Operation Manual

,
Gebruik voor het reinigen van
het apparaat nooit een stoomreini
-
ger. Stoom kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan
en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk ge
-
bruik. Laat het apparaat eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige rei
-
niging droog. U voorkomt zo kalkafzet
-
ting.
Om beschadigingen aan de opper
-
vlakken te voorkomen, mogen de vol
-
gende middelen niet worden ge
-
bruikt:
soda-, alkali-, ammoniak-, zuur-, of
chloridehoudende reinigingsmidde
-
len.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
vlekken- en roestverwijderaars.
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid
-
del en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
grill- en ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde borstels en spons-
jes (zoals pannensponsjes) en ge-
bruikte sponsjes die nog resten
schuurmiddel bevatten.
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de lijst
en het werkblad niet beschadigd ra
-
ken).
Reiniging en onderhoud
22