Operating Instructions and Installation Instructions
Ontdooien en verwarmen met magnetron
107
Tabel voor het verwarmen
Hoeveel‐
heid
[W] [min]
[min]
1)
Dranken
2)
Koffie, drinktemperatuur 60–65 °C 1 kopje
(200 ml)
1000 1:00–1:10 –
Melk, drinktemperatuur 60–65 °C 1 kopje
(200 ml)
1000
1:20–1:40
3)
–
Water aan de kook brengen 1 kopje
(125 ml)
1000 1:30–1:50 –
Babyflesje (melk) ca. 200 ml 450
1:10–1:20
3)
1
Glühwein, grog,
drinkt
emperatuur 60–65 °C
1 glas
(200 ml)
1000 0:50–1:10 –
Gerechten
3)
Kindervoeding (kamertemperatuur) 1 potje
(200 g)
450 0:30–1 1
Karbonade, gebraden 200 g 600 4–6 1
Visfilet, gebakken 200 g 600 3–4 2
Vlees met jus 200 g 600 4–6 1
Bijgerechten 250 g 600 3–5 1
Groente 250 g 600 4–5 1
Vleesjus 250 ml 600 4–5 1
Soep / eenpansgerecht 250 ml 600 4–5 1
Soep / eenpansgerecht 500 ml 600 7–8 1
Magn
etronvermogen / Verwarmingstijd / Doorwarmtijd
1)
Laat het voeding
smiddel bij kamertemperatuur staan. Gedurende die tijd wordt de tem‐
peratuur in het product gelijkmatiger verdeeld.
2)
Plaats een lepel (niet van
metaal) in het glas of de beker.
3)
De tijden gelden
voor gerechten met een uitgangstemperatuur van ca. 5 °C.
Bij voedingsmiddelen die normaal niet in de koelkast worden bewaard, wordt uitgegaan van
een kamertemperatuur van ca. 20 °C.
Gerechten moeten tot een temperatuur van 70–75 °C worden verhit, met uitzondering van
babyvoeding en niet-gebonden sauzen.