantie volgens de wettelijke bepalingen. In afwijking hiervan garanderen wij: – 4 jaar op het frame. – 2 jaar op de elektronica en de voertuigonderdelen. – 1 jaar op de accu´s. Wij behouden ons wel het recht voor technische wijzigingen uit te voeren. In het geval dat u klachten heeft met betrekking tot dit product of delen er van dient u ons naast uw motivering, in ieder geval het GARANTIEBEWIJS op te sturen.
GARANTIEBEWIJS Invullen! Indien nodig invullen en toezenden. Garantie Model : Afleveringsbewijs-nr.: Voertuig identificatienummer (Fz-INr.
Uw dealer: Wij bewegen mensen MEYRA-ORTOPEDIA Vertriebsgesellschaft mbH Meyra-Ring 2 · D-32689 Kalletal-Kalldorf Postfach 1 703 · D-32591 Vlotho Fon +49 (0)5733 922-355 Fax +49 (0)5733 922-9355 info@meyra.de · www.meyra.de info@ortopedia.de · www.ortopedia.