Operating Instructions and Installation Instructions

Table Of Contents
Wateraansluiting
184
De watertoe- en -afvoerslangen dienen
zo te worden gelegd dat een technicus
het apparaat nog uit de kast kan trek-
ken.
Controleer de slangen voor de aan-
sluiting op zichtbare schade.
Gegevens waterslangen
Roestvrijstalen toevoerslang:
lengte 1.500mm (1,5m) Ø12,5mm,
aansluiting kraan / aansluiting appa-
raat Øtelkens 33,5mm
Kunststof afvoerslang:
lengte 3.000mm (3m) Ø12,5mm,
aansluiting sifon Ø26mm / aanslui-
ting op stoomoven Ø15mm
Als u de slangen via (lege) buizen aan-
sluit, adviseren wij buizen met een bin-
nendiameter van minimaal 50 mm.
Opmerkingen watertoevoer
Door ondeskundige inbouw kun-
nen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade optreden.
De wateraansluiting mag alleen door
een erkend vakman worden gereali-
seerd.
Bij gebruik van een onthardingsin-
stallatie dient de elektrische gelei-
ding van het water behouden te blij-
ven.
Alle apparaten en systemen die voor
de toevoer van het water naar het
apparaat worden gebruikt, moeten
voldoen aan de voorschriften die gel-
den in het land van opstelling.
Het apparaat mag uitsluitend op
koud water worden aangesloten.
De waterdruk moet minimaal
100kPa (1bar) bedragen en mag
niet hoger zijn dan 600kPa (6bar).
Als de druk hoger is dan 600kPa
(6bar) moet een reduceerventiel
worden ingebouwd.
De bijgeleverde roestvrijstalen water-
toevoerslang mag niet worden inge-
kort of door een langere slang wor-
den vervangen.
Sluit geen oude of reeds gebruikte
slangen op het apparaat aan!
Voordat u het apparaat aansluit en
nadat aan de watertoevoerleiding is
gewerkt, moet de waterleiding wor-
den doorgespoeld om afzettingen te
verwijderen.