Operation Manual

16
De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van
de frequentie van hart-pacemakers!
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt.
Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/
98 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het instrument toont de
bereiken 1-6 in de tabel.
2. Eerste gebruik van het instrument
Activeren van geplaatste batterijen
Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7.
Selecteer de juiste manchet
Microlife biedt verschillende manchet grootten. Selecteer de manchet-
grootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (gemeten
nauw aangesloten liggend om het midden van de bovenarm).
Voorgevormde «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijgbaar.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met Microlife Service, als de bijgesloten
manchet 8 niet past.
Sluit de manchet aan op het instrument door de manchet
connector 9 in de manchetaansluiting zover als het gaat in te
steken 4.
3. Bloeddruk opnemen met behulp van dit instrument
Controlelijst voor het opnemen van een betrouwbare meting
1. Vermijd activiteit, eten of roken direct vlak voor een meting.
2. Ga minimaal 5 minuten voor het opnemen zitten en ontspannen.
3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links).
4. Verwijder nauwsluitende kleding van de bovenarm. Om
afklemmen te vermijden, moeten de mouwen niet worden
opgerold -wanneer zij vlak liggen hinderen zij de manchet niet.
5. Altijd voor zorgen dat de juiste manchet grootte (markering op
de manchet) wordt gebruikt.
Bevestig de manchet dicht om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De
slagader mark
gelegen op de manchet (ca. 3 cm lange
bar) over de slagader die de binnenkant van de arm vertraagt
moet liggen.
Ondersteun uw arm zodat hij ontspannen is.
Garandeer dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet zal nu automatisch oppompen. Ontspan, beweeg
niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt
getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt,stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
instrument automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens het meten knippert het hartsymbool in de weergave en
een zoemer weerklinkt
AN
elke keer met de waarneming van een
hartslag.
10.Het resultaat, inclusief de systolische AT en de diastolische AK
bloeddruk en de polsslag AL wordt weergegeven en een
langere zoemer wordt gehoord. Neem ook de uitleg op verdere
weergaven in dit boekje in acht.
11.Wanneer een meting voltooid is, verwijder dan de manchet en
verpak het in het instrument als getoond in afb. II.
Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeen-
stemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data
in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te laag
100
60
Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk optimum
100 - 120 60 - 80
Zelfcontrole
2. bloeddruk normaal
120 - 130 80 - 85
Zelfcontrole
3. bloeddruk licht
verhoogd
130 - 140 85 - 90
Raadpleeg uw arts
4. bloeddruk te hoog
140 - 160 90 - 100
Win medisch advies in
5. bloeddruk veel te
hoog
160 - 180 100 - 110
Win medisch advies in
6. bloeddruk gevaar-
lijk hoog
180
110
Win dringend medisch
advies in!
Manchet grootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches)
M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches)
L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches)
M - L 22 - 42 cm (8.75 - 16.5 inches)