Specifications

42
Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Paragraaf
4.»), moeten metingen genomen met dit apparaat alleen
worden beoordeeld in overleg met uw arts.
De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van
de frequentie van hart-pacemakers!
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoor-
beeld: een uitgelezen waarde tussen
150/85
of
120/98
mmHg toont
«bloeddruk te hoog».
De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het apparaat toont de
bereiken 1-6 in de tabel.
2. Eerste gebruik van het apparaat
Activeren van geplaatste batterijen
Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7.
Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop AT te
drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te
stellen, drukt u op de tijdknop AL.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijd-
knop om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te
knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven
beschreven.
Selecteer de juiste manchet
Microlife biedt 3 verschillende manchet grootten: S, M en L. Selec-
teer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw
bovenarm (gemeten nauw aangesloten liggend om het midden
van de bovenarm). M is de juiste maat voor de meeste mensen.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 8 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 9 duw de connector 4 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus
Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkel-
voudige meting) of modus MAM (automatische drievoudige
meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de MAM
schakelaar AK aan de zijkant van het apparaat in stand «1» en om
MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar in stand «3».
MAM modus
In MAM modus, 3 metingen worden automatisch genomen in
volgorde en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd
en weergegeven. Omdat de bloeddruk constant schommelt, is
een op deze manier bepaald resultaat betrouwbaarder dan een
die is verkregen door een enkele meting.
Na het indrukken van de AAN/UIT knop 1, verschijnt het
MAM-symbool BK in het display.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeen-
stemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data
in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te laag
100
60
Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk
optimaal
100 - 120 60 - 80
Zelfcontrole
2. bloeddruk
normaal
120 - 130 80 - 85
Zelfcontrole
3. bloeddruk licht
verhoogd
130 - 140 85 - 90
Raadpleeg uw arts
4. bloeddruk te hoog
140 - 160 90 - 100
Win medisch advies in
5. bloeddruk veel te
hoog
160 - 180 100 - 110
Win medisch advies in
6. bloeddruk
gevaarlijk hoog
180
110
Win dringend medisch
advies in!
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches)
M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches)
L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches)