Operating Instructions and Installation Instructions
Reiniging en onderhoud
122
Ovenruimte
V
erwijder:
– condens met een spons of spons‐
doekje,
– lichte vetresten met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
wat
er.
W
is de oppervlakken na elke reini‐
ging met schoon water af, totdat alle
resten reinigingsmiddel verwijderd
zijn.
W
rijf de ovenruimte en de binnenkant
van de deur vervolgens met een doek
droog.
Automatische deuropener
De deuropener mag niet met voe‐
ding
smiddelen verontreinigd zijn.
V
erwijder verontreinigingen op de
deuropener meteen met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water.
W
is de oppervlakken na elke reini‐
ging met schoon water af, totdat alle
resten reinigingsmiddel verwijderd
zijn.
Waterreservoir
Haa
l het waterreservoir uit de oven
en giet het na elk gebruik leeg. Ver‐
wijder voor het legen de overloopbe‐
veiliging.
Rein
ig het reservoir met de hand.
Droog de onderdelen daarna af om
kalkafzettingen te vermijden.
Accessoires
Alle accessoires zijn vaatwasmachine‐
bestendig.
Opvangschaal, rooster, stoomoven‐
pan
Rei
nig de opvangschaal, het rooster
en de ovenpannen na elk gebruik.
Droog de onderdelen vervolgens
weer af.
V
erwijder blauwachtige verkleuringen
op de ovenpannen met het Miele-rei‐
nigingsmiddel voor keramische pla‐
ten en roestvrij staal (zie "Bij te be‐
stellen accessoires") of met azijn.
Spoel de ovenpannen na gebruik van
het r
einigingsmiddel met schoon wa‐
ter af om alle resten reinigingsmiddel
te verwijderen.