Gebruiks- en montagehandleiding Stoomoven met magnetron Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa‐ raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ......................................................... 7 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 18 Overzicht............................................................................................................... 19 Stoomoven............................................................................................................. 19 Bijgeleverde accessoires .....................................
Inhoud Uitgebreide bediening............................................................................................ 43 Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen .......................................... 43 Verloop van een automatische bereiding.......................................................... 44 Instellingen tijdens de bereiding wijzigen ......................................................... 44 Bereiding afbreken ......................................................................
Inhoud Kookwekkertijd wissen ..................................................................................... 61 Belangrijke opmerkingen en informatie over stomen ...................................... 62 Het bijzondere van koken met stoom .................................................................... 62 Kookgerei ............................................................................................................... 62 Stoomovenpannen.......................................................
Inhoud Spek uitsmelten ..................................................................................................... 98 Steriliseren ............................................................................................................ 98 Vochtige handdoekjes verwarmen......................................................................... 99 Honing vloeibaar maken ........................................................................................ 99 Eierstich (ei voor soep).............
Inhoud Fabrieksinstellingen.............................................................................................. 117 Aanwijzingen voor keuringsinstituten.............................................................. 118 Reiniging en onderhoud .................................................................................... 120 Reiniging en onderhoud....................................................................................... 120 Front ...................................................
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Voor de stoomoven met magnetron worden in deze tekst ook de aanduidingen stoomoven en oven gebruikt. Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan persoonlijk letsel of beschadiging van het ap‐ paraat tot gevolg hebben. Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar). Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt. Gebruik het apparaat alleen voor de toepassingen die in deze ge‐ bruiksaanwijzing worden beschreven. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn. Brandgevaar! Als u in het apparaat ontvlambare producten droogt, verdampt het vocht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen in het huishouden Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen. Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐ rend toezicht houdt. Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe‐ zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be‐ dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al‐ leen door een door Miele geautoriseerde vakman worden uitge‐ voerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico's lopen waar‐ voor de fabrikant niet aansprakelijk is. Stralingsgevaar door microgolven: Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarbij afdekkingen moe‐ ten worden verwijderd, mogen alleen door een vakman worden uit‐ gevoerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran‐ deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol‐ gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda‐ mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek‐ trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri‐ cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting". Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik Verbrandingsgevaar! Het apparaat wordt bij gebruik heet. U kunt zich branden aan de ovenruimte, het voedingsmiddel, de accessoi‐ res en de hete stoom. Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het apparaat zet of eruit haalt of als u in het apparaat bezig bent. Voorkom dat gerechten overstromen als u deze in de ovenruimte zet of eruit haalt. Verbrandingsgevaar! Na een bereiding bevindt zich heet water in het stoomaggregaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Ovenfunctie "Magnetron" Houd bij ontdooien, verwarmen of koken met een ovenfunctie met magnetron rekening met het feit dat de bereidingstijden vaak veel korter zijn dan bij ovenfuncties zonder magnetron. Bij te lange berei‐ dingstijden droogt het voedingsmiddel uit en kan vlam vatten. De ovenfunctie "Magnetron " is voor het verwarmen van voe‐ dingsmiddelen en dranken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt druk opgebouwd. Het voorwerp kan daardoor ontploffen. Verhit daarom nooit voe‐ dingsmiddelen of vloeistoffen in afgesloten potten of flessen. Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen. Bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen met de magnetronfunctie kan het kookpunt worden bereikt, zonder dat de bekende luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet gelijk‐ matig.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Laat de deur van het apparaat dicht als de voedingsmiddelen in de ovenruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden zo ge‐ doofd. Zet het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas als de rook is weggetrokken. Voor de magnetronfunctie is serviesgoed met holle handgrepen en knoppen ongeschikt. Hierin kan zich vocht ophopen, waardoor druk ontstaat en de delen ontploffen (tenzij de betreffende delen goed ontlucht zijn).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Reiniging en onderhoud De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de‐ len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger. Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra‐ ken. Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuurmiddelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schrapers.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas‐ ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen.
Overzicht Stoomoven a Bedieningselementen b Wasemafvoer c Automatische deuropener voor de stoomreductie g Waterreservoir met afneembare over‐ loopbeveiliging h Opvanggoot ovenruimte i Temperatuurvoeler d Deurdichting j Geleiderails e Ruimte waterreservoir k Stoomtoevoer f Aanzuigbuis l Verlichting 19
Overzicht Bijgeleverde accessoires U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie "Bij te bestellen acces‐ soires"). De bijgeleverde ovenpannen en het rooster zijn niet geschikt voor de magnetronfunctie! DMGS 1/1-30L 1 glazen opvangschaal De opvangschaal wordt bij het stomen gebruikt om het vocht op te vangen dat tijdens een bereiding ontstaat.
Bedieningselementen a Aan/Uit-toets In- en uitschakelen b Display Voor de weergave van de dagtijd en van informatie voor de bediening c Sensortoets Voor het instellen van de kookwekker en/of het alarm d Sensortoets Voor het in- en uitschakelen van de verlichting e Sensortoets Voor stapsgewijs terugspringen f Sensortoets Voor het starten van de functie "Popcorn" g Sensortoets Voor het starten van de functie "Quick-magnetron" h Optische interface (alleen voor Miele) 21
Bedieningselementen Sensortoetsen De sensortoetsen reageren op aanraking met uw vinger. Telkens als u een toets aanraakt, hoort u een akoestisch signaal. U kunt dit signaal uitzetten (zie "Instel‐ lingen – Volume – Toetssignaal").
Bedieningselementen Sensor‐ Functie toets Popcorn Opmerkingen De magnetron start met 850 W en een bereidings‐ tijd van 2:45 minuten (zie "Popcorn"). U kunt deze functie alleen gebruiken als op dat moment geen andere bereiding plaatsvindt. Quick-magnetron De magnetron start met het maximale vermogen van 1000 W en een bereidingstijd van 1 minuut (zie "Quick-magnetron"). Door de sensortoets meer‐ maals aan te tippen, kunt u de bereidingstijd stapsgewijs verlengen.
Bedieningselementen Touchscreen (display) Het display kan door puntige of scherpe voorwerpen (zoals pennen) bekrast ra‐ ken. Raak het display uitsluitend met uw vingers aan. Bij aanraking worden kleine elektrische ladingen afgegeven die een elektrische im‐ puls creëren die het display herkent. Het display bestaat uit drie delen. Hoofdmenu 12:00 * * * Ovenfuncties Automatische Speciale programma's toepassingen * MyMiele Eigen program Links boven verschijnt het menupad.
Bedieningselementen Symbolen In het display kunnen ook de volgende symbolen verschijnen: Symbool Betekenis Instellingen, zoals de lichtsterkte van het display en het volume van de geluidssignalen, stelt u met behulp van een balkje in. Dit symbool geeft aan dat er extra informatie is of dat er aanwij‐ zingen zijn voor de bediening. Bevestig dergelijke informatieven‐ sters met OK. De vergrendeling van het apparaat of de toetsenvergrendeling is ingeschakeld (zie "Instellingen – Vergrendeling ").
Bedieningselementen Principe van de bediening Als u een mogelijke keuze aantipt, kleurt het betreffende veld oranje. Functie / instelling kiezen of menu oproepen Tip één keer de gewenste toets aan. Bladeren U kunt naar links en rechts bladeren. Strijk over het beeldscherm. Houd uw vinger tegen het display en strijk met de vinger in de gewenste richting (scrollen). Of tip de pijltoetsen en aan om naar links of rechts te bladeren.
Bedieningselementen Cijfers invoeren Voer cijfers met de cijferrollen in of met het cijferblok. Als u cijfers met de cijferrol wilt invoeren, gaat u als volgt te werk: Scrol op de cijferrol naar boven of naar beneden, totdat de gewenste waarde verschijnt. Als u cijfers met het cijferblok wilt invoeren, gaat u als volgt te werk: Druk op rechts onder op het invoerveld. Het cijferblok verschijnt. Druk op de betreffende cijfers. Als u een geldige waarde heeft ingevoerd, kleurt het veld "OK" groen.
Functiebeschrijving Stomen Waterreservoir De maximale vulhoeveelheid is 1,5 liter, de minimale hoeveelheid 0,5 liter. Op het reservoir vindt u markeringen. De bovenste markering mag niet worden overschreden! Het waterverbruik is afhankelijk van het voedingsmiddel en de bereidingstijd. Als u de ovendeur tijdens het gebruik opent, neemt het waterverbruik toe. Na afloop van een bereiding wordt het restwater uit het stoomaggregaat naar het waterreservoir teruggepompt.
Functiebeschrijving Stoomreductie Vlak voor het einde van de bereiding wordt de ovendeur automatisch iets ge‐ opend, zodat de stoom kan ontwijken. In het display verschijnt Stoomreductie. De deur gaat daarna automatisch weer dicht. U kunt de stoomreductie uitzetten (zie "Instellingen – Stoomreductie"). Als u de functie uitzet, komt er veel stoom vrij als u de deur opent. Magnetronfunctie Principe In het apparaat zit een magnetronbuis. Deze zet stroom om in elektromagneti‐ sche golven: de microgolven.
Functiebeschrijving Serviesgoed voor de magnetron Microgolven worden door metaal terug‐ gekaatst. Waarschuwing bij de ovenfunctie "Magnetron ": Brandgevaar! Niet magnetronbestendig serviesgoed kan beschadigd raken en het appa‐ raat beschadigen. Het materiaal en de vorm van het ser‐ viesgoed zijn van invloed op de berei‐ dingstijd. Het beste kunt u ronde of ovale platte schalen gebruiken. De voedingsmid‐ delen worden dan gelijkmatiger ver‐ warmd dan in rechthoekige schalen.
Functiebeschrijving Kunststof U kunt kunststof serviesgoed en weg‐ werpbakjes van kunststof voor de ovenfunctie "Magnetron " ge‐ bruiken, als deze magnetronbestendig zijn. Uit milieu-overwegingen kunt u be‐ ter geen wegwerpbakjes gebruiken. Blijf bij het apparaat als u voedings‐ middelen bereidt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of andere brandbare stoffen. Kunststof serviesgoed moet hittebe‐ stendig zijn (tot minimaal 110 °C).
Functiebeschrijving Servies dat niet geschikt is voor de magnetron Voor de magnetronfunctie is ser‐ viesgoed met holle handgrepen en knoppen ongeschikt. Hierin kan zich vocht ophopen, waardoor druk ont‐ staat en de delen ontploffen (tenzij de betreffende delen goed ontlucht zijn). Gebruik dergelijk serviesgoed niet. Metaal Metaal kaatst microgolven terug, waar‐ door het gerecht niet warm wordt. Gebruik voor de ovenfunctie "Magne‐ tron " geen stoomovenpannen, me‐ talen schalen, aluminiumfolie en bestek.
Functiebeschrijving Deksel Het gebruik van een deksel biedt de volgende voordelen: – Het voorkomt dat bij lange berei‐ dingstijden te veel waterdamp ont‐ snapt. – Het zorgt ervoor dat het voedings‐ middel sneller warm wordt. – Het voorkomt dat het voedingsmid‐ del uitdroogt. – Het houdt de ovenruimte schoon. Het deksel mag de betreffende schaal niet helemaal afsluiten.
Functiebeschrijving Opvangschaal Bij bereidingen met stoom: Schuif de opvangschaal altijd op het onderste niveau in het apparaat als u ovenpannen met gaten gebruikt. Vocht‐ druppels worden hierin opgevangen en u kunt het vocht zo gemakkelijk verwij‐ deren. Bij gebruik van de magnetronfunctie: Gebruik de glazen opvangschaal altijd als plateau. Ovenverlichting Om energie te besparen, is het appa‐ raat standaard zo ingesteld dat de ovenverlichting na de start uitgaat.
Vóór het eerste gebruik Basisinstellingen U mag het apparaat alleen ge‐ bruiken als het is ingebouwd. Als het apparaat op de netspanning wordt aangesloten, wordt het automa‐ tisch ingeschakeld. Datum instellen U kunt cijfers invoeren door te scrollen (op de cijferrol), maar u kunt ook het cij‐ ferblok gebruiken. Stel achtereenvolgens de dag, de maand en het jaar in. Bevestig met OK. Welkomstscherm Dagtijd instellen In het display verschijnt een begroeting.
Vóór het eerste gebruik Dagtijdweergave Stel ten slotte de weergave van de dag‐ tijd voor het uitgeschakelde apparaat in (zie "Instellingen - Dagtijd - Weergave". – Aan De dagtijd wordt altijd in het display weergegeven. – Uit Het display blijft donker om energie te besparen. Bepaalde functies zijn beperkt beschikbaar. – Nacht- schakeling De dagtijd verschijnt alleen van 5 tot 23 uur en is 's nachts uitgeschakeld om energie te besparen. Kies het gewenste weergaveformaat. Bevestig met OK.
Vóór het eerste gebruik Waterhardheid instellen Kookpunt justeren Het apparaat is af fabriek op waterhard‐ heid Hard ingesteld. Om ervoor te zor‐ gen dat het apparaat correct functio‐ neert en op het juiste moment wordt ontkalkt, moet u het apparaat op de waterhardheid van uw regio instellen. Hoe hoger het kalkgehalte, des te har‐ der is het water en des te vaker moet het apparaat worden ontkalkt.
Hoofd- en submenu's Ovenfuncties Voorgepro‐ gram‐ meerd(e) temperatuur/ vermogen Temperatuur‐ bereik/ magnetron‐ vermogens 100 °C 40–100 °C 1000 W 80 W, 150 W, 300 W, 450 W, 600 W, 850 W, 1000 W Stomen Voor het bereiden van alle voedingsmid‐ delen, voor inmaken, sap maken en specia‐ le toepassingen Magnetron Voor het snel ontdooien, verwarmen en be‐ reiden van voedingsmiddelen Automatische programma's De keuzelijst van beschikbare automatische programma's wordt opgeroepen Speciale toe
Hoofd- en submenu's Temperatuur‐ Temperatuur‐ bereik/ bereik magnetron‐ vermogens Speciale toepassingen Inmaken MyMiele 90 °C 80–100 °C Serviesgoed steriliseren – – Gistdeeg laten rijzen – – Met MyMiele kunt u uw oven personaliseren door frequent gebruikte toepas‐ singen hier op te nemen.
Bediening: ovenfunctie "Stomen" Eenvoudige bediening Schakel het apparaat met de toets in. In het display verschijnt het hoofdmenu. Gebruik uitsluitend koud leiding‐ water (onder 20 °C), geen gedestil‐ leerd water, mineraalwater of andere vloeistoffen! Vul het waterreservoir en schuif het vervolgens tot de aanslag in het ap‐ paraat. Plaats het voedingsmiddel in de oven. Kies Ovenfuncties . Kies Stomen .
Bediening: ovenfunctie "Stomen" Als u met een temperatuur vanaf ca. 80 °C heeft gewerkt, verschijnt vlak voor het einde van de bereidingstijd de melding Stoomreductie en wordt de deur automatisch iets geopend. Na afloop van de bereidingstijd – verschijnt in het display Programma afgerond, – blijft de ventilator ingeschakeld, Na gebruik Haal de opvangschaal uit het appa‐ raat en giet deze leeg. Haal het waterreservoir uit de oven en giet het leeg. Verwijder voor het legen de overloopbeveiliging.
Bediening: ovenfunctie "Stomen" Bereiding onderbreken De bereiding wordt onderbroken als u de deur opent. De verwarming wordt uitgeschakeld en de resttijd wordt op‐ geslagen. Verbrandingsgevaar! Er kan stoom vrijkomen als u de deur opent. Doe een stap terug en wacht totdat de stoom is vervluchtigd. Verbrandingsgevaar! U kunt zich branden aan de oven‐ ruimte, het voedingsmiddel, de ac‐ cessoires en de hete stoom.
Bediening: ovenfunctie "Stomen" Uitgebreide bediening Meer bereidingstijden instellen U heeft het voedingsmiddel in de oven gezet, een temperatuur en een berei‐ dingstijd ingesteld. Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen Als u een bereidingsproces automa‐ tisch wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de tijden op verschillende manieren invoeren. Via: Als u een waarde invoert bij Einde om of kunt u het apparaat automa‐ tisch laten in- en uitschakelen.
Bediening: ovenfunctie "Stomen" Verloop van een automatische berei‐ ding Instellingen tijdens de bereiding wij‐ zigen Tot aan de start verschijnen in het dis‐ play de ovenfunctie, de gekozen tem‐ peratuur, de bereidingstijd (resttijd), Start om en de starttijd. Kies Wijzigen. – Temperatuur Na de start kunt u het aflopen van de tijd op het display volgen.
Bediening: ovenfunctie "Stomen" Einde bereidingstijd wissen Bereiding afbreken Zet in het veld Einde om de tijd op "----". Druk twee keer op . Bevestig met OK. In het display verschijnt Bereiding afbreken?. De eindtijd wordt gewist. Kies Ja. De bereiding start met de ingestelde bereidingstijd. Het hoofdmenu verschijnt. Ingestelde bereidingstijden worden gewist. Ovenfunctie wijzigen Om de ovenfunctie te kunnen wijzigen, moet u de lopende bereiding afbreken. Druk twee keer op .
Bediening: ovenfunctie "Magnetron" Eenvoudige bediening Na afloop van de bereidingstijd Schakel het apparaat met de toets in. – verschijnt in het display Programma afgerond, In het display verschijnt het hoofdmenu. – blijft de ventilator ingeschakeld, Plaats het voedingsmiddel in de oven. – hoort u een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie "Instellingen – Volume – Geluidssignalen"). Kies Ovenfuncties . Kies de ovenfunctie Magnetron .
Bediening: ovenfunctie "Magnetron" Uitgebreide bediening Meer bereidingstijden instellen Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen U heeft het voedingsmiddel in de oven gezet, een magnetronvermogen en een bereidingstijd ingesteld. Als u een bereidingsproces automa‐ tisch wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de tijden op verschillende manieren invoeren. Via: Kies Extra instellingen openen.
Bediening: ovenfunctie "Magnetron" Verloop van een automatische berei‐ ding Instellingen tijdens de bereiding wij‐ zigen Tot aan de start verschijnen in het dis‐ play de ovenfunctie, het gekozen ver‐ mogen, de bereidingstijd (resttijd), Start om en de starttijd. Kies Wijzigen. – Vermogen Na de start kunt u het aflopen van de tijd op het display volgen.
Bediening: ovenfunctie "Magnetron" Einde bereidingstijd wissen Bereiding afbreken Kies Extra instellingen openen. Druk twee keer op . Zet in het veld Einde om de tijd op "----". In het display verschijnt Bereiding afbreken?. Kies Start. Kies Ja. De eindtijd wordt gewist. Het hoofdmenu verschijnt. Ingestelde bereidingstijden worden gewist. De bereiding start met de ingestelde bereidingstijd. Ovenfunctie wijzigen Om de ovenfunctie te kunnen wijzigen, moet u de lopende bereiding afbreken.
MyMiele Met MyMiele kunt u uw oven personali‐ seren door frequent gebruikte toepas‐ singen hier op te nemen. Vooral bij automatische programma's hoeft u dan niet meer alle menuniveaus door te lopen om een programma te starten. U kunt de menupunten die u onder My‐ Miele opneemt ook als startscherm vastleggen (zie "Instellingen – Start‐ scherm"). Functie toevoegen U kunt maximaal 20 functies toevoe‐ gen. Kies MyMiele . Kies Functie toevoegen.
MyMiele MyMiele bewerken Functies sorteren Nadat u de functie Bewerken heeft ge‐ kozen, kunt u Bij meer dan 4 functies kunt u de volg‐ orde van de functies wijzigen. – functies toevoegen, als MyMiele min‐ der dan 20 functies omvat, Kies MyMiele . – functies wissen, Kies Functie sorteren. – functies sorteren, als MyMiele meer dan 4 functies omvat. Kies de functie. Kies Bewerken. Functies wissen Kies de positie waar de functie moet verschijnen. Kies MyMiele . Bevestig met OK.
Automatische programma's Het apparaat beschikt over vele auto‐ matische programma's voor de meest uiteenlopende gerechten. Met deze programma's bereikt u comfortabel en veilig een optimaal bereidingsresul‐ taat. Kies het bij uw gerecht passende programma en volg de aanwijzingen op het display. 52 Overzicht voedingsmiddelcate‐ gorieën De automatische programma's roept u op via de functie Automatische programma's .
Automatische programma's Automatische programma's gebruiken Kies Automatische programma's . Er verschijnt een keuzelijst met voe‐ dingsmiddelcategorieën. Kies de gewenste categorie. De bij de categorie behorende automa‐ tische programma's verschijnen. Kies het gewenste automatische pro‐ gramma. De afzonderlijke stappen tot aan de start van een automatisch programma worden overzichtelijk in het display weergegeven.
Automatische programma's Zoeken U kunt bij de functie Automatische pro zoeken naar de naam van een categorie of van een automatisch programma. gramma's De complete tekst wordt doorzocht. U kunt ook een deel van een woord zoe‐ ken. U bevindt zich in het hoofdmenu. Kies Automatische programma's . Er verschijnt een keuzelijst met voe‐ dingsmiddelcategorieën. Kies Zoeken. Voer met het toetsenbord de tekst in die u wilt zoeken, bijvoorbeeld "Vis".
Eigen programma's U kunt maximaal 20 eigen programma's samenstellen en opslaan. Eigen programma's samen‐ stellen – U kunt maximaal tien bereidingsstap‐ pen combineren om het verloop van de bereiding van uw lievelingsrecep‐ ten vast te leggen. Voor elke berei‐ dingsstap kunt u individuele instel‐ lingen uitvoeren. Kies Eigen programma's. – Ten slotte kunt u voor uw recept een programmanaam invoeren. Als u uw programma opnieuw oproept en start, wordt het automatisch uitge‐ voerd.
Eigen programma's Als u de programmanaam heeft inge‐ voerd, kiest u Opslaan. In het display verschijnt de bevestiging dat uw programmanaam is opgeslagen. Bevestig met OK. U kunt het opgeslagen programma meteen of uitgesteld starten of de be‐ reidingsstappen wijzigen. Het menupunt Stappen wijzigen wordt beschreven onder "Eigen program‐ ma's wijzigen". Eigen programma's starten Plaats het voedingsmiddel in de oven. Kies Eigen programma's . In het display verschijnen de program‐ manamen.
Eigen programma's Eigen programma's wijzigen Stappen wijzigen De bereidingsstappen van automa‐ tische programma's die u onder een eigen naam heeft opgeslagen, kunt u niet wijzigen. Kies Eigen programma's . Kies Bewerken. Kies Programma wijzigen. Kies het gewenste programma. Kies Stappen wijzigen. In het display verschijnt een samenvat‐ ting van uw instellingen. U kunt de instellingen van telkens een stap wijzigen of stappen toevoegen. Wijzig het programma (zie "Eigen programma's samenstellen").
Quick-magnetron Met de "Quick-magnetron"-toets start de magnetron met een bepaald vermogen en een bepaalde bereidings‐ tijd, bijvoorbeeld voor het verwarmen van vloeistoffen. Voorgeprogrammeerd zijn het maximale vermogen van 1000 W en een berei‐ dingstijd van 1 minuut. Tip: U kunt het magnetronvermogen en de bereidingstijd wijzigen. De maximaal instelbare bereidingstijd is afhankelijk van het gekozen magnetronvermogen (zie "Instellingen – Quick-magnetron"). Druk op totdat de bereiding start.
Popcorn Met de popcorn-toets start de magnetron met een bepaald vermogen en een bepaalde bereidingstijd. Aanwijzingen voor het gebruik – De ovenruimte moet koud en droog zijn, zodat de popcorn helemaal goed wordt. – Voor de popcorn-toets is een magne‐ tronvermogen van 850 W voorgepro‐ grammeerd, alsmede een bereidings‐ tijd van 2:45 minuten. Dit komt over‐ een met de waarden die de meeste fabrikanten voor de bereiding van magnetron-popcorn aanhouden.
Alarm en kookwekker Met de sensortoets kunt u een kook‐ wekkertijd (bijvoorbeeld voor het koken van eieren) instellen of een alarm (een bepaalde dagtijd). U kunt tegelijk twee alarmen, twee kookwekkertijden of één alarm en één kookwekkertijd instellen. Alarm gebruiken De alarmfunctie kunt u gebruiken om een bepaalde dagtijd in te stellen, waar‐ op de oven een akoestisch signaal moet afgeven.
Alarm en kookwekker Kookwekker gebruiken Na afloop van de kookwekkertijd De kookwekker kunt u onder meer ge‐ bruiken als u iets buiten de oven be‐ reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt. – knippert in de display, U kunt de kookwekkertijd ook ge‐ bruiken als u al tijden voor het automa‐ tisch in- of uitschakelen van de oven heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u er‐ aan te herinneren dat u na een be‐ paalde tijd kruiden wilt toevoegen of vlees wilt besprenkelen).
Belangrijke opmerkingen en informatie over stomen In dit hoofdstuk vindt u algemene aan‐ wijzingen. Als u bij voedingsmiddelen en/of toepassingen bijzonderheden in acht moet nemen, wordt u hierop ge‐ wezen. Het bijzondere van koken met stoom Bij stomen gaan nauwelijks vitaminen en mineralen verloren, omdat het voe‐ dingsmiddel niet in het water ligt. Bij stomen blijft de eigen smaak van het voedingsmiddel beter behouden dan bij gewoon koken. Voeg daarom geen zout toe of doe dat pas na de bereiding.
Belangrijke opmerkingen en informatie over stomen Niveau Bereidingstijd U kunt elk niveau kiezen en tegelijk op meerdere niveaus koken. Een en ander is niet van invloed op de bereidingstijd. De bereidingstijden bij stomen komen in grote lijnen overeen met de berei‐ dingstijden in een kookpan. Als de be‐ reidingstijd door bepaalde factoren wordt beïnvloed, wordt u in de betref‐ fende rubrieken hierop gewezen.
Stomen Groente Verse producten Bereid verse groente voor zoals u dat normaal ook doet, bijvoorbeeld afspoe‐ len, reinigen en fijn snijden. Diepvriesproducten Diepvriesgroente hoeft u voor de berei‐ ding niet te ontdooien, behalve groente die als blok is ingevroren. Diepvries- en verse groente met een gelijke bereidingstijd kunnen tegelijker‐ tijd worden bereid. Maak grote, aan elkaar gevroren stuk‐ ken kleiner. De bereidingstijd vindt u op de verpakking.
Stomen De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse groente. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Stomen Groente Maïs (kolf) Snijbiet, gesneden Paprika, blokjes of reepjes Aardappelen in schil, vastkokend [min] 30–35 2–3 2 30–32 Paddestoelen 2 Prei, gesneden 4–5 Prei, gehalveerd 6 Romanesco, heel 22–25 Romanesco, roosjes 5–7 Spruitjes 10–12 Rode bieten, heel 53–57 Rode kool, gesneden 23–26 Schorseneren, heel, duimdik 9–10 Knolselderie, in stiften gesneden 6–7 Asperge, groen Asperge, wit, duimdik Winterwortels, fijngesneden Spinazie Spitskool, gesneden 7 9–10 6 1–2 10–11 Bleekse
Stomen Vlees Verse producten Bereid het vlees voor zoals u dat nor‐ maal ook doet. Diepvriesproducten Ontdooi diepvriesvlees voordat u het bereidt (zie "Ontdooien"). Instellingen Automatische programma's | Vlees | ... | Stomen of Ovenfuncties | Stomen Temperatuur: 100 °C Bereidingstijd: zie tabel Voorbereiding Vlees dat bruin moet worden en dat u vervolgens wilt smoren, zoals goulash, moet u eerst op de kookplaat aanbra‐ den.
Stomen De in de tabel genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Stomen Worstwaren Vis Instellingen Verse producten Automatische programma's ren | Worstwa- | ... | Stomen of Diepvriesproducten | Stomen Temperatuur: 90 °C Bereidingstijd: zie tabel Ovenfuncties Worstwaren [min] Gekookte worst 6–8 Vleesworst 6–8 Witte worst 6–8 Bereidingstijd Bereid verse vis voor zoals u dat nor‐ maal ook doet, bijvoorbeeld schubben en ingewanden verwijderen en reinigen. Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐ maal te worden ontdooid.
Stomen Temperatuur 85–90 °C Voor het behoedzaam bereiden van kwetsbare vissoorten, zoals zeetong. 100 °C Voor het bereiden van vissoorten met stevig vlees, zoals kabeljauw en zalm. Voor het bereiden van vis in saus of bouillon. Bereidingstijd De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de hoedanigheid van het voe‐ dingsmiddel, niet van het gewicht. Hoe dikker het voedingsmiddel des te langer de bereidingstijd.
Stomen De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse vis. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidings‐ tijd na afloop nog verlengen.
Stomen Schaaldieren Voorbereiding Laat ingevroren schaaldieren voor de bereiding ontdooien. Maak de schaaldieren schoon, verwijder de darm en reinig ze. Stoomovenpannen Vet ovenpannen met gaten in. Bereidingstijd Hoe langer u schaaldieren kookt, des te steviger worden ze. Houdt u zich aan de aangegeven bereidingstijden. Verleng de aangegeven bereidingstijden met enkele minuten als u schaaldieren in saus of bouillon bereidt. Instellingen Automatische programma's | Schaaldieren | ...
Stomen Zoetwatermosselen Verse producten Vergiftigingsgevaar! Bereid alleen gesloten mosselen. Mosselen die na de bereiding niet open zijn, mogen niet worden gegeten. Zet verse mosselen voor de bereiding enkele uren in water, zodat ze eventueel aanwezig zand kunnen uitspoelen. Borstel de mosselen daarna goed schoon. Diepvriesproducten Ingevroren mosselen moeten voor de bereiding worden ontdooid. Bereidingstijd Hoe langer u mosselen kookt, des te harder wordt het vlees.
Stomen Rijst Rijst welt tijdens de bereiding en moet daarom in vocht worden bereid. Afhankelijk van de rijstsoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding rijst/vocht. De rijst neemt het vocht compleet op en er gaan geen voedingsstoffen verloren. Instellingen Automatische programma's | Rijst | ...
Stomen Pasta / deegwaren Droge pasta/deegwaren Droge pasta en droge deegwaren wellen tijdens de bereiding. Deze producten moeten dan ook in vocht worden bereid. Het vocht moet de pasta goed bedek‐ ken. Als u heet vocht gebruikt, wordt het bereidingsresultaat beter. Verleng de door de producent aangegeven bereidingstijd met ca. ¹/₃. Verse producten Verse pasta en verse deegwaren (bijvoorbeeld uit de koeling) hoeven niet te wel‐ len. Gebruik hiervoor een ovenpan met gaten.
Stomen Knoedels Kant-en-klare knoedels in een kookbuiltje moeten goed met water worden bedekt, omdat zij anders niet voldoende vocht opnemen en uit elkaar vallen, ook als u ze voorheen in water heeft gezet. Bereid verse knoedels in een ingevette ovenpan met gaten. Instellingen Automatische programma's | Deegwaren | ...
Stomen Graan Granen wellen tijdens de bereiding en moeten daarom in vocht worden bereid. Af‐ hankelijk van de graansoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding graan/vocht. Granen kunnen met hele korrel of gebroken worden bereid. Instellingen Automatische programma's | Graan | ...
Stomen Peulvruchten, gedroogd Gedroogde peulvruchten moeten voor de bereiding minimaal 10 uur in koud water worden geweekt. Door het weken kunnen peulvruchten beter worden verteerd en neemt de bereidingstijd af. De geweekte peulvruchten moeten tijdens de bereiding met vocht zijn bedekt. Linzen hoeft u niet te weken. Als de peulvruchten niet zijn geweekt, moet u (afhankelijk van de soort) een be‐ paalde verhouding peulvruchten/vocht aanhouden. Instellingen Automatische programma's | Peulvruchten | ...
Stomen Niet geweekt Verhouding peulvruchten : vocht [min] Kidneybonen 1:3 130–140 Rode bonen (azukibonen) 1:3 95–105 Zwarte bonen 1:3 100–120 Bonte bonen 1:3 115–135 Witte bonen 1:3 80–90 Bruine linzen 1:2 13–14 Rode linzen 1:2 7 Gele erwten 1:3 110–130 Groene erwten 1:3 60–70 Bonen Linzen Erwten Bereidingstijd 79
Stomen Kippeneieren Gebruik een ovenpan met gaten als u eieren wilt koken. U hoeft de eieren voor de bereiding niet in te prikken. Omdat de eieren tijdens de opwarmfase langzaam worden verhit, barsten ze niet tijdens het stomen. Vet ovenpannen zonder gaten in als u daarin eiergerechten wilt bereiden. Instellingen Automatische programma's | Kippeneieren | ...
Stomen Fruit Om te voorkomen dat sap verloren gaat, kunt u fruit het best in een ovenpan zon‐ der gaten bereiden. Als u fruit in een ovenpan met gaten bereidt, schuif dan een ovenpan zonder gaten eronder in de oven. Ook dan blijft het sap behouden. Tip: U kunt het opgevangen sap voor andere doeleinden gebruiken. Instellingen Automatische programma's | Fruit | ...
Stomen Koken menu – handmatig Schakel bij het koken van een menu de stoomreductie uit (zie "Instellingen – Stoomreductie"). Met deze bereidingsfunctie kunt u een menu samenstellen dat uit verschillen‐ de voedingsmiddelen met verschillende bereidingstijden bestaat, bijvoorbeeld roodbaarsfilet met rijst en broccoli. De voedingsmiddelen worden achtereen‐ volgens op verschillende momenten in de oven gezet en zijn dan tegelijk klaar.
Stomen Werkwijze Zet eerst de rijst in de oven. Stel de eerste tijd in, dus 14 minuten. Zet na die 14 minuten het tweede product (roodbaarsfilet) in de oven. Stel de tweede tijd in, dus 2 minuten. Zet na die 2 minuten het derde pro‐ duct (broccoli) in de oven. Stel de derde tijd in, dus 4 minuten.
Speciale toepassingen Verwarmen met stoom Werkwijze Voedingsmiddelen kunnen in de stoom‐ oven behoedzaam worden verwarmd. Ze drogen niet uit en worden niet gaar‐ der. Het product wordt gelijkmatig ver‐ hit en hoeft niet te worden doorgeroerd. Dek de voedingsmiddelen af met een diep bord, een hitte- (tot 100 °C) en stoombestendige folie of met een deksel. U kunt bordmaaltijden (vlees, groente, aardappelen) net zo verwarmen als af‐ zonderlijke voedingsmiddelen.
Speciale toepassingen Ontdooien met stoom Tips De ontdooitijden zijn aanzienlijk korter dan bij ontdooien op kamertempera‐ tuur. – Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐ maal te worden ontdooid. Het is vol‐ doende als de buitenkant zacht ge‐ noeg is om de kruiden op te nemen. Afhankelijk van de dikte is 2–5 minu‐ ten voldoende. Temperatuur De optimale ontdooitemperatuur is 60 °C. Uitzonderingen: Gehakt en wild: 50 °C. Voor en na het ontdooien Verwijder bij ontdooien de verpakking.
Speciale toepassingen Ingevroren producten Hoeveelheid [°C] [min] [min] Kaas in plakken 125 g 60 15 10 Kwark 250 g 60 20–25 10–15 Room 250 g 60 20–25 10–15 Zachte kaas 100 g 60 15 10–15 Appelmoes 250 g 60 20–25 10–15 Stukjes appel 250 g 60 20–25 10–15 Abrikozen 500 g 60 25–28 15–20 Aardbeien 300 g 60 8–10 10–12 Frambozen / rode bessen 300 g 60 8 10–12 Kersen 150 g 60 15 10–15 Perziken 500 g 60 25–28 15–20 Pruimen 250 g 60 20–25 10–15 Kru
Speciale toepassingen Ingevroren producten Hoeveelheid [°C] [min] [min] Goulash 1000 g 60 50–60 10–15 Lever 250 g 60 20–25 10–15 Hazenrug 500 g 50 30–40 10–15 Reerug 1000 g 50 40–50 10–15 Schnitzel / kotelet / braad‐ worst 800 g 60 25–35 15–20 Haantje / kip 1000 g 60 40 15–20 Kippenbout 150 g 60 20–25 10–15 Kipschnitzel 500 g 60 25–30 10–15 Kalkoenbout 500 g 60 40–45 10–15 – 60 10–12 10–15 400 g 60 15 10–15 – 60 30 2 Duits brood, gesneden
Speciale toepassingen Inmaken Hoeveelheid Gebruik alleen verse voedingsmiddelen, zonder lelijke en rotte plekken. Vul het glas losjes tot maximaal 3 cm onder de rand. De celwanden raken be‐ schadigd als u het voedingsmiddel erin drukt. Tik met het glas voorzichtig op een doek, zodat de inhoud beter wordt verdeeld. Vul de glazen met vocht op. Het product moet geheel bedekt zijn. Glazen Gebruik alleen onbeschadigde, schone inmaakglazen en toebehoren.
Speciale toepassingen Werkwijze Gebruik voor het rooster het onderste niveau. Zet de glazen op het rooster. Ze mogen elkaar niet raken.
Speciale toepassingen In te maken product [°C] * [min] Dikke bonen 100 120 Komkommers 90 55 Rode bieten 100 60 Voorgekookt 90 90 Gebraden 90 90 Vlees Temperatuur / Inmaaktijd * De aangegeven inmaaktijden hebben betrekking op glazen van 1,0 l. Voor glazen van 0,5 l moet de inmaaktijd met 15 minuten worden verkort, voor glazen van 0,25 l met 20 minuten.
Speciale toepassingen Sap bereiden Werkwijze U kunt in uw oven van zacht en hard fruit sap maken. Doe het voorbereide fruit in een ovenpan met gaten. Met rijp fruit kunt u het best sap maken. Hoe rijper het fruit des te meer sap en des te aromatischer het sap. Schuif een ovenpan zonder gaten of de opvangschaal eronder om het vrij‐ komende vocht op te vangen. Voorbereiding Instellingen Selecteer en reinig het fruit waarvan u sap wilt maken en verwijder bescha‐ digde plekken.
Speciale toepassingen Koken menu U kunt maximaal drie componenten kiezen, bijvoorbeeld vis met een bijge‐ recht en groente. De verschillende componenten kunnen in willekeurige volgorde worden geko‐ zen. Het apparaat sorteert de compo‐ nenten automatisch op bereidingstijd. Het voedingsmiddel met de langste be‐ reidingstijd moet het eerst in de oven worden geplaatst. De functies Einde om en Start om wor‐ den bij Koken menu niet aangeboden. Werkwijze Schakel het apparaat in.
Speciale toepassingen Yoghurt bereiden Voor de yoghurtbereiding gebruikt u melk en als startcultuur yoghurt of yog‐ hurtferment, bijvoorbeeld uit een re‐ formwinkel. Gebruik verse yoghurt met levende cul‐ turen zonder toevoegingen. Gepasteuri‐ seerde yoghurt is niet geschikt. De yoghurt moet vers zijn. Bewaar de yoghurt niet te lang. Voor de yoghurtbereiding kunt u onge‐ koelde houdbare melk of verse melk gebruiken. Houdbare melk kunt u meteen ge‐ bruiken.
Speciale toepassingen Gistdeeg laten rijzen Werkwijze Roer 100 g yoghurt door 1 liter melk of maak het mengsel met yoghurtfer‐ ment volgens de aanwijzingen op de verpakking. Vul het melkmengsel in portieglazen en sluit de glazen af. Zet de gesloten glazen in een oven‐ pan of op het rooster. De glazen mo‐ gen elkaar niet raken. Zet de glazen meteen na afloop in de koelkast. Beweeg de glazen niet on‐ nodig.
Speciale toepassingen Gelatine smelten Chocolade smelten Werkwijze U kunt alle soorten chocolade in het apparaat smelten. Laat gelatinebladen 5 minuten in een schaal met water weken. De ge‐ latinebladen moeten goed met water bedekt zijn. Knijp de gelatinebladen uit en giet het water weg. Leg de uit‐ geknepen gelatinebladen weer in de schaal. Doe gemalen gelatine in een schaal en voeg zoveel water toe als op de verpakking staat aangegeven. Dek het serviesgoed af en zet het op het rooster.
Speciale toepassingen Voedingsmiddelen pellen Appels conserveren Werkwijze U kunt onbehandelde appels langer houdbaar maken. Bij opslag in een dro‐ ge, koele, goed geventileerde ruimte zijn appels dan 5 tot 6 maanden houd‐ baar. Dit kan alleen met appels, niet met andere pitvruchten. Snijd voedingsmiddelen zoals toma‐ ten, nectarines, etc. bij de steelvoet in (kruisvormig). U kunt het velletje dan gemakkelijker verwijderen. Doe het voedingsmiddel in een oven‐ pan met gaten.
Speciale toepassingen Blancheren Uien fruiten/stoven Als u groente wilt invriezen, moet u de producten eerst blancheren. De kwali‐ teit van de voedingsmiddelen blijft dan tijdens de opslag in de vriezer beter. Bij stoven wordt een voedingsmiddel in het eigen sap bereid, eventueel met toevoeging van wat vet (fruiten). Bij groentesoorten die voor verdere ver‐ werking geblancheerd worden, blijft de kleur beter behouden. Werkwijze Doe de voorbereide groente in een ovenpan met gaten.
Speciale toepassingen Spek uitsmelten Steriliseren Het spek wordt niet bruin. In het apparaat kunt u ook serviesgoed en zuigflessen steriliseren. Na afloop van het programma zijn deze voor‐ werpen kiemvrij, zoals bij het bekende uitkoken. Controleer wel eerst of alle onderdelen (ook de speen) bestand zijn tegen temperaturen tot 100 °C en tegen stoom. Werkwijze Doe het spek (in blokjes, reepjes of plakjes) in een ovenpan zonder ga‐ ten.
Speciale toepassingen Vochtige handdoekjes verwar‐ men Eierstich (ei voor soep) Werkwijze Roer 6 eieren door 375 ml melk (niet tot schuim kloppen). Maak de handdoekjes vochtig en rol ze stevig op. Werkwijze Doe de handdoekjes in een ovenpan met gaten. Kruid het ei-/melkmengsel en doe het in een met boter besmeerde ovenpan zonder gaten.
Speciale toepassingen Ontdooien en verwarmen bij combinatiegebruik U kunt voedingsmiddelen met een combinatie van stoom en magnetron ontdooien en verwarmen. Hiervoor moet u een eigen programma samenstellen (zie "Eigen programma's").
Ontdooien en verwarmen met magnetron Geschikt voor: Ontdooien 80 W Zeer kwetsbare voedingsmiddelen: room, boter, slag‐ room- en crèmetaart, kaas 150 W Alle andere voedingsmiddelen Verwarmen 450 W Baby-, kindervoeding 600 W Diverse gerechten; diepgevroren kant-en-klaarmaaltijden die niet bruin hoeven te worden 850 W 1000 W Dranken Ovenfunctie "Magnetron" / Magnetronvermogen De tijd die nodig is voor de bereiding, is afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van het product en de temp
Ontdooien en verwarmen met magnetron Voor het ontdooien en verwar‐ men Na het ontdooien en verwar‐ men Doe het product in magnetronbesten‐ dig serviesgoed en dek het af. Let op de aangegeven doorwarmtijden (de tijd waarin de warmte zich gelijkma‐ tig verdeelt). Plaats het serviesgoed midden op de opvangschaal. Gebruik het onderste niveau. Tijdens het ontdooien en ver‐ warmen U moet de voedingsmiddelen tijdens de bereiding herhaaldelijk omkeren, verkleinen of omroeren.
Ontdooien en verwarmen met magnetron Aanwijzingen voor het verwar‐ men Verbrandingsgevaar! Voeding voor baby's en kinderen mag niet te heet worden. De kinderen kunnen zich anders branden. Verwarm deze producten daarom niet langer dan 30–60 seconden op 450 Watt. Als u gesloten potten of flessen ver‐ hit, wordt druk opgebouwd. Het voorwerp kan daardoor ontploffen. Verhit daarom nooit voedingsmid‐ delen of vloeistoffen in afgesloten potten of flessen. Verwijder bij zuig‐ flessen eerst de dop en de speen.
Ontdooien en verwarmen met magnetron Toepassing Tips en aanwijzingen Ontdooien van grote hoeveelheden, bij‐ Doe het te ontdooien voedingsmiddel voorbeeld 2 kg vis in magnetronbestendig serviesgoed en plaats het op de opvangschaal. Verwarmen van gerechten Gebruik altijd een deksel, behalve bij gepaneerde producten. Bereiden van diepvriesgerechten Diepvriesgerechten kunt u in één keer ontdooien en verwarmen c.q. bereiden. Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Ontdooien en verwarmen met magnetron Tabel voor het ontdooien Hoeveel‐ heid [W] [min] [min]1) Room 250 ml 150 10–13 10–15 Boter 250 g 80 12–14 5–10 Plakjes kaas 250 g 80 16–18 10–15 Melk 500 ml 150 22–24 10–15 Kwark 250 g 150 12–14 10–15 ca. 100 g 150 1–2 5–10 300 g 150 4–6 5–10 Vruchtentaart (3 stukken) ca. 300 g 150 10–12 10–15 Boterkoek (3 stukken) ca. 300 g 150 6–8 5–10 Slagroom-, crèmetaart (1 stuk) (3 stukken) ca. 100 g ca.
Ontdooien en verwarmen met magnetron Hoeveel‐ heid [W] [min] [min]1) Erwten 250 g 150 10–14 5–10 Asperge 250 g 150 8–12 10–15 Bonen 500 g 150 13–18 10–15 Rode kool 500 g 150 20–25 10–15 Spinazie 300 g 150 12–14 10–15 Groente Magnetronvermogen / Ontdooitijd / Doorwarmtijd 1) Laat het voedingsmiddel bij kamertemperatuur staan. Gedurende die tijd wordt de tem‐ peratuur in het product gelijkmatiger verdeeld.
Ontdooien en verwarmen met magnetron Tabel voor het verwarmen Hoeveel‐ heid [W] [min] [min]1) Koffie, drinktemperatuur 60–65 °C 1 kopje (200 ml) 1000 1:00–1:10 – Melk, drinktemperatuur 60–65 °C 1 kopje (200 ml) 1000 1:20–1:403) – Water aan de kook brengen 1 kopje (125 ml) 1000 1:30–1:50 – ca.
Instellingen Menu "Instellingen" oproepen U bevindt zich in het hoofdmenu. Kies Instellingen. U kunt nu de instellingen controleren of wijzigen. U kunt instellingen alleen wijzigen als op dat moment geen bereiding plaats‐ vindt. Instellingen wijzigen en opslaan Kies Instellingen. Scrol over het display totdat de ge‐ wenste instelling verschijnt en druk erop. U herkent de actuele instellingen aan het gekleurde kadertje. Scrol over het display totdat de ge‐ wenste optie verschijnt en druk erop.
Instellingen Overzicht instellingen Taal Menupunt Mogelijke instellingen ... / deutsch / english / ...
Instellingen Menupunt Mogelijke instellingen Veiligheid Vergrendeling Aan / Uit * Toetsenvergrendeling Aan Waterhardheid / Uit * Zacht Gemiddeld Hard * Handelaar Demo-functie Fabrieksinstellingen Instellingen Aan / Uit * Eigen programma's Magnetronvermogens Voorgeprogram.
Instellingen Taal Kloktype U kunt uw eigen taal en land instellen. U kunt de dagtijd Analoog (in de vorm van een klok met wijzerplaat) of Digitaal (h:min) laten weergeven. Bij digitale weergave verschijnt in het display ook de datum. Nadat u uw keuze heeft gemaakt en be‐ vestigd, verschijnt in het display met‐ een de gekozen taal. Tip: Als u per ongeluk een taal heeft gekozen die u niet beheerst, kunt u aan de hand van het symbool gemakke‐ lijk weer terug naar het submenu Taal .
Instellingen Datum Volume Met deze functie stelt u de datum in. Geluidssignalen De datum verschijnt bij uitgescha‐ kelde oven alleen als u kiest voor de instelling Dagtijd | Kloktype | Digitaal. Verlichting – Aan De ovenverlichting blijft tijdens de hele bereiding ingeschakeld. – 15 seconden aan De verlichting wordt tijdens een be‐ reiding na 15 seconden uitgescha‐ keld. Als u op drukt, wordt de ver‐ lichting weer 15 seconden ingescha‐ keld.
Instellingen Eenheden Quick-magnetron Gewicht Zodat de magnetron meteen kan starten, zijn een vermogen van 1000 W en een bereidingstijd van 1 minuut voorgeprogrammeerd. – g Bij de automatische programma's wordt het gewicht van de voedings‐ middelen in grammen weergegeven. – – U kunt een vermogen van 80 W, 150 W, 300 W, 450 W, 600 W, 850 W en 1000 W instellen. lb/oz Bij de automatische programma's wordt het gewicht van de voedings‐ middelen in ponden/ounces weerge‐ geven.
Instellingen Warmhouden Houdt u er rekening mee dat bepaalde gerechten, zoals vis, door het warm‐ houden nog gaarder worden. Magnetron – Bij de ovenfunctie "Magnetron " wordt ook een warmhoudfunctie ge‐ activeerd, als u een vermogen van minimaal 450 W instelt en een berei‐ dingstijd van minimaal 10 minuten. Als u het gerecht na de bereiding niet uit het apparaat haalt, wordt deze functie na ca. 5 minuten ingescha‐ keld. In het display verschijnt Warmhouden. Het gerecht wordt nu ca.
Instellingen Voorgeprogrammeerde tempe‐ raturen Als u vaak met afwijkende temperaturen werkt, kan het zinvol zijn de voorgepro‐ grammeerde temperaturen te wijzigen. Zodra u het menupunt heeft opgeroe‐ pen, verschijnt de keuzelijst met de ovenfuncties. Kies de gewenste functie. De voorgeprogrammeerde temperatuur licht op. Tegelijk verschijnt het bereik waaruit u kunt kiezen. Veiligheid Vergrendeling De vergrendeling voorkomt dat de oven onbedoeld wordt ingeschakeld.
Instellingen Waterhardheid Handelaar Het apparaat is af fabriek op waterhard‐ heid Hard ingesteld. Om ervoor te zor‐ gen dat het apparaat correct functio‐ neert en op het juiste moment wordt ontkalkt, moet u het apparaat op de waterhardheid van uw regio instellen. Hoe hoger het kalkgehalte, des te har‐ der is het water en des te vaker moet het apparaat worden ontkalkt. Met deze functie kan de vakhandel het apparaat presenteren, zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld (demofunctie).
Instellingen Fabrieksinstellingen – Instellingen Alle instellingen worden weer op de fabrieksinstellingen gezet. – Eigen programma's Alle eigen programma's worden ge‐ wist. – Magnetronvermogens De gewijzigde magnetronvermogens worden weer op de fabrieksinstel‐ lingen gezet. – Voorgeprogramm. temperaturen De gewijzigde voorgeprogrammeerde temperaturen worden weer op de fa‐ brieksinstellingen gezet. – MyMiele Alle MyMiele-instellingen worden ge‐ wist.
Aanwijzingen voor keuringsinstituten Testgerechten stomen Voer de tests uit, zoals beschreven in de daarvoor geldende (concept-) normen (DIN EN 50304 / DIN EN 60350). Testgerecht Stoomovenpan‐ nen Hoeveelheid [g] 1) 2) [°C] [min] Willekeu‐ rig 3) 100 3 Willekeu‐ rig 100 3 100 5) Stoomtoevoer Broccoli (8.1) 2x DGGL ¹/₂-40L Max. Stoomverdeling Broccoli (8.2) 1x DGGL ¹/₂-40L 300 Vermogen bij maximale belading Erwten (8.
Aanwijzingen voor keuringsinstituten Testgerechten volgens EN 60705 (ovenfunctie "Magnetron") Testgerecht Opmerking 1) [W] [min] [min] 2) Frambozen ont‐ dooien, 250 g 1 150 7,5 3 onafgedekt ontdooien Rundergehakt ont‐ dooien, 500 g 1 150 25–26,5 10 onafgedekt ontdooien, ge‐ recht halverwege de tijd keren Gehakt bereiden, 900 g 1 600 + 450 15 + 15 5 schaal: Pyrex 03.838.
Reiniging en onderhoud Reiniging en onderhoud Letselrisico! De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die on‐ der spanning staan en een kortslui‐ ting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreiniger. Alle oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen wanneer u onge‐ schikte reinigingsmiddelen gebruikt. Met name het front van het apparaat kan door ovenreiniger beschadigd raken. Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Reiniging en onderhoud Front Ongeschikte reinigingsmiddelen Om beschadigingen aan de oppervlak‐ ken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt: – soda-, ammoniak-, zuur- en chloride‐ houdende reinigingsmiddelen, Reinig het front met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. U kunt voor de reiniging ook een schone, vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken. Droog het front na elke reiniging met een zachte doek af.
Reiniging en onderhoud Ovenruimte Waterreservoir Verwijder: Haal het waterreservoir uit de oven en giet het na elk gebruik leeg. Ver‐ wijder voor het legen de overloopbe‐ veiliging. – condens met een spons of spons‐ doekje, – lichte vetresten met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Wis de oppervlakken na elke reini‐ ging met schoon water af, totdat alle resten reinigingsmiddel verwijderd zijn. Wrijf de ovenruimte en de binnenkant van de deur vervolgens met een doek droog.
Reiniging en onderhoud Geleiderails Haal de geleiderails eerst aan de zij‐ kant los en dan aan de achterkant . Reinig de geleiderails in de afwas‐ automaat of met een schoon spons‐ doekje, afwasmiddel en warm water. Plaats de geleiderails na de reiniging correct terug (zie afbeelding). Druk de geleiderails stevig vast. Als u de geleiderails niet correct te‐ rugplaatst, werkt de kantel- en uit‐ trekbeveiliging niet goed.
Reiniging en onderhoud Onderhoud De functies Einde om en Start om wor‐ den bij Onderhoud niet aangeboden. Inweken Grovere verontreinigingen kunt u met dit programma inweken. Laat de ovenruimte afkoelen. Verwijder alle accessoires. Vul het waterreservoir. Kies Onderhoud | Inweken. Het inweken duurt ca. 10 minuten. Ontkalken Wij adviseren het gebruik van Mieleontkalkingstabletten (zie "Bij te bestel‐ len accessoires").
Reiniging en onderhoud Schakel het apparaat in en kies Onderhoud | Ontkalken. Na het ontkalken In het display verschijnt een melding. Verwijder het waterreservoir, giet het leeg en maak het droog. Bevestig met OK. Doe 1 liter koud water in het waterre‐ servoir en voeg vervolgens 2 ontkal‐ kingstabletten toe. Schakel het apparaat uit. Maak de ovenruimte droog. Sluit de deur pas als de ovenruimte helemaal droog is. Schuif het reservoir tot de aanslag in het apparaat.
Nuttige tips De meeste problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. Het volgende overzicht helpt u daarbij. Neem contact op met Miele als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of als u het probleem niet kunt verhelpen. Letselrisico! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repara‐ tiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hier‐ voor niet aansprakelijk worden gesteld.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Het apparaat gaat na een verhuizing niet meer over van de op‐ warm- naar de berei‐ dingsfase. Het kookpunt van het water is veranderd, omdat het hoogteverschil tussen de oude en de nieuwe locatie meer dan 300 meter bedraagt. Om het kookpunt te justeren, moet u het ontkal‐ kingsprogramma uitvoeren (zie "Reiniging en on‐ derhoud – Ontkalken"). Bij het koken komt on‐ gebruikelijk veel stoom vrij of op andere plaat‐ sen dan normaal.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Na een bereiding met de magnetronfunctie koelen de gerechten te snel af. De warmte ontstaat altijd eerst aan de buitenkant van het gerecht en verplaatst zich vervolgens naar het midden. Als u een gerecht op een hoog vermogen verwarmt, kan het van buiten al warm zijn, terwijl het van binnen nog koud is. Tijdens de doorwarmtijd wordt de temperatuur gelijkmatig over het gerecht verdeeld. De temperatuur binnenin stijgt, de tempera‐ tuur aan de buitenkant daalt.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en on‐ derhoudsmiddelen. Stoomovenpannen DGG 1/2-80L U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen: Ovenpan zonder gaten, inhoud 4,1 l / nuttige inhoud 3,5 l 375 x 197 x 80 mm (BxDxH) De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achter in deze gebruiksaan‐ wijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Bij te bestellen accessoires Reinigings- en onderhouds‐ middelen Diversen DMGS 1/1-30L Ontkalkingstabletten (6 stuks) Voor het ontkalken van de stoomoven Reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal (250 ml) Voor het verwijderen van verkleuringen op ovenpannen Glazen opvangschaal De opvangschaal wordt bij het stomen gebruikt om het vocht op te vangen dat tijdens een bereiding ontstaat. Bij gebruik van de magnetronfunctie dient de schaal als plateau voor het serviesgoed.
Miele@home a Voor Miele@home geschikt huishoudelijk apparaat b Miele@home-communicatiestick XKS3000Z of communicatiemodule XKM3000Z c Voor Miele@home geschikt huishoudelijk apparaat met SuperVision-functie d Miele@home Gateway XGW3000 e WiFi-router f Verbinding met home-automation-systemen g Smartphone, tablet, laptop h Verbinding met internet 131
Miele@home Uw apparaat / is geschikt voor aansluiting op een netwerk. U kunt het apparaat in het Miele@home-systeem opnemen met een communicatiemodu‐ le of met een bij te bestellen communi‐ catiestick en een eventueel beno‐ digde ombouwset. Bij Miele@home sturen hiervoor ge‐ schikte apparaten informatie over hun status en het programmaverloop naar een weergave-apparaat , bijvoor‐ beeld een bakoven met SuperVisionfunctie.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Door ondeskundige inbouw kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade optreden. Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje te vergelijken met de waarden van het elektriciteitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen om schade aan het apparaat te voorkomen. Raad‐ pleeg bij twijfel een elektricien.
Gedetailleerde afmetingen front Front Pure Front Contour * Glazen front / ** metalen front 134
Inbouwmaten Inbouw in een hoge kast a Stoomoven met magnetron b Inbouwnis c Aansluitkabel – aansluitpunt apparaat d Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting e Aansluitkabel, L = 2.
Inbouwmaten Inbouw in een onderkast a Stoomoven met magnetron b Inbouwnis c Aansluitkabel – aansluitpunt apparaat d Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting e Aansluitkabel, L = 2.
Inbouwmaten Inbouw in combinatie met een bakoven a Stoomoven met magnetron b Inbouwnis c Aansluitkabel – aansluitpunt apparaat d Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting e Aansluitkabel, L = 2.
Inbouwen Apparaat plaatsen Een niet correct geplaatste stoom‐ oven kan storingen tot gevolg heb‐ ben! Het apparaat moet waterpas staan, zodat het stoomaggregaat goed kan functioneren. De afwijking mag niet meer dan 2° bedragen. Schuif het apparaat in de inbouwnis en justeer het. De aansluitkabel mag niet ingeklemd of beschadigd raken. Bevestig het apparaat met de bijge‐ voegde houtschroeven (3,5 x 25 mm) rechts en links aan de zijwanden van de kast.
Elektrische aansluiting Aansluiting op een geaard stopcontact wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van de technicus ge‐ makkelijker maakt. Het stopcontact moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn. Letselrisico! Door ondeskundige installatie- en onderhoudswerkzaamheden of repa‐ raties kunnen zeer gevaarlijke situa‐ ties voor de gebruiker ontstaan waarvoor Miele geen aansprakelijk‐ heid aanvaardt.
Elektrische aansluiting Aansluitwaarde zie typeplaatje Aansluiting AC 230 V / 50 Hz Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre‐ quentie) op het typeplaatje te vergelij‐ ken met de waarden van het elektrici‐ teitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen. Aardlekschakelaar Voor extra veiligheid wordt in de EU-voorschriften en -richtlijnen voor Nederland geadviseerd om de huisin‐ stallatie van een aardlekschakelaar te voorzien (30 mA).
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Pas op! Letselrisico door elek‐ trische schok! Zorg dat de netspanning niet per on‐ geluk weer kan worden ingescha‐ keld. Moet het apparaat spanningsvrij wor‐ den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: Aansluitkabel vervangen Pas op! Letselrisico door elek‐ trische schok! De aansluiting mag alleen door een elektricien worden uitgevoerd.
Service, typeplaatje, garantie Service Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – Miele De gegevens van Miele vindt u achter in deze gebruiks- en montagehandleiding. Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Typeplaatje Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaat‐ je overeenkomen met de gegevens op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing.
Auteursrecht en licenties Voor de bediening en de besturing van het apparaat maakt Miele gebruik van soft‐ ware. De auteursrechten van Miele en andere softwareleveranciers (zoals Adobe) dienen in acht te worden genomen. Miele en haar leveranciers behouden zich alle rechten ten aanzien van de softwa‐ recomponenten voor. In het bijzonder zijn verboden: – Het vermenigvuldigen en verspreiden. – Het aanbrengen van wijzigingen en het maken van afgeleide versies.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
DGM 6800 nl-NL M.-Nr.