Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaten CS 1212 CS 1221 CS 1234 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 CS 1212 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 CS 1221 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 CS 1234 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Veiligheidsinstructies voor het inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 CS 1212 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 CS 1221 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 CS 1234 . . . . . . . . . . . .
Algemeen CS 1212 a Kookzone met TwinBooster (BI/II) Bedieningsknop: b Kookzone met enkele booster (BI) f Achter c Display g Voor d Symbolen voor de kookzones e Display Display l Controlelampje "Aan" m Controlelampje booster n Restwarmte-indicator 4
Algemeen CS 1221 a Kookzone met TwinBooster (BI/II) Display b Display c Display d Bedieningsknop l Controlelampje "Aan" m Controlelampje booster n Restwarmte-indicator 5
Algemeen CS 1234 abd Kookzones met enkele booster (BI) c Kookzone met Twinbooster (B I/II) e Symbolen voor de kookzones f Display Bedieningsknop: g Rechts achter h Rechts voor i Links achter j Links voor k Display Display l Controlelampje "Aan" m Controlelampje booster n Restwarmte-indicator 6
Algemeen Display ß = Geen pan of verkeerde pan A = Aankookautomaat F = Foutmelding (zie het hoofdstuk "Nuttige tips") C/0 = Veiligheidsuitschakeling (zie het hoofdstuk "Beveiligingen") I = Booster I II = Booster II (bij de betreffende kookzones) H = Oververhittingsbeveiliging (zie het hoofdstuk "Beveiligingen") L = Vergrendeling (zie het hoofdstuk "Beveiligingen") Kookzones Kookzone CS 1212 Minimale tot maximale C in cm* Voor Achter Vermogen in Watt bij 230 V** 10 - 16 normaal: met boo
Algemeen CS 1221 Minimale tot maximale C in cm* 18 - 30 Vermogen in Watt bij 230 V** normaal: met booster I: met booster II: Kookzone 2400 3200 3700 CS 1234 Minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** Links voor 14 - 19 normaal: met booster: 1800 2900 Links achter 14 - 19 normaal: met booster: 1800 2900 Rechts achter 16 - 23 normaal: met booster I: met booster II: 2300 3000 3700 Rechts voor 10 - 16 normaal: met booster: 1400 1800 Totaal: 7400 * Binnen het aangegeven b
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen ~ Kinderen kunnen ook verbrandingen ~ Maak gebruik van de vergrendeling, oplopen als zij pannen van het apparaat trekken. Draai de grepen daarom zo dat ze zich boven het werkblad bevinden. zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen. ~ Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Voordat u het apparaat aansluit, ~ Laat installatie-, onderhouds- en re- dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien. paratiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door de fabrikant zijn geautoriseerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Open in geen geval de ommanteling van het apparaat. Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, levert dit gevaar op voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. ~ Als dit apparaat binnen de garantieperiode defect raakt, mag het alleen door Miele worden gerepareerd, anders vervalt de garantie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Personen met een pacemaker dienen er rekening mee te houden dat in de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat een elektromagnetisch veld ontstaat dat de werking van de pacemaker nadelig kan beïnvloeden. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts. ~ Wanneer u de kookzones gebruikt, De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Wanneer zich onder het apparaat een schuiflade bevindt, zonder tussenbodem, mogen daarin geen licht ontvlambare stoffen of brandbare voorwerpen zoals spuitbussen worden bewaard. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn. ~ Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. ~ Houd de kookplaat schoon.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij de fabrikant van het kookgerei een dergelijk gebruik uitdrukkelijk toestaat. Vanwege de snelle reactietijd van inductie kan de temperatuur in de panbodem in zeer korte tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. ~ Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief gebruikt. ~ Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende worden verhit.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. ^ Reinig het apparaat met een vochtige doek en wis het daarna weer droog. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan.
Inductie Principe Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie de rubriek "De juiste pannen"). Andere pannen worden niet heet. Bij inductie wordt automatisch rekening gehouden met de grootte van de gebruikte pan.
Inductie Inductiegeluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei. – Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt, wanneer een lagere vermogensstand wordt ingesteld. Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een ventilator.
Inductie De juiste pannen Let op! Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem – geëmailleerd staal – gietijzer Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem – aluminium of koper – glas/keramiek, aardewerk Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, kunt u een magneet tegen de panbodem houden. Blijft de magneet hangen, dan is de pan geschikt.
Bediening In- en uitschakelen Restwarmte-indicator Om een kookzone in te schakelen, draait u de betreffende knop naar rechts a op de gewenste vermogensstand. Om de kookzone uit te schakelen, draait u de knop naar links b op "0". De restwarmte-indicator dooft pas als u de kookplaat zonder gevaar kunt aanraken. Raak de kookplaat niet aan zolang de restwarmte-indicator brandt.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereiding Vermogensstand* Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen 1-3 Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Aankookautomaat Aankookautomaat activeren Doorkookstand Aankooktijd in minuten en seconden (ca.) ^ Draai de knop naar links tot aan de aanslag en houd de knop vast totdat in het display A verschijnt. 1 0 : 15 2 0 : 15 3 0 : 25 Als u de knop te lang in die positie houdt, verschijnt in het display L en wordt de vergrendeling geactiveerd (zie de rubriek "Vergrendeling").
Bediening Boosterfunctie Booster I inschakelen De kookzones hebben een enkele booster (I) of een TwinBooster (I/II), zie het hoofdstuk "Algemeen". ^ Draai de knop door vermogensstand 9 heen op BI dan wel BI/II en zet de knop terug op 9. Met de boosterfunctie wordt een extra hoog vermogen geleverd, waarmee u bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water kunt verhitten. Met booster I en II werken de kookzones gedurende 10 minuten met een verhoogd vermogen.
Bediening Warmhouden Tips Alle kookzones hebben een warmhoudstand. Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met een deksel af. Als u de warmhoudstand instelt, wordt de kookzone na maximaal 2 uur uitgeschakeld. U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roeren. De warmhoudstand is voor het warmhouden van gerechten meteen na de bereiding (dus als deze nog warm zijn).
Beveiligingen Vergrendeling Veiligheidsuitschakeling De kookzones hebben een vergrendeling die voorkomt dat de kookzones onbedoeld worden ingeschakeld. Het apparaat is voorzien van een beveiliging die de kookplaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. Kookplaten met 2 kookzones: De vergrendeling wordt met de rechter knop geactiveerd en gedeactiveerd. Kookplaten met 4 kookzones: De vergrendeling voor de rechter kookzones wordt met de knop rechts buiten geactiveerd en gedeactiveerd.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, leidt de oververhittingsbeveiliging bij de betreffende kookzone of bij de hele kookplaat tot een van de volgende reacties: – Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
Reiniging en onderhoud ,Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzetting.
Reiniging en onderhoud Keramische plaat Roestvrij staal Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper. Voor de roestvrijstalen oppervlakken kunt u het reinigingsmiddel voor keramische kookplaten en roestvrij staal gebruiken (zie "Bij te bestellen accessoires"). De oppervlakken blijven langer schoon als u daarnaast nog een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal gebruikt (zie "Bij te bestellen accessoires").
Nuttige tips ,Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Nadat de zekering, de hoofd- of de aardlekschakelaar weer is ingeschakeld, kunt u het apparaat weer normaal gebruiken. Waarschuw een elektricien of Miele als u de storing niet zelf kunt verhelpen. ... in het display van een kookzone een ß verschijnt? Wat moet u doen als . . . ...
Nuttige tips ... een van de volgende storingen optreedt: ... de ventilator na het uitschakelen doorwerkt? – De boosterfunctie wordt te vroeg uitgeschakeld. Dit is geen storing! De ventilator draait door totdat het apparaat is afgekoeld en wordt dan automatisch uitgeschakeld. – In het display knipperen afwisselend een C en een 0. – In het display verschijnt een H. De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd (zie de rubriek "Oververhittingsbeveiliging"). ...
Bij te bestellen accessoires Het Miele-assortiment omvat ook reinigingsmiddelen die speciaal op de apparaten zijn afgestemd. U kunt deze producten via internet bestellen. De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ~ De op de volgende bladzijden aanOm te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven. Is de betreffende informatie niet beschikbaar (bijvoorbeeld bij een keukenplank), dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen ten minste 760 mm bedragen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant Dit apparaat mag slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan het apparaat zelf (zie de afbeeldingen). Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal 50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en de achterwand. Tussen de uitsparing in het werkblad en de meubels eromheen, bijvoorbeeld een hoge kast rechts of links, dient de veiligheidsafstand a in acht te worden genomen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Afmetingen CS 1212 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm 37
Afmetingen CS 1221 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm 38
Afmetingen CS 1234 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm 39
Voorbereiding werkblad ^ Maak de uitsparing in het werkblad voor een of meer apparaten volgens de maatschets. Neem de minimale afstand tot de achterwand in acht en tot een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links). Zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen". ^ De snijvlakken van houten werkbladen moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
Meerdere apparaten inbouwen Als meer dan een apparaat wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke apparaten steeds een verbindingsstrip b worden gemonteerd. Zie "Klemveren en verbindingsstrips bevestigen". Uitsparing bij - twee apparaten Uitsparing bij - drie apparaten Bij inbouw van twee apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A en C. Bij inbouw van drie apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A, B en C.
Meerdere apparaten inbouwen Voorbeelden van werkbladuitsparingen bij inbouw van drie apparaten A breedte min 8 B breedte C breedte min 8 D uitsparing werkblad 280 288 280 848 280 380 372 1032 280 576 568 1424 372 288 280 940 372 380 372 1124 372 576 568 1516 568 288 280 1136 568 380 372 1320 568 - 568 1136 Alle afmetingen zijn in mm.
Meerdere apparaten inbouwen a Klemveren b Verbindingsstrips c Ruimte tussen verbindingsstrip en werkblad d Dichtingsprofiel De afbeelding toont het bevestigen van de klemveren a en de verbindingsstrips b bij plaatsing van 3 apparaten. Voor elk volgend apparaat is een extra verbindingsstrip nodig. De positie van de extra strip is afhankelijk van de breedte van het apparaat B (288 mm / 380 mm / 576 mm).
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van hout ^ Plaats de bijgeleverde klemveren a en de verbindingsstrips b op de aangegeven posities op de rand van de uitsparing. ^ Bevestig de klemveren en de verbindingsstrips met de bijgeleverde schroeven 3,5 x 25 mm.
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van natuursteen Bij een natuurstenen werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken. ^ Breng langs de zijranden en de onderkant van de klemveren a en verbindingsstrips b siliconenkit aan. ^ De klemveren a en de verbindingsstrips b moeten met sterk, dubbelzijdig plakband c worden gepositioneerd en bevestigd. ^ Vul hierna de ruimte e tussen de verbindingsstrips en het werkblad met de bijgeleverde siliconenkit.
Apparaat / apparaten plaatsen ^ Leid de aansluitkabel van het apparaat door de uitsparing naar beneden. ^ Leg het apparaat in de uitsparing. Eerst de voorkant! ^ Druk het apparaat met beide handen gelijkmatig naar beneden totdat het duidelijk vastklikt. De dichting van het apparaat moet goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd. Gebruik geen voegenkit of iets dergelijks.
Algemene inbouwaanwijzing Werkblad met tegels Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen plaat en werkblad. De voegen a en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de lijst gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
Elektrische aansluiting Aansluiting van de CS 1212 en CS 1221 op een geaarde contactdoos wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van een technicus gemakkelijker maakt. De contactdoos moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het apparaat uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Aansluitkabel vervangen Moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: De aansluitkabel mag alleen door een speciale kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele. De aansluitkabel mag alleen door Miele, door een door Miele geautoriseerde technicus of door een erkend elektricien worden vervangen. De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.
Elektrische aansluiting Aansluitschema CS 1234 a b c L1 L2 d L3 - N 200-240 V~ 200 - 240 V~ 200 - 240 V~ a b c L1 L2 d - N (L3) 200 - 240 V~ 200 - 240 V~ a b c L1 N (L2) 200 - 240 V~ 50 d -
Klantcontacten / typeplaatje Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 1909 M.-Nr.