Gebruiks- en montagehandleiding SmartLine inductiekookplaat Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 4 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 15 Overzicht .............................................................................................................. Kookplaat .............................................................................................................. Bedieningselementen/displays........................................
Inhoud Beveiligingen........................................................................................................ Inschakelblokkering / vergrendeling...................................................................... Veiligheidsuitschakeling ........................................................................................ Oververhittingsbeveiliging ..................................................................................... 35 35 37 38 Programmering...........................
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar). Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt. Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke situaties voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer er kinderen in huis zijn Houd kinderen onder 8 jaar op een afstand, tenzij u voortdurend toezicht houdt. Kinderen vanaf 8 jaar mogen het apparaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze precies weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitgevoerd. Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer het apparaat op zichtbare schade. Neem nooit een beschadigd apparaat in gebruik.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt. Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gevaar voor elektrische schok! Neem het apparaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel het apparaat meteen uit. Haal de elektrische spanning van de kookplaat. Neem contact op met Miele. Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de deur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter een gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en blijft dat ook nog enige tijd na het uitschakelen. Zodra het lampje voor de restwarmte (afhankelijk van het model) is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken. Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het apparaat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen heet worden. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruik uit! U kunt zich aan de hete kookplaat branden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat! Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat veroorzaken. Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken door wrijving en krassen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De kookplaat heeft een koelventilator. Als zich onder de ingebouwde kookplaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van de kookplaat voldoende zijn, zodat de ventilatie van de kookplaat is gewaarborgd. Bewaar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen worden en zo de ventilator beschadigen of de koeling beïnvloeden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reiniging en onderhoud De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger. Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of -fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de oververhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie het betreffende hoofdstuk).
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle materialen.
Overzicht Kookplaat a PowerFlex-kookzone b PowerFlex-kookzone ab te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak c Bedieningselementen/displays 16
Overzicht Bedieningselementen/displays Sensortoetsen a Kookplaat in-/uitschakelen b Stop&Go c Schoonmaakfunctie d PowerFlex-kookzones samenvoegen/loskoppelen e Warmhouden activeren/deactiveren f Cijferreeks Bedieningspaneel voor het instellen van de vermogensstand, de kookwekker en uitschakeltijden g Kookzoneselectie voor automatisch uitschakelen h Kookwekker Controlelampjes i Kookzonetoewijzing voor automatisch uitschakelen j Restwarmte k Booster l Timerdisplay : tot : Tijd Inschakelblokkeri
Overzicht Kookzones Kookzone Ø in cm* 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 + 22–23 / 15x23–23x39 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 3150 3400 3650 Totaal 3650 Vermogen in Watt bij 230 V** * Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebruiken.
Ingebruikneming van het apparaat Plak het typeplaatje dat bij de documentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk “Service”. Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. SmartLine-element voor het eerst reinigen Wis uw kookplaat voor het eerste gebruik af met een vochtige doek en droog de plaat weer af. SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje.
Inductie Principe Gevaar voor verbranding door Onder een inductiekookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. hete voorwerpen. Als het apparaat ingeschakeld is, als u het apparaat per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die erop liggen heet worden.
Inductie Geluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in de pannen allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van de pannen. Bij een hoge vermogensstand kunt u gebrom horen. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt. Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Inductie De juiste pannen Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem, – geëmailleerd staal, – gietijzer. Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magnetiseerbare bodem, – aluminium of koper, – glas, keramiek of aardewerk. Als u niet zeker weet of een pan geschikt is voor inductie, houdt u een magneet tegen de bodem van de pan. Als de magneet hecht, is de pan in principe geschikt.
Tips om energie te besparen – Bereid gerechten zoveel mogelijk alleen in gesloten potten of pannen. Dat voorkomt dat onnodig warmte ontwijkt. – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan. – Gebruik zo weinig mogelijk water. – Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar een lagere vermogensstand. – Gebruik een snelkookpan om de bereidingstijd te verkorten.
Vermogensstand De kookplaat is in de fabriek op 9 vermogensstanden ingesteld. Indien u een fijnere indeling wilt, kunt u het aantal uitbreiden tot 17 vermogensstanden (zie hoofdstuk “Programmering”).
Bediening Principe van de bediening Storing door vuile en/of bedekte Uw SmartLine-element is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. De sensortoets Aan/Uit moet bij het inschakelen om veiligheidsredenen iets langer worden aangeraakt dan de overige toetsen. Elke reactie van de toetsen wordt bevestigd met een akoestisch signaal. sensortoetsen.
Bediening Brandgevaar door oververhitting van gerechten. Als u gerechten niet in de gaten houdt, kunnen deze oververhit raken en in brand vliegen. Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is. Denk eraan dat de opwarmtijd bij inductiekookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten. Kookplaat inschakelen Tip de sensortoets aan. Er lichten meer sensortoetsen op. Als u daarna geen instellingen uitvoert, wordt de kookplaat om veiligheidsredenen na enkele seconden weer uitgeschakeld.
Bediening Vermogensstand instellen (uitgebreid aantal standen) Raak het gedeelte tussen de sensortoetsen aan. De sensortoetsen voor en achter deze tussenstanden branden helderder dan de overige toetsen. Voorbeeld: Wanneer u de vermogensstand 7. heeft ingesteld, branden 7 en 8 helderder dan de overige sensortoetsen.
Bediening Aankookautomaat Doorkookstand* Ankooktijd [min:sec] 1 ca. 0:15 1. ca. 0:15 2 ca. 0:15 2. ca. 0:15 3 ca. 0:25 Aankookautomaat activeren 3. ca. 0:25 Raak de sensortoets van de gewenste doorkookstand zo lang aan, tot er een signaal klinkt en de sensortoets begint te knipperen. 4 ca. 0:50 4. ca. 0:50 5 ca. 2:00 5. ca. 5:50 6 ca. 5:50 6. ca. 2:50 7 ca. 2:50 7. ca. 2:50 8 ca. 2:50 8. ca.
Bediening Booster TwinBooster activeren, stand 1 De kookzones hebben een TwinBooster. Plaats een pan op de gewenste kookzone. Met de booster kan een hoger vermogen worden geleverd om snel grote hoeveelheden te kunnen verwarmen (bijvoorbeeld grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dit hogere vermogen is maximaal 15 minuten actief. U kunt de booster voor maximaal 2 kookzones tegelijk gebruiken.
Bediening Warmhouden De warmhoudfunctie dient voor het warmhouden van gerechten meteen na de bereiding. De functie is niet bedoeld voor het opwarmen van reeds afgekoelde gerechten. De maximale warmhoudtijd bedraagt 2 uur. – Houd gerechten uitsluitend in de pan warm. Sluit de pan met een deksel af. – Roer vaste of papperige gerechten (aardappelpuree, 1-pans gerechten) af en toe om. – De voedingswaarde van een gerecht neemt gedurende de bereiding af. Tijdens het warmhouden neemt de voedingswaarde verder af.
Timer Het apparaat moet ingeschakeld zijn, als u de timer wilt gebruiken. U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (:) en 9 uur en 59 minuten (:). Tijden tot 59 minuten stelt u in minuten in (0:59), tijden vanaf 60 minuten in uren en minuten. De tijden worden ingevoerd in de volgorde “uren”, “minuten” (tiental) en “minuten” (rechter cijfer). Voorbeeld: 59 minuten = 0:59, invoer: 5-9 80 minuten = 1:20, invoer: 1-2-0 Nadat het eerste cijfer is ingevoerd, brandt het timerdisplay statisch.
Timer Kookzone automatisch uitschakelen U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. De functie kan voor alle kookzones gelijktijdig worden gebruikt. De uitschakeltijd wordt op het bedieningspaneel van de kookzone ingesteld die automatisch moet worden uitgeschakeld. Uitschakeltijd wijzigen Raak de sensortoets zo vaak aan tot het controlelampje voor de gewenste kookzone knippert. Stel de gewenste tijd in.
Extra functies Stop & Go Recall Bij activering van Stop&Go wordt de vermogensstand van alle ingeschakelde kookzones tot 1 verlaagd. De vermogensstanden van de kookzones en de instellingen van de timer kunnen niet worden gewijzigd. De kookplaat kan alleen worden uitgeschakeld. Kookwekkertijden, uitschakeltijden, boostertijden en tijden voor de aankookautomaat lopen gewoon door. Als u de functie deactiveert, worden de kookzones op de laatst ingestelde vermogensstand weer ingeschakeld.
Extra functies Schoonmaakfunctie U kunt de sensortoetsen van het apparaat gedurende 20 seconden vergrendelen, bijvoorbeeld om verontreinigingen te verwijderen. De sensortoets wordt niet vergrendeld. Gegevens SmartLine-element weergeven U kunt de type-aanduiding en de softwareversie van uw apparaat laten weergeven. Er mogen geen pannen op het apparaat staan. Activeren Type-aanduiding Tip de sensortoets aan. Schakel het apparaat in. Op het timerdisplay loopt de tijd af.
Beveiligingen Inschakelblokkering / vergrendeling De vergrendeling wordt door een stroomstoring gedeactiveerd. Om te voorkomen dat iemand het apparaat per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, heeft het apparaat een inschakelblokkering en een vergrendeling. De inschakelblokkering wordt bij uitgeschakeld apparaat geactiveerd. Als deze functie actief is, kan het apparaat niet worden ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend. Een ingestelde kookwekkertijd loopt door.
Beveiligingen Vergrendeling activeren Raak de sensortoetsen en aan en laat tegelijkertijd uw vingers gedurende 6 seconden erop rusten. De seconden worden in het timerdisplay afgeteld. Na afloop verschijnt in het timerdisplay. De vergrendeling is geactiveerd. Vergrendeling deactiveren Raak de sensortoetsen en aan en laat tegelijkertijd uw vingers gedurende 6 seconden erop rusten. In het timerdisplay verschijnt even , vervolgens worden de seconden afgeteld.
Beveiligingen Veiligheidsuitschakeling Vermogensstand* Sensortoetsen zijn afgedekt Wanneer er langer dan 10 seconden overgekookte gerechten of voorwerpen op één of meer sensortoetsen liggen, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Boven de sensortoets knippert kort een en er klinkt een signaal. Wanneer u de voorwerpen en/of verontreinigingen verwijdert, dooft en is het apparaat weer klaar voor gebruik.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koelelementen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen en/of de koelelementen oververhit raken, leidt de oververhittingsbeveiliging tot een van de volgende reacties: Inductiespoelen – Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd. – De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld. In het timerdisplay knipperen en afwisselend.
Programmering U kunt de programmering van het apparaat aan uw persoonlijke wensen aanpassen. U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen. Na het oproepen van de programmering verschijnt het symbool en in het timerdisplay . Na enkele seconden knipperen op het timerdisplay afwisselend : (programma 01) en : (code). Instellingen opslaan Als het programma wordt weergegeven (bijvoorbeeld :), drukt u zo lang op de sensortoets tot de weergaven uitgaan.
Programmering 1) Programma P:01 P:03 P:04 P:06 P:07 P:08 P:09 P:12 40 Demomodus Fabrieksinstelling Aantal vermogensstanden Bevestigingstoon bij aanraking van een sensortoets Geluidssignaal van de timer Vergrendeling Maximale gebruiksduur Reactiesnelheid van de sensortoetsen Code 2) Instellingen C:00 Demomodus uit C:01 Demomodus aan C:00 Fabrieksinstellingen niet herstellen C:01 Fabrieksinstellingen herstellen C:00 9 vermogensstanden C:01 17 vermogensstanden C:00 uit C:01
Programmering 1) Programma P:15 1) 2) Permanente panherkenning Code 2) Instellingen C:00 Niet actief C:01 Actief Een niet genoemd programma is niet gedefinieerd. De standaard ingestelde code is telkens vet gedrukt. 3) Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, verschijnt enkele seconden in het timerdisplay. 4) In de tekst en in de tabellen worden de uitgebreide vermogensstanden voor de duidelijkheid weergegeven met een punt achter het cijfer.
Reiniging en onderhoud Gevaar voor verbranding door hete kookzones. Na het koken zijn de kookzones nog heet. Schakel de kookplaat uit. Laat de kookzones afkoelen, voordat u de kookplaat gaat reinigen. Schade door vocht in de kookplaat. De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
Reiniging en onderhoud Schade door spitse voorwerpen. De afdichtband tussen apparaat en werkblad kan beschadigd raken. Gebruik voor de reiniging geen spitse voorwerpen. Met een afwasmiddel worden niet alle verontreinigingen en resten verwijderd. Er ontstaat een onzichtbare film die tot verkleuringen van het keramische glas leidt. Deze verkleuringen kunnen niet meer worden verwijderd. Reinig de keramische plaat regelmatig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramisch glas.
Nuttige tips De meeste storingen en problemen, die bij het dagelijkse gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Probleem Oorzaak en oplossing Het apparaat kan niet ingeschakeld worden. Het apparaat heeft geen stroom. Controleer of de zekering van de elektrische installatie doorgeslagen is.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Als het apparaat wordt ingeschakeld of als een sensortoets wordt bediend, verschijnt gedurende enkele seconden in het timerdisplay. De inschakelblokkering of vergrendeling is geactiveerd. Deactiveer de inschakelblokkering/vergrendeling. Zie hoofdstuk: “Beveiligingen”, paragraaf: “Inschakelblokkering/Vergrendeling”). Het apparaat is automatisch uitgeschakeld. Als u het apparaat opnieuw inschakelt, verschijnt boven de Aan/Uittoets een .
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing De inhoud van een pan begint niet of nauwelijks te koken, terwijl de aankookautomaat ingeschakeld is. Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen verwarmd. Kook met de hoogste vermogensstand en stel daarna handmatig een lagere vermogensstand in. De pan geleidt de warmte niet goed. Gebruik andere pannen die de warmte wel goed geleiden.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing In het timerdisplay knip- peren afwisselend De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd. en cijfers. Zie hoofdstuk: “Beveiligingen”, paragraaf: “Oververhittingsbeveiliging”. , of De ventilator is geblokkeerd of defect. Controleer of de ventilator geblokkeerd is door een voorwerp, bijvoorbeeld een vork, en verwijder dat voorwerp. Neem contact op met Miele als de foutmelding opnieuw verschijnt. en andere cijfers.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen. Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal 250 ml U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen. De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achter in deze gebruiksaanwijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Schade door ondeskundige inbouw. Door ondeskundige inbouw kan het apparaat beschadigd raken. Laat het apparaat alleen door een gekwalificeerde vakman/-vrouw inbouwen. Gevaar voor elektrische schok door netspanning. Als het apparaat niet deskundig op het elektriciteitsnet aangesloten is, kan dit een elektrische schok veroorzaken. Laat het apparaat uitsluitend door een gekwalificeerde vakman/-vrouw op het elektriciteitsnet aansluiten.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand boven het apparaat Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die de fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Als zich boven het apparaat licht ontvlambare materialen bevinden (zoals een keukenplank), moet u een veiligheidsafstand van ten minste 600 mm aanhouden. Als onder een afzuigkap verschillende apparaten met verschillende veiligheidsafstanden zijn ingebouwd, kies dan altijd de grootste afstand.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand achterkant/ zijkant Monteer het apparaat bij voorkeur met veel ruimte rechts en links. Aan de achterkant van het apparaat moet ten opzichte van een hoge kast of wand de hierna aangegeven minimale afstand worden aangehouden. Niet toegestaan Als zich aan één kant van het apparaat (rechts of links) een hoge kast of wand bevindt, moet de hierna aangegeven minimale afstand , worden aangehouden. Voor de tegenoverliggende kant geldt een minimale afstand van 300 mm.
Veiligheidsafstanden Minimale afstand onderkant Tussenbodem Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het apparaat een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade. Een tussenbodem onder het apparaat is niet noodzakelijk, maar wel toegestaan. De minimale afstand vanaf de onderkant van het apparaat tot de – bovenkant van een oven moet 15 mm bedragen. – bovenkant van een tussenbodem moet 15 mm bedragen.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Aanwijzingen voor het inbouwen Alle maten zijn in mm aangegeven. Werkblad met tegels Inbouw (met rand) Dichting tussen SmartLine-element en werkblad De voegen en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat het apparaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
Aanwijzingen voor het inbouwen Inbouw (zonder rand) Een vlakke inbouw (zonder rand) is alleen mogelijk bij natuurstenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Als uw werkblad van een ander materiaal is gemaakt, informeer dan bij de fabrikant of het werkblad geschikt is voor vlakke inbouw. Natuurstenen werkbladen Het apparaat wordt direct in de uitsparing geplaatst. Massief houten, betegelde werkbladen, glazen werkbladen Het apparaat wordt met houten lijsten in de uitsparing vastgezet.
Aanwijzingen voor het inbouwen Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen De voegen tussen de afzonderlijke SmartLine-elementen moeten met een temperatuurbestendige (min. 160 °C) siliconenkit worden gevuld. Bij inbouw zonder rand moet ook de voeg tussen het/de SmartLine-element(en) en het werkblad met een temperatuurbestendige (min. 160 °C) siliconenkit worden gevuld.
Inbouwmaten Inbouw (met rand) a Voor b Aansluitkabel L = 2000 mm 57
Inbouwmaten Inbouw (zonder rand) a Voor b Aansluitkabel L = 2000 mm c Getrapte freesrand (voor de detailtekeningen zie “Inbouwmaten zonder rand”) d Houten lijst 12 mm (niet bijgeleverd, voor de detailtekeningen zie “Inbouwmaten zonder rand”) 58
Inbouwmaten met rand Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing De elementen liggen 10 mm op het werkblad. Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een afstand van 2 mm worden aangehouden. Berekening uitsparing B 1 element = breedte van het element min 10 mm rechts, min 10 mm links. Meerdere elementen = totale breedte van de elementen plus 2 mm afstand tussen de elementen, min 10 mm rechts, min 10 mm links. Hierna volgen enkele voorbeelden.
Inbouwmaten met rand Inbouw met werkbladafzuiging Combinatievoorbeelden 60 Aantal x breedte [mm] Afmeting B [mm] Kookelementen Werkbladafzuiging 1 x 378 1 x 120 480 2 x 378 1 x 120 860 1 x 378 1 x 620 2 x 120 1224 3 x 378 2 x 120 1362 2 x 378 1 x 620 2 x 120 1604 4 x 378 2 x 120 1742 1 x 620 2 x 120 844 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1
Inbouwmaten met rand Inbouw zonder werkbladafzuiging Combinatievoorbeelden Aantal x breedte [mm] Kookelementen Afmeting B [mm] +1 1 x 378 358 2 x 378 738 1 x 378 1 x 620 980 3 x 378 1118 2 x 378 1 x 620 1360 4 x 378 1498 +1 +1 +1 +1 +1 61
Inbouwmaten zonder rand Werkblad van natuursteen +0,5 *7 Werkblad van hout mm bij CS 7611 Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing De elementen liggen 10 mm op het werkblad. Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een afstand van 2 mm worden aangehouden. Berekening uitsparing A 1 element = breedte van het element plus 2 mm rechts, plus 2 mm links.
Inbouwmaten zonder rand Inbouw met werkbladafzuiging Combinatievoorbeelden Aantal x breedte [mm] Afmeting A [mm] Kookelementen Werkbladafzuiging 1 x 378 1 x 120 504 2 x 378 1 x 120 884 1 x 378 1 x 620 2 x 120 1248 3 x 378 2 x 120 1386 2 x 378 1 x 620 2 x 120 1628 4 x 378 2 x 120 1766 1 x 620 2 x 120 868 Afmeting B [mm] +1 480 +1 +1 860 +1 +1 1224 +1 1362 +1 1604 +1 1742 +1 +1 +1 +1 +1 +1 844 63
Inbouwmaten zonder rand Inbouw zonder werkbladafzuiging Combinatievoorbeelden Aantal x breedte [mm] Afmeting A [mm] Afmeting B [mm] Kookelementen 64 +1 358 +1 738 1 x 378 382 2 x 378 762 1 x 378 1 x 620 1004 3 x 378 1142 2 x 378 1 x 620 1384 4 x 378 1522 +1 +1 +1 980 +1 +1 1118 +1 1360 +1 1498 +1 +1 +1
Verbindingsstrips Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen moet tussen de afzonderlijke apparaten telkens een verbindingsstrip worden geplaatst. De bij de verbindingsstrips gevoegde klemmen zijn alleen nodig bij inbouw van een CSDA.
Inbouwen Voorbereiding werkblad Verbindingsstrips monteren Maak de uitsparing in het werkblad. Let op de veiligheidsafstanden (zie het hoofdstuk “Veiligheidsafstanden”). Gebruik de middelste schroefgaten als rechts of links naast de verbindingsstrip de volgende SmartLine-elementen worden ingebouwd: CS 7611, CS 7101, CS 7102 De snijvlakken van houten werkbladen moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast.
Inbouwen Werkblad van natuursteen Voor het bevestigen van de verbindingsstrips moet u sterk dubbelzijdig plakband gebruiken (niet bijgeleverd). SmartLine-element inbouwen Plak de bijgeleverde afdichttape onder de rand van het apparaat. Breng de afdichttape niet onder spanning aan. Geleid de aansluitkabel van het apparaat door de uitsparing in het werkblad naar beneden. Leg het apparaat in de uitsparing.
Inbouwen Inbouw (zonder rand) Sluit het apparaat op het elektriciteitsnet aan. Sluit het apparaat zo nodig op de gasvoorziening aan (zie “Gasaansluiting”, afhankelijk van het model). Controleer of het apparaat goed functioneert. De voegen tussen de afzonderlijke elementen en de elementen en het werkblad moeten met een temperatuurbestendige (min. 160 °C) siliconenkit worden gevuld. Een ongeschikte voegenkit kan natuursteen beschadigen.
Elektrische aansluiting Schade door ondeskundige aan- Aansluitwaarde sluiting. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Door ondeskundige installatie- en onderhoudswerkzaamheden of reparaties kunnen gevaarlijke situaties voor de gebruiker ontstaan waarvoor Miele geen aansprakelijkheid aanvaardt.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Aansluitkabel vervangen Gevaar voor elektrische schok Gevaar voor elektrische schok door netspanning. Bij onderhoud en/of reparatie kan het opnieuw inschakelen van de netspanning een elektrische schok veroorzaken. Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingeschakeld. door netspanning. Als het apparaat niet deskundig op het elektriciteitsnet aangesloten is, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
Service Contact bij storingen Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele. Het telefoonnummer van Miele vindt u aan het einde van dit document. Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Typeplaatje Plak hier het bijgaande typeplaatje. Controleer of het type apparaat overeenkomt met het type dat op de achterkant van dit document staat.
Productinformatiebladen Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en montagehandleiding beschreven modellen. Informatie over huishoudelijke elektrische kookplaten volgens verordening (EU) Nr.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Experience Center: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
CS 7612 nl-NL M.-Nr.