Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten CS 1011 CS 1021 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
M Het apparaat is ook toegelaten voor gebruik in andere landen dan de landen die op het apparaat vermeld staan. De specifieke uitvoering en de aansluitwijze zijn van groot belang voor het goed en veilig functioneren. Neem daarom contact op met de service-organisatie van de fabrikant in uw land als u het apparaat in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat. D Das Gerät ist auch für den Gebrauch in anderen als auf dem Gerät angegebenen Bestimmungsländer zugelassen.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 CS 1011 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 CS 1021 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bijgeleverde accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Veiligheidsinstructies voor het inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 CS 1011 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 CS 1021 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Voorbereiding werkblad . . . .
Algemeen CS 1011 a Wokbrander b Pannendrager c Bedieningsknop d Display Display-elementen e Controlelampje "Aan" f Restwarmte-indicator 6
Algemeen CS 1021 a Wokbrander b Pannendrager c Bedieningsknop d Display Display-elementen e Controlelampje "Aan" f Restwarmte-indicator 7
Algemeen Brander g Branderdop (binnen) h Branderdop (buiten) i Branderring j Branderkop k Thermo-element vlambeveiliging l Elektrische vonkontsteking (ontstekingselektrode) m Brandervoet 8
Algemeen Bijgeleverde accessoires U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie "Bij te bestellen accessoires"). Wokring Met de bijgeleverde wokring staat het kookgerei extra stevig op de brander. Dit geldt met name voor woks met een ronde bodem. Ring voor kleine pannetjes Met deze ring staan zeer kleine pannetjes stevig op de brander.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen ~ Verpakkingsmateriaal (zoals folies ~ Houd kinderen in de gaten wanneer en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar het verpakkingsmateriaal dan ook buiten het bereik van kinderen en zorg dat het zo snel mogelijk wordt afgevoerd. deze zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Alleen een erkend vakman mag het ~ Controleer het apparaat voor de in- apparaat plaatsen en aansluiten op het gas- en elektriciteitsnet. Een vakman kent de landelijke voorschriften en de voorschriften van het energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat fouten worden gemaakt, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de gastoevoer worden afgesloten en moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt. Het apparaat is alleen dan spanningsvrij als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: ~ Het apparaat mag niet via een – als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld. ~ Neem het apparaat bij een defect – als de zekering van de huisinstallatie er geheel is uitgedraaid.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Het apparaat wordt bij gebruik erg heet en blijft dat ook nog enige tijd na het uitschakelen. Raak het apparaat daarom niet aan, zolang het nog heet is. ~ Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erboven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vlam vatten. ~ Houd tijdens het gebruik toezicht op het apparaat. Oververhit vet en oververhitte olie kunnen vlam vatten en brand veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Verwarm geen dichte blikken en dergelijke op de kookplaat. Er ontstaat anders overdruk waardoor de blikken uiteenspatten. U kunt zich dan branden en letsel oplopen. ~ Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd, voordat u een brander ontsteekt. ~ Gebruik op gaskookplaten alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie ook "De juiste pannen").
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Als zich onder het apparaat een schuiflade bevindt, zonder tussenbodem, mogen daarin geen licht ontvlambare stoffen of brandbare voorwerpen zoals spuitbussen worden bewaard. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn. ~ Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende worden verhit. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood, wanneer de temperatuur hoog genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.).
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies. ^ Reinig de afneembare delen van de brander met een sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Droog de delen daarna weer af en zet de brander vervolgens weer in elkaar (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
Bediening Vonkontsteking Het apparaat heeft een snel reagerende vonkontsteking. Het systeem heeft de volgende kenmerken: – U ontsteekt de brander zonder dat u de knop moet indrukken en vasthouden. – De brander wordt automatisch opnieuw ontstoken. Mocht de vlam doven (bijvoorbeeld door tocht), dan wordt de brander automatisch weer ontstoken. Als dit niet lukt, wordt de gastoevoer automatisch afgesloten (zie "Veiligheidsuitschakeling").
Bediening Inschakelen ^ Ontsteek het gas door de knop in te drukken en naar links op het grootste vlamsymbool te draaien. De vonkontsteking "klikt" en ontsteekt het gas. Als u een knop bedient, wordt automatisch bij de brander(s) een vonk gegenereerd. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Mocht de brander niet reageren, zet de knop dan op "ß". Ventileer de ruimte en wacht minstens 1 minuut voordat u de brander opnieuw ontsteekt.
Bediening Controlelampje "Aan" / restwarmte-indicator Na het inschakelen van het apparaat licht het controlelampje op dat aangeeft dat het apparaat "Aan" is. Na enige tijd licht ook de restwarmte-indicator op. Na het uitschakelen van het apparaat dooft eerst het controlelampje. De restwarmte-indicator dooft pas als u het apparaat zonder gevaar kunt aanraken. Raak de kookplaat niet aan zolang de restwarmte-indicator brandt.
De juiste pannen Minimale bodemdiameter pannen = 15 cm. Maximale diameter bovenkant pannen = 28 cm. – Gebruik liever brede, lage pannen dan smalle, hoge pannen. De inhoud wordt dan sneller verhit. – Gebruik bij voorkeur pannen met een dikke bodem, omdat de warmteverdeling dan beter is. Bij pannen met een dunne bodem bestaat het gevaar dat de gerechten plaatselijk oververhit raken. Roer de gerechten dan ook regelmatig om. – Voor gas zijn geen speciale pannen nodig.
De juiste pannen Wokring Ring voor kleine pannetjes Gebruik de bijgeleverde ring voor zeer kleine pannetjes. De pannetjes staan dan stevig op de brander en kantelen niet. Als u de bijgeleverde wokring gebruikt, staat het kookgerei extra stevig. Dit geldt met name voor woks met een ronde bodem. Een wok is een bijzondere pan met een kleine bodemdiameter en een grote bovendiameter (meestal 35 - 40 cm). De wokbrander is ideaal voor dergelijke pannen. Zorg dat de wokring zich in de juiste positie bevindt.
Beveiligingen Vlambeveiliging Veiligheidsuitschakeling Uw gaskookplaat is voorzien van een thermo-elektrische vlambeveiliging. Dit houdt in dat de gastoevoer wordt afgesloten als de vlam dooft (bijvoorbeeld omdat een gerecht overkookt of omdat de vlam uitwaait) en een herstart niet lukt. Zo wordt voorkomen dat gas vrijkomt. Als een brander gedurende een ongebruikelijk lange tijd (ca. 4 uur) aan was, wordt de brander automatisch uitgeschakeld.
Reiniging en onderhoud Algemeen ,Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzetting. Door overgekookte voedingsmiddelen op het hete apparaat kunnen op de branderonderdelen en op het roestvrijstalen lekblad verkleuringen ontstaan.
Reiniging en onderhoud Roestvrijstalen lekblad Reinig het roestvrijstalen lekblad met een sponsdoekje, een beetje afwasmiddel en warm water. Aangekoekte verontreinigingen kunt u eerst laten inweken. Wrijf het lekblad na afloop met een zachte doek droog. U kunt eventueel ook het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal gebruiken (zie "Bij te bestellen accessoires"). Gebruik het middel uitsluitend in slijprichting.
Reiniging en onderhoud Brander Brander in elkaar zetten Reinig de onderdelen van de brander niet in de afwasautomaat! Verwijder alle losse delen van de brander en reinig deze uitsluitend handmatig met een sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Wis de niet afneembare onderdelen van de brander met een vochtige doek af. Wis de ontstekingselektrode en het thermo-element voorzichtig af met een goed uitgewrongen vochtige doek. De elektrode mag niet nat worden, anders wordt er geen vonk afgegeven.
Nuttige tips ,Reparaties aan elektrische ap- ... de brander na enkele pogingen niet ontsteekt? paraten en gasapparaten mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Maak het apparaat gedurende enkele seconden spanningsvrij. Is het probleem daarna niet verholpen, controleer dan of – de brander op de juiste wijze in elkaar is gezet. Wat moet u doen als . . . – de gaskraan geopend is. – de brander schoon en droog is. ...
Nuttige tips ... de elektrische vonkontsteking van de brander niet meer werkt? Controleer of – de zekering van de huisinstallatie is doorgeslagen. Waarschuw indien nodig een elektricien of Miele. – zich verontreinigingen tussen de ontstekingselektrode en de branderdop bevinden. Verwijder eventuele verontreinigingen voorzichtig (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud"). – zich verontreinigingen op het thermo-element bevinden.
Bij te bestellen accessoires Het Miele-assortiment omvat ook reinigings- en onderhoudsmiddelen die speciaal op de apparaten zijn afgestemd. U kunt deze producten via internet bestellen. De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ~ Zorg dat na de inbouw de gasslang Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. ~ De ruimte waar het apparaat wordt geplaatst, moet een inhoud hebben van minimaal 20 m3 en voorzien zijn van een deur of buitenraam dat geopend kan worden. ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant van de afzuigkap is aangegeven. Is deze informatie niet beschikbaar, zoals bijvoorbeeld bij een keukenplank, dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen ten minste 760 mm bedragen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant Het apparaat mag slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan het apparaat zelf (zie de afbeeldingen). Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal 50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en de achterwand. Tussen de uitsparing in het werkblad en de meubels eromheen, bijvoorbeeld een hoge kast rechts of links, dient de veiligheidsafstand a in acht te worden genomen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Afmetingen CS 1011 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm e Inbouwhoogte gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN 2999) 35
Afmetingen CS 1021 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm e Inbouwhoogte gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN 2999) 36
Voorbereiding werkblad ^ Maak de uitsparing in het werkblad voor een of meer apparaten volgens de maatschetsen. Neem de minimale afstand tot de achterwand in acht en tot een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links). Zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen". ^ De snijvlakken van houten werkbladen moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
Meerdere apparaten inbouwen Als meer dan een apparaat wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke apparaten steeds een verbindingsstrip b worden gemonteerd. Zie "Klemveren en verbindingsstrips bevestigen". Uitsparing bij - twee apparaten Uitsparing bij - drie apparaten Bij inbouw van twee apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A en C. Bij inbouw van drie apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A, B en C.
Meerdere apparaten inbouwen Voorbeelden van werkbladuitsparingen bij inbouw van drie apparaten A breedte min 8 B breedte C breedte min 8 D uitsparing werkblad 280 288 280 848 280 380 372 1032 280 576 568 1424 372 288 280 940 372 380 372 1124 372 576 568 1516 568 288 280 1136 568 380 372 1320 568 - 568 1136 Alle afmetingen zijn in mm.
Meerdere apparaten inbouwen a Klemveren b Verbindingsstrips c Ruimte tussen verbindingsstrip en werkblad d Dichtingsprofiel De afbeelding toont het bevestigen van de klemveren a en de verbindingsstrips b bij plaatsing van 3 apparaten. Voor elk volgend apparaat is een extra verbindingsstrip nodig. De positie van de extra strip is afhankelijk van de breedte van het apparaat B (288 mm / 380 mm / 576 mm).
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van hout ^ Plaats de bijgeleverde klemveren a en de verbindingsstrips b op de aangegeven posities op de rand van de uitsparing. ^ Bevestig de klemveren en de verbindingsstrips met de bijgeleverde schroeven 3,5 x 25 mm.
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van natuursteen Bij een natuurstenen werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken. ^ Breng langs de zijranden en de onderkant van de klemveren a en verbindingsstrips b siliconenkit aan. ^ De klemveren a en de verbindingsstrips b moeten met sterk, dubbelzijdig plakband c worden gepositioneerd en bevestigd. 42 ^ Vul hierna de ruimte e tussen de verbindingsstrips en het werkblad met de bijgeleverde siliconenkit.
Apparaat plaatsen / uitnemen Plaatsen ^ Leid de aansluitkabel van het apparaat door de uitsparing naar beneden. ^ Leg het apparaat in de uitsparing. Eerst de voorkant! ^ Druk het apparaat met beide handen gelijkmatig naar beneden totdat het duidelijk vastklikt. De dichting van het apparaat moet goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd. Gebruik geen voegenkit of iets dergelijks.
Algemene inbouwaanwijzing Werkblad met tegels Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen plaat en werkblad. Gebruik nooit kit tussen de lijst van het apparaat en het werkblad! Anders kan het apparaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden gehaald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
Elektrische aansluiting Aansluiting op een geaard stopcontact wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van de technicus gemakkelijker maakt. Het stopcontact moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het apparaat uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Aansluitkabel vervangen Moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: De aansluitkabel mag alleen door een speciale kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele. De aansluitkabel mag alleen door Miele, door een door Miele geautoriseerde technicus of door een erkend elektricien worden vervangen. De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.
Gasaansluiting ,Alleen een erkend installateur mag het apparaat aansluiten op gas. De installateur is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat op de plaats van opstelling goed functioneert. Alleen Miele mag het apparaat aanpassen aan een andere gassoort. De gasaansluiting moet zo zijn geplaatst dat men het apparaat binnen of buiten het keukenmeubel kan aansluiten. De gaskraan moet zichtbaar en toegankelijk zijn, eventueel na het openen van de deur van het keukenmeubel.
Gasaansluiting Het apparaat is geschikt voor aardgas en vloeibaar gas. Gebruik van een 90°-bocht Het apparaat voldoet aan de eisen van categorie EN 30: NL II 2 L 3 BP 25/28-30 mbar. Het apparaat is in de fabriek ingesteld op aardgas (zie de sticker op het apparaat). Voor omschakeling op vloeibaar gas (butaan of propaan) moeten de juiste inspuiters worden gebruikt (niet bijgeleverd). De nominale gasdruk voor vloeibaar gas moet liggen tussen 28-30 mbar.
Aanpassen aan een andere gassoort ,De aanpassing aan een andere Plaats de nieuwe inspuiters volgens de tabel in de volgende kolom. gassoort mag alleen door Miele worden uitgevoerd. Tabel voor de inspuiters Nederland Bij aanpassing aan een andere gassoort moeten de grote en de kleine inspuiters van de brander worden vervangen. Nominale belasting op de hoogste stand Gassoort kW Aardgas L Vloeibaar gas 6,00 5,40 / 394 g/h Grote inspuiter C Kleine inspuiter C Aardgas L 1,85 Nr.
Aanpassen aan een andere gassoort Inspuiters vervangen Maak de kookplaat spanningsvrij en sluit de gastoevoer af. Om de inspuiters te kunnen vervangen, moeten de bevestigingsschroeven van de brander worden losgedraaid en moet de bovenkant van het apparaat worden verwijderd. Grote inspuiter vervangen ^ Verwijder de branderdoppen op, de branderring q en de branderkop r. ^ Trek de bedieningsknop van de brander eraf. ^ Draai de schroeven w los. 50 ^ Verwijder voorzichtig de bovenkant van het apparaat.
Aanpassen aan een andere gassoort De inspuiter voor de binnenste brander vervangen ^ Draai de schroef c met een steeksleutel 8 uit het schroefdeel b. Houd het schroefdeel met een steeksleutel 12 tegen. ^ Draai vervolgens het schroefdeel b met een steeksleutel 12 uit deel a. Houd dat met een steeksleutel 12 tegen. ^ Verwijder het inspuiterplaatje d dat zich in deel a bevindt en plaats het juiste plaatje (zie tabel).
Aanpassen aan een andere gassoort Primaire luchtaanzuiging controleren a Stelschroef b Luchthuls Afstand "x" moet bedragen: bij aardgas: 6 mm bij vloeibaar gas: 13 mm Afstand "x" instellen ^ Draai dan de stelschroef a los, verschuif de luchthuls b en draai de stelschroef weer vast.
Aanpassen aan een andere gassoort De kleine inspuiters vervangen a Inspuiter met kleine diameter (bijvoorbeeld bij vloeibaar gas: 0,23) b Inspuiter met grote diameter (bijvoorbeeld bij vloeibaar gas: 0,60) ^ Draai de inspuiters a en b met een kleine schroevendraaier los. ^ Verwijder de inspuiters met een punttang. ^ Plaats de juiste inspuiters (zie tabel) en draai deze vast. ^ Verzegel de inspuiters daarna met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid.
Aanpassen aan een andere gassoort Functie controleren Controleer alle gasleidingen op dichtheid (met lekzoekspray). ^ Zet het apparaat weer in elkaar. ^ Controleer het correcte functioneren van de brander(s). Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait. Op de hoogste stand moet de vlam een duidelijk zichtbare kern hebben.
Klantcontacten / typeplaatje Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 1610 M.-Nr.