Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Verpakkingsmateriaal en afdanken apparaat 2
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 5
- Accessoires 12
- Algemeen 13
- Display en bedieningselementen 14
- Eerste ingebruikneming 15
- Bediening 17
- Waterreservoir vullen 18
- Bonenreservoir vullen 19
- Koffieautomaat in- en uitschakelen 20
- Koffie-uitloop aan de grootte van de kopjes aanpassen 21
- Dranken bereiden 22
- Optimaal genieten van uw koffie 27
- Hoeveelheid 30
- Instellingen 32
- Reiniging en onderhoud 37
- Apparaat ontkalken 49
- Nuttige tips 51
- Transporteren 61
- Service en garantie 62
- Energie besparen 63
- Elektrische aansluiting 64
- Aanwijzingen voor de plaatsing 65
- Afmetingen 66
- Technische gegevens 67
- Adressen 71

Technische veiligheid
~
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het voor de plaatsing op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
~
Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens
(spanning en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de
waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen om schade aan het apparaat te voorkomen. Raad
-
pleeg bij twijfel een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
~
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap-
paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
~
Trek de stekker meteen uit de contactdoos als u beschadigingen
ziet of een vreemde lucht ruikt.
~
De aansluitkabel mag niet beklemd raken en niet langs scherpe
randen schuren.
~
De aansluitkabel mag niet op de grond liggen. U kunt struikelen
en het apparaat kan beschadigd raken.
~
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden ingebouwd.
~
Gebruik het apparaat alleen bij omgevingstemperaturen tussen
10 °C en 38 °C.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7