Operation Manual
Tips voor het gebruik van de stoom
-
oven
–
De bereidingstijden van stomen zijn
over het algemeen gelijk aan die van
koken in een kookpan.
–
De stoom beschermt het voedings
-
middel tegen uitdrogen en de daar
-
mee verbonden nadelen. De ge
-
rechten blijven heerlijk vochtig en
sappig. Dat geldt niet alleen voor
groente, maar ook voor deegwaren,
nagerechten, vis en vlees.
–
U kunt elke inschuifhoogte kiezen en
tegelijk op meerdere niveaus koken.
Een en ander is niet van invloed op
de bereidingstijd.
– De gerechten worden niet bruin en
krijgen geen korstje. Ze worden be-
hoedzaam gestoomd, niet gebraden
of gebakken. Dat is gezond en ver-
sterkt de eigen smaak van het voe-
dingsmiddel.
– Wanneer u diepvriesproducten wilt
koken, bijvoorbeeld groente, let er
dan op dat deze niet samengeklon
-
terd in de ovenpan liggen. Verklein
de blokken zo nodig. De bereidings
-
tijd komt overeen met die van verse
groente.
–
Diepvries- en verse groente met een
gelijke bereidingstijd kunnen tege
-
lijkertijd worden bereid.
–
Laat diepvriesvis voor de bereiding
deels ontdooien. Gebruik hiervoor de
ovenfunctie "Ontdooien" (zie de be
-
treffende rubriek).
–
Bij stomen blijft de eigen smaak van
gerechten beter behouden dan bij
gewoon koken. Voeg daarom pas na
de bereiding kruiden en specerijen
toe.
–
Als u gerechten met vocht bereidt,
mogen de ovenpannen hooguit voor
3
/
4
worden gevuld.
–
Wellende voedingsmiddelen moeten
in vocht worden bereid. Deegwaren
moeten volledig met vocht zijn be-
dekt. Bij peulvruchten, granen,
parboiled rijst, basmatirijst en wilde
rijst dient de verhouding voedings-
middel/water 1:1 te zijn, bij
volkorenrijst 1:1,5 en bij risottorijst
1:2.
– De bereidingstijd van deegwaren
vindt u op de verpakking.
–
Het kookvocht verdampt niet. Het
wordt opgenomen (zoals bij rijst) of
blijft geheel behouden (zoals bij een
-
pansgerechten). U kunt het vocht na
de bereiding gebruiken om er bij
-
voorbeeld een sausje van te maken.
–
U kunt in de stoomoven ook sauzen
binden. Voeg hiervoor meelballetjes
toe aan de vloeistof (40 g meel en
40 g boter voor 0,5 l vloeistof).
Praktische toepassingen
37