Operation Manual

45BP A100 Plus
NL
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het instrument ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
instrument door zal gaan met betrouwbaar meten moet u vervan-
gende batterijen op voorraad houden.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knip-
peren zodra het instrument ingeschakeld is (lege batterij weerge-
geven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit instrument ook oplaadbare batterijen gebruiken.
10. Gebruik van een hoofdadapter
U kunt dit instrument met de Microlife hoofdadapter (DC 6V,
600mA) gebruiken.
Wanneer de hoofdadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
11. Foutmeldingen
Als er een foutmelding optreedt, wordt de meting onderbroken en
wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
X
De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer
dat de batterijen vervangen zijn.
1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het
instrumentdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het
dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken.
2. Vervang de batterijen – garandeer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen de procedure volgen zoals
beschreven in «Paragraaf 2.».
)
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
(en mogelijk ook ingestelde alarmtijden) gereset moeten
worden – het jaartal knippert darom automatisch nadat de
batterijen zijn vervangen.
)
Gebruik a.u.b. 4 nieuwe, long-life 1.5V, size AA batterijen.
)
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
)
Verwijder batterijen als het instrument voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
)
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
)
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten
niet in het instrument blijven, omdat ze beschadigd kunnen
raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal
gebruik van het instrument, zelfs wanneer het uitstaat).
)
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het instrument voor een week of langer te gebruiken!
)
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
druk monitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheider!
)
Gebruik alleen de hoofd Microlife adapterbeschikbaar als
originele accessoire voor uw voedingsspanning,b.v. de
Microlife 230V adapter».
)
Garandeer dat zowel de hoofdadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de hoofdadapteraansluiting 5 in de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de adapterstekker in de wandcontactdoos.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polssignalen op de manchet zijn te
zwak. Plaats de manchet opnieuw en
herhaal de meting.*
«ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn foutmeldingen
door de manchet geconstateerd, door
bijvoorbeeld een beweging of samen-
trekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3» Geen druk in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek zijn opgetreden. Controleer of de
manchet goed is aangesloten en niet te
los. Vervang de batterijen indien nodig.
Herhaal de meting.