Operation Manual

^
Maak montageplaat A met 2 schroe
-
ven 5 x 40 mm half vast en stel de
plaat op de loodlijn met behulp van
de twee inkepingen aan de boven-
en onderkant van de plaat.
^
Boor nog 2 gaten C 8 mm door de
gemonteerde plaat en druk pluggen
S8 in deze gaten.
^
Draai 2 schroeven 5 x 40 mm in de
2 bovenste gaten.
Montageplaat B
^
Houd de montageplaat B tegen de
muur en schuif de plaat tot onder het
plafond.
Stel de plaat op de loodlijn met be
-
hulp van de twee inkepingen aan de
boven- en onderkant van de plaat.
Markeer 4 boorgaten op de muur.
^
Boor 2 gaten C 8 mm in de muur en
druk pluggen S8 in deze gaten.
^
Maak de montageplaat met 2 schroe
-
ven 5 x 40 mm vast.
Montageplaat C
Montageplaat C moet alleen dan wor
-
den gemonteerd wanneer de afstand
van de bovenkant van montageplaat A
tot het plafond (afstand y) groter is dan
415 mm. Met deze plaat kunt u het op
-
vulstuk extra vastzetten.
Montage
19